De staat in opmars - De opmars van de staat

113 belangrijke vragen over De staat in opmars - De opmars van de staat

De belangrijkste veranderingen in de hervorming en modernisering van het openbaar bestuur lagen op het vlak van de organisatie. De scheiding van regering en koninklijk huishouden en de inrichting van nieuwe, gespecialiseerde diensten en instellingen.
Juist of onjuist?

juist

In de vorming van de staat werden vorderingen gemaakt met de hervorming en de organisatie van het openbare bestuur. Waar lag de belangrijkste verandering?

De belangrijkste veranderingen lagen op het vlak van de organisatie. Daar trad deze tijd een scheiding op tussen regering en het koninklijk huishouden.
Ruim voor de Franse revolutie kwam er een eind aan deze ondoorzichtige situatie.
Ambtenaren waren nog steeds trouw aan het hof, maar de reglementen waar ze zich ook aan moesten houden, maakte duidelijk dat ze in dienst waren van een meer onpersoonlijke overheid.

Waar lagen de belangrijkste moderniseringen van het openbaar bestuur in de vroegmoderne  staten? En welke?

Op het gebied van de organisatie. Er trad een langzame scheiding op tussen de regering en het koninklijk huishouden.
In 16e eeuw betaalden vorsten groot deel staatsbudget uit eigen zak.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

22
Waardoor daalde het rentepercentage op staatsleningen in de 16e en 17e eeuw?


Er kwam meer kapitaal beschikbaar en er werden betere financiele instrumenten ontwikkeld (met name de transparantie van het overheidsapparaat) waardoor bij beleggers het vertrouwen toenam.

Noem vijf afzonderlijke afdelingen onder de Zweedse Raad van State die ontstaan zijn aan het eind van de Dertigjarige oorlog.

De kanselarij en de departementen van financiën, justitie, oorlog en marine.

2. Wat verandert er in de manier van werken van de instellingen?

De relaties worden formeler.

Hoe was de regering door de vorst vanouds geregeld?

Een vorst liet zich bijstaan door een raad, waarin de belangrijkste edelen zitting hadden.
DMV de raad adviseerden de magnaten hun vorsten en controleerden hem. Door de loop van de tijd, namen de taken van de regering toe, met name oorlogvoering en de financiering hiervan, waardoor de ene raad niet meer voldeed.
voorbeeld zie Zweden pag 160 en Duits hertogdom Württemberg blz 161.

Wanneer en hoe kwam een einde aan de verwevenheid vorst-staat?

Ruim voor de Franse Revolutie.
Overheden gingen belasting heffen, ambtenaren waren nog wel trouw aan hun vorst, maar moesten zich aan regels van de overheid houden.

Waaruit blijkt hervorming en modernisering van vroegmoderne staten?

1. Scheiding tussen regering en koninklijk huishouden.
Overheden gingen belastingen heffen om taken te financieren. Ambtenaren bleven trouw aan vorsten, maar waren zo in dienst van min of meer onpersoonlijke overheid.

2. Inrichting nieuwe en gespecialiseerde diensten en instellingen. De regering kreeg steeds meer taken (oorlogsvoering en financiering) dus kwamen er meer raden bij.

Leg uit waarom de ontwikkelingen binnen de staat niet noodzakelijk de burgerij in staat hebben gesteld haar opmars te maken ten koste van de adel, met de gedachte dat ambtenaren van burgerlijke afkomst betrouwbaarder waren omdat ze de vorst niet als gelijke beschouwden.

1. De adel is geen statische klasse. In Nederland was de adel bv ah eind van de 18e eeuw nagenoeg uitgestorven. In andere landen regelmatig burgers verheven tot adelstand.
2. Aan het eind van een ambtelijke loopbaan werden burgers in de 16e/17e eeuw bijna steeds tot de adelstand verheven.

Vertel iets over de opmars van de wetgeving door het openbaar bestuur.

  • er werden veel mensen in overheidsdienst aangesteld, het aantal wetten steeg
  • in de 16e eeuw waren voorschriften nog uitsluitend voor stedelingen bedoeld
  • in de 17e gold wetgeving voor het gehele territorium
  • verbodsbepalingen veranderden in positieve aanwijzingen
  • wetgeving werd in de 17e eeuw gefundeerd op het algemeen belang, niet meer met beroep op Gods gezag
  • naast de kwesties van publieke moraliteit kwam er wetgeving over onderwijs, economie, openbaar bestuur

Taken van de regering namen toe vooral wat betreft financiën en oorlogsvoering.
Zweden is een goed voorbeeld van het proces van ontstaan scheiding koning-staat. Hoe verliep dat proces.

