Samenvatting: Vastgoedrekenen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vastgoedrekenen

• Samenvatting

  Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 24/01/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• De verschillende fase van het projectontwikkelingsmodel hebben verschillende waarde: welke?

  - initiatieffase --> grond
  - Haalbaarheidsfase --> plan
  - Ontwikkelings/ realisatiefase --> bouwwerk
  - Exploitatiefase --> cashflows

• Een gebouw zonder gebruiker is in principe waardeloos: eens of oneens?

  Eens: Een pand zonder gebruiker is in feite waardeloos (zonder cashflows)
  De uiteindelijke waarde van vastgoed wordt bepaald door wat het vastgoed voor de eindgebruiker/eigenaar waard is.

• Hoe kan je bewijzen dat vastgoed zonder gebruiker waardeloos is?

  Omgekeerde vastgoedwaardeketen: 
  -Een pand zonder gebruiker genereert geen huur en dus geen cashflow
  -Een belegger betaalt een koopprijs voor een contant gemaakte serie toekomstige cashflow, geen waarde - geen koopprijs
  -Zonder koper zal de ontwikkelaar niet ontwikkelen
  -Zonder ontwikkelaar die de grond koopt, is de grond niks waard

• Vanaf wanneer worden bouwkosten geïndexeerd?

  vanaf de start ontwikkelingen tot het moment dat de aanneemsom bekend is (maw tot aansluiting contract met aannemer). 
  Let op: wanneer je bouwkosten indexeert hoef je de bijkomende kosten niet te indexeren, want dit is een percentage van je bouwkosten en anders indexeer je dubbel.

• Wat zijn belangrijke bronnen voor prijspeilen en prijsstijgingen?

  - Centraal Bureau voor de Statistiek
  - Consumentenprijsindex (geeft inflatie weer)
  - Bureau Documentatie Bouwwezen (BDB-index) 

• Tot wanneer moeten de huren worden geïndexeerd?

  tot de oplevering van het project.

• Wat is het IRR in je DCF/NCW berekening?

  De gemiddelde rentevoet over een reeks uitgaven en inkomsten en de vergoeding over al het in het project aanwezige kapitaal.

• Wat is de rentevoer in een Stichtingskosten-berekening?

  de rente over het geleende geld.

• op welke manieren kun je de financieringskosten bepalen?

  - Complexe methodiek: aan de hand van een planning en een uitgebreid uitgavenschema
  - Sigarendoos methode: aan de hand van gemiddelde uitstaande geld ( financieringskosten= STIKO*Looptijd*financieringspercentage*factor

• Welke kosten moet je meenemen bij het sluiten van een STIKO financiering. 

  Rentekosten
  taxatiekosten
  kosten van een risico-inventarisatie
  bank die eigen STIKO laat opstellen ter controle
  Afsluitprovisie van lening