Samenvatting: Vastgoedeconomie Onder Redactie Van: Drs. L.k.j.m. Coopmans ; Tekstredactie: ... | 9789041509475 | C W M van Veen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vastgoedeconomie onder redactie van: drs. L.K.J.M. Coopmans ; tekstredactie: Mirca Groenen | 9789041509475 | C.W.M. van Veen
-
1 Inleidende begrippen
-
1.4 Inkomen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat verstaan we onder Formele economie?
Alle transacties waar een inkomen wordt ontvangen. -
2 Banken en Kapitaalamarkten
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.2 De geschiedenis van geld
-
Wat is de intrinsieke waarde van een munt?
De werkelijke waarde die de munt heeft. (Gewicht en materiaal) -
Wat is de nominale waarde van een munt?
De waarde die eraan wordt toegekend. -
2.4 Geldhoeveelheid, geldschepping en geldvernietiging
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van M1
- Chartale engirale geld
- in handen van gezinnen en bedrijven.
- EXCL. Het geld van in de kluizen zit van banken en spaargeld. -
Wat is de definitie van M2?
- Spaargeld
- Deposito's (Korter dan 2 jaar)
- Vreemde valuta'a -
Welke instanties mogen de maatschappelijke geldhoeveelheid vergroten of verkleinen? (geldscheppen/geldvernietiging)
- De centrale overheid (het rijk) - via muntgeld
- De Europees Centrale Bank (ECB) - via bankbiljettten
- De Primaire banken - via giraal geld -
2.7 deflatie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.7
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het gevaar van deflatie?
De consument verwacht dat de vraag nog meer gaat dalen dus stellen ze de bestedingen uit. -
Het geld wordt meer waard en hierdoor kunnen consumenten voor hetzelfde geld meer goederen kopen
Koopkracht neemt toe -
2.9 Verkeersvcergelijking van Fischer
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.9
Laat hier meer flashcards zien -
Waar staat de M voor in de vergelijking?
M = money = de totale maatschappelijke geldhoeveelheid -
Waar staat de V voor?
(Velocity ) Deomloopsnelheid van het geld. De aantal keer dat het hand tot hand gaat in een bepaalde periode.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Vastgoedeconomie Onder Redactie Van: Drs. L.k.j.m. Coopmans ; Tekstredactie: ...
-
Banken en Kapitaalamarkten - De geldmarkt en kapitaalmarkt
-
Nationaal inkomen en nationaal product - Centrale instanties
-
Conjuncturele Ontwikkeling
-
Concurrentieverhoudingen (meso economie) - het SGR-model (!)
-
Consumentengedrag - De vraagcurve
-
Producentengedrag
-
Statistiek - Kerngetallen voor de vastgoedbranche
-
Extra belangrijke stof