Gustaaf Adolf in 1611 regeerde samen met een Raad van State.
Tussen 1618-1648 betrokken bij Dertigjarige Oorlog. Om ambitieuze politiek van Gustaaf A. Mogelijk te maken werd de regering hervormd. Einde oorlog waren er vijf afdelingen onder de Raad ontstaan.
Kroondomeinen te gelde gemaakt voor cash flow. Zweedse economie werd zo gecommercialiseerd.

Waar werd de kanselarij in de zestiende eeuw een van de in totaal zes regeringsraden?

Hertogdom Wurttemberg

Hoewel voorschriften steeds vaker gerechtvaardigd worden vanuit het algemeen belang en niet vanuit Gods gezag, blijft de kerk op twee vlakken onmisbaar. Welke?

Als uitvoerende arm van het openbaar gezag.
Als ideologische steunpilaar van de staat.

Waarvoor dienden de Oorlogsraad en de geheime raad?

Deze raden zorgden voor een adequate omgeving voor het uitzetten van de militaire en algemeen politieke beleidslijnen.

De nauwe betrekkingen tussen kerk en staat. Vertel in enkele punten

  • kerk ideologisch steunpilaar van de staat
  • uitvoerende arm van het openbaar bestuur
  • kerken genationaliseerd: Lutherse kerk in Scandinavië, Church of England

4. Hoe stond het met de lage ambtenaren?


De bureaucraten (lage ambtenaren) waren veel talrijker dan hun superieuren.
Zij vervulden bescheiden taken:
  • innen belasting
  • bewaken stadspoort
  • aansteken van de openbare verlichting
  • etc

Uit welke zes regeringsraden bestond Württemberg in de 16e eeuw?

- De Kanselarij
- Hooggerechtshof
- Domeinraad (Rentkammer)
- Kerkelijke raad (Kirchenrat)
- Oorlogsraad
- Geheime Raad

De gedachte dat de ontwikkeling van de burgerij ten laste van de adel ging berust op 2 misverstanden.
1. burgers werden aan de lopende band opgenomen in de adel, er waren wel gradaties in adellijkheid.
2. wie in de 16e en 17e eeuw hoog genoeg steeg in het bestuursapparaat werd bijna steeds in de adelstand verheven.
Juist of onjuist?

juist

Ook de manier waarop de instellingen in Württemberg werkten veranderden. Hoe?

De relaties tussen de hertog en zijn dienaren werden formeler.

Staten met een parlement of een vertegenwoordigende instelling deden het in het algemeen goed. Noem voorbeelden waar het niet en wel goed ging.

In Brandenburg Pruisen werd de Stände in de loop van de Dertigjarige oorlog terzijde geschoven.
In Polen verhinderde de Sejm een effectief bestuur
In Zweden, Engeland en de Nederlandse Republiek schiepen een sterke vertegenwoordiging een legitieme basis voor een effectief overheidsoptreden

Waarom werd gesuggereerd dat dat de ontwikkelingen van de nieuwe staatsvorming ervoor hebben gezorgd dat de burgerij nu in staat was om op te klimmen in de samenleving ten koste van adel en traditionele elite?

De relaties tussen vorst en dienaren werden steeds formeler.
De arbeidsongeschiktheid, ontslag procedure en regels van wat van de nieuwe dienaar werd genoteerd.

20
Wanneer gaven duizenden Spaanse soldaten Antwerpen op?

Toen een miljoen gulden was uitgekeerd, als genoegdoening voor achterstallig salaris.

5. Wat weten we over het aantal ambtenaren tijdens de vroegmoderne periode en waaraan is dat oa te zien?


Het aantal ambtenaren neemt in de loop van de vroegmoderne periode toe.
Dit is ook te zien aan de groei van de hoeveelheid wetten, ordonnanties en voorschriften.

In welk land was aanvankelijk nog weinig te merken van hervormingen, die in zuidelijker streken al wel op gang waren gekomen?

Zweden

Waarom was de Republiek een uitzondering in Europa?

De adel was hier eind 18e eeuw bijna uitgestorven.

Cijfers over de toename van het aantal ambtenaren zijn zeer onbetrouwbaar. Wel is zeker dat het aantal ambtenaren in de loop der tijd toenam. Dit blijkt ook uit de hoeveelheid papier die geproduceerd werd: weten, ordonnanties, voorschriften en boetes.
Juist of onjuist?

onjuist - geen boetes.

Beschrijf de parlementaire geschiedenis van Engeland

1066 komst van de Normandiërs Engelse staat gecentraliseerd
1215 Magna Carta grenzen aan de autoriteit van de vorst
1295 eerste bijeenkomst Parlement

Een halve eeuw burgeroorlog en revolutie:
Civil War 1641-1660, Restauratie 1660, Glorious Revolution 1688-1689  beslechtten de strijd ten faveure van parlement

1707 Britse staat

Het Parliament vertegenwoordigde niet de standen (deelbelangen) maar was een afspiegeling van de natie als geheel.

Burgers zouden betrouwbaarder zijn om als ambtenaar te dienen dan de adel, die koning beetje als gelijke zouden zien. Dit berust op twee misverstanden. Welke?

Adel wordt voorgesteld als een statische klasse, maar in vroegmoderne periode werden veel burgers tot adel verheven (Behalve in de Republiek).
Gevolg goede ambtelijke loopbaan was vaak verheffing in de adelstand in 16e en 17e eeuw, bv. Dr. Reinhardt.

De opmars van staat zou ten koste gaan van de traditionele adel. Ambtenaren van burgerlijke afkomst zouden in ogen van vorsten betrouwbaarder zijn dan magnaten. Op welke twee misverstanden rust deze zienswijze?

1. De adel is geen statische klasse. Tijdens vroegmoderne periode werden constant burgers opgenomen in de adel (Behalve in Republiek). Gradaties in adellijkheid.

2. Wie in 16e en 17e eeuw genoeg steeg in bestuursapparaat van Europese vorst, werd bijna steeds in adelstand verheven.

Vanaf wanneer werden steeds meer troepen vast in dienst gehouden in plaats van ze af te danken aan het einde van het campagneseizoen?

1500

Beschrijf de geschiedenis van de vertegenwoordigde instantie in De Nederlanden

  • staat opgekomen uit de strijd tegen Habsburgse overheersing
  • 1581 verklaarden staten zich soeverein en bestuurden tot 1795
  • regionaal samengesteld uit de standen; de clerus, adel en burgerij (de instellingen die deze standen vertegenwoordigden)
  • de clerus ontbrak  muv de Staten van Utrecht. In 1582 na de Reformatie kregen adel en stad Utrecht de helft van de stemmen in het Lid der Geëligeerden
  • gewestelijke Statenvergaderingen stuurden één vertegenwoordiging naar de Staten-Generaal.
  • Johan Huizinga noemde het een staatsgewrocht (SG hadden voor elk besluit instemming van de Staten nodig)

Hoe was het voor de ambtenaren met bescheidenere functies?

Deze mensen zouden veel minder snel een titel krijgen. Ze waren wel veel talrijker. Hun taak was bv innen van belastingen, ontsteken verlichting, bewaken stadspoorten.
Over deze "bureaucraten" wordt in de historische literatuur niet geschreven.
Getallen over aantallen ambtenaren zijn dus niet betrouwbaar.
Wat we wel kunnen zeggen is dat het aantal mensen die door de staat betaald werden in de loop van de tijd toenam.

07
Stillstand is een lokale instelling (Zwitserland) die bestond uit de predikant, een kerkenraadslid en de leden van de dorpsraad, die zich bezighielden met politieke en bestuurlijke aangelegenheden met een morele kant (armenzorg, onderwijs, kerkelijke discipline, onderzoek immigranten)
juist of onjuist?

juist

Welke oorlogen/conflicten kregen de nieuwe staat De Nederlanden?

  • met Spaanse koning
  • zee-oorlogen tegen Engeland
  • land-oorlogen tegen Frankrijk

De kerk (zowel katholiek als lutherse kerken na de Reformatie) fungeerde als een ideologische steunpilaar en als uitvoerende arm van het openbaar gezag.
juist of onjuist

juist.

Welke rol had de kerk voor de staat?

1. Ideologische steunpilaar
2. Uitvoerende arm openbaar gezag

Na reformatie hadden veel staten de kerk 'genationaliseerd'.

Wat wordt gezien als het begin van de dertig jarige oorlog?

Twee stadhouders van de Keizer Jaroslaw Martinic en Vilém Slavata en de secretaris Filip Fabritius worden door vertegenwoordigers van de Boheemse standen uit het raam van de Boheemse kanselarij (bureau waar oorkondes ed van een vorst of bestuurlijke instelling werden opgesteld, bezegeld en uitgevaardigd) gegooid.

8. Wat gebeurde er met de kerk in veel staten na de Reformatie?


Veel staten hadden de kerk grondig genationaliseerd.
Bijv.
Engeland: Anglicaanse Kerk (Church of England)
Scandinavië: Lutherse kerken

13
Waarom noemde Johan Huizinga de Republiek een staatsgewrocht?

De 17e Zeeuwse Republiek was een effectieve politieke organisatie, maar had wel vreemde trekjes. Overijssel (veel minder inwoners) had net zo veel te zeggen als Holland. Amsterdam net zoveel als Schoonhoven. Sommige gewesten hadden meer steden in de raad dan anderen.

Wat gebeurde met de kerken na de Reformatie?

Veel staten hadden de kerk 'genationaliseerd' maar bleven onmisbaar als ideologische steunpilaar en voor toezicht op de bevolking

Een voorbeeld van veranderingen van het openbaar bestuur is in zweden.
In 1611 was er alleen een Raad van State (toen Gustaaf Adolf aantrad), door oorlogen (geld nodig) werd de regering hervormd:
in 1648 waren er 5 afdelingen onder de Raad van State: de kanselarij, departementen van financiën, justitie, oorlog en marine
juist of onjuist

juist

Wat was de kerntaak van de vroegmoderne Staat?

Oorlog en de voorbereiding daarvan. Troepen op papier waren niet altijd echt. Fraude om meer geld te krijgen. Legers waren huurlegers met verschillende nationaliteiten. Ze vechten als je betaalde en als je dat niet of niet genoeg deed vochten ze zo voor de tegenpartij.

Wie was Johann Heinrich Waser?

Een dorpspredikant die zich opbaar verzette tegen malversaties bij belastinginning in parochie.

Wat was de kerntaak van de nieuwe staten?

oorlog voeren en dus waren de budgetten voor defensie de grootste van de staat. Dir had uiteraard weer gevolgen voor de belastingdruk

Wat was de Zwitserse Stillstand?

Een lokale instelling die bestond uit de predikant (voorzitter), een vertegenwoordiger van de stedelijke autoriteit (huwelijken en moraliteit), een kerkenraadslid (beheerde bezit) en leden van de dorpsraad.

10. Engeland is het klassieke voorbeeld van een land met een sterke volksvertegenwoordiging. Beschrijf.


Engeland al sinds 1066 gecentraliseerd.
Als gevolg van een eiland-staat zijn er weinig bedreigingen, dus waren er niet constant hervormingen nodig.
Daarom bestaat er in 1600 een nogal ouderwetse bestuurscultuur.
Pas na 1690 (burgeroorlogen en revoluties) wordt de verhouding kroon-volksvertegenwoordiging in het voordeel van de volksvertegenwoordiging beslist.
Pas toen kon Engeland (na 1707 Groot-Brittanie) zich opwerken tot een supermacht.

Het Engels parlement is van begin af aan MODERN.
Het was nl een afspiegeling van de natie als geheel, in die tijd hoogst uitzonderlijk.


Welke typen belastingen gebruikten de meeste overheden in de 16e eeuw?


Heffingen op onroerend goed of heffingen op consumptie.

Nadelen:
1. Geen geregelde inkomstenbelasting, maar grote rol verbruiksbelasting (accijnzen) -> zwakste schouders zwaarste lasten.
2. Belasting werd verpacht, impopulaire belastinginners, belastingoproeren.
3. Opbrengst was te weinig voor oorlogsvoering -> staatsbankroeten, vaak opgelost door tijdelijke opschorting rentebetaling en een eenzijdige verlaging van de rentevoet. Argument van algemeen dalende rente werd hier dan aangevoerd.

Waarvoor was de Stillstand verantwoordelijk?

- Onderwijs
- Armenzorg
- Kerkelijke discipline
- Antecendenonderzoek vreemdelingen
(politieke en bestuurlijke aangelegenheden met een morele kant)

Hoe was de staat van de Nederlands republiek ontstaan?

De Nederlandse republiek was een geheel nieuwe staat. Deze was voortgekomen uit een langdurige worsteling met de Habsburgse heersers in de Lage Landen.
Nadat er voor de gewesten geen vorst te vinden was, verklaarden deze zich in 1581 souverein(onafhankelijk) en bestuurden zij zelf het land tot aan de komst van de Franse legers in 1581.

Waar was de Stillstand verantwoordelijk voor?

De politieke en bestuurlijke aangelegenheden met een morele kant (onderwijs, armenzorg, kerk, immigranten). Dus betrokkenheid bij het openbaar bestuur.

11. Hoe vindt het bestuur van de Nederlandse Republiek plaats?


De Nedrlandse Republiek kon geen koning vinden en verklaarde zich daarom soeverein: ze besturen zichzelf.
De Statenvergaderingen:
  • regionaal
  • vertegenwoordigers uit:
    • kerk (ontbraken vaak in de Nederlanden: alleen in Utrechtse Staten)
    • adel
    • burgerij (middels stedelijke besturen).


De staatsinrichting van de Republiek had geen goede naam; voor ieder besluit was uitvoerig overleg met de gewesten nodig.

Toch was het al in de 17e eeuw

  • een ongehoord effectieve politieke organisatie
  • met een aanzienlijk vertrouwen van de bevolking.

Dit is te zien aan de omvangrijke staatsleningen met lage rente: dit getuigt van het ondubbelzinnig vertrouwen van de burgers in hun overheid.

22
De rentestand daalde in de 16e eeuw drastisch. Hoe kwam dit?

1. Er kwam meer geld beschikbaar door de expansie van Europa
2. Overheden hadden betere financieel instrumenten ontwikkeld, waardoor het vertrouwen bij de beleggers toenam.

Wat wil zeggen dat het Engelse parlement van meet af aan 'modern' was?


Het parlement was niet samengesteld uit vertegenwoordigers van de standen, maar vormde een afspiegeling van de natie als geheel.

Beschrijf in algemene termen de financiële problemen van nieuwe staten.

Bij oorlogen waren de belastingopbrengsten dikwijls onvoldoende.
16e eeuw regeringen leenden van banken, onder garantstelling belastingopbrengst
Vorsten kondigden vaak 'staatsbankroet' af. Gevolg: opschorting rente of rentedaling
16e eeuw rente 10-15%
1700 4-6%
samen met betere organisatie, wetgeving etc., gingen de staten een groter aandeel verwerven van het nationaal inkomen.
1650 Belastingdruk Holland: 15%
1650 Belastingdruk Frankrijk: 30 dagen

Hoe werd de republiek bestuurd?

De Nederlandse staten vergaderingen waren typerend voor het model, wat elders op het continent ook aangetroffen kon worden.
qua reikwijdte waren ze regionaal.
samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende corporatieve lichamen, zoals de kerk, adel en de steden.
Ook wel standen genoemd, de clerus, de adel, de burgerij.
De burgerij werd vertegenwoordigd door de stedelijke besturen.
In de statenvergaderingen ontbrak de Clerus in de republiek.(behalve in Utrecht)

12. Wat is de kerntaak van de vroegmoderne staat?


Oorlog en de voorbereiding daarvan.
Hier waren de veranderingen immens gedurende de 16e en 17e eeuw.
Zowel in schaal als in reikwijdte verveelvoudigde alle staten hun militaire werkzaamheden.

In deze vroegmoderne tijd is de overheid al de grootste werkgever.
Bij de troepen:
  • toename professionaliteit
  • opkomst van het staande leger (permanent in dienst)
  • huurlingen: specialisten die diensten aanbieden aan de hoogste bieder.


Regeringen zijn voortdurend bezig legeraanvoerders solvabel te houden (kunnen uitbetalen).
Anders dreigt er:
  • muiterij
  • plundering
  • weer prijsgeven van belangrijke veroveringen

05
Op wat was de rol van de burgerij in dit nieuwe systeem?

Ze kreeg veel meer kansen. Ambtenaren uit de burgerij waren ook betrouwbaarder dan magnaten die de vorst als gelijke zagen.

13. Waardoor namen staatsbudgetten toe en wat waren hiervan de gevolgen?


Toename van staatsbudgetten door:
  • vorming van staande legers
  • kostbare bewapening
  • voortdurende uitbreiding
  • defensiewerken.

Gevolg van deze budgettoename: verhoging van de belastingen.
In de 16e eeuw komen er permanente belastingen, ipv bedes van vorsten.
Er zijn twee types belastingen:
  1. heffingen op onroerend goed
  2. heffingen op consumptie (accijnzen)


De belastingen worden opgehaald door belastingpachters.
Er vinden regelmatig belastingoproeren plaats gericht tegen:
  • ondoorzichtige praktijken van de belastingpachters
  • sociaal onrechtvaardige lastenverdeling


Engeland is het eerste land met een nationale bureaucratie met als taak belastingen te innen (dus niet meer met belastingpachters)

05
Naast dat er duidelijk te zien is dat er steeds meer mensen als ambtenaar werden betaald is er nog een aanwijzing dat het staatsbestel veranderen, welke?

Er ws een enorme groei in papier: wette, ordonnanties, voorschriften. Eerst alleen voor de steden, maar ook steeds meer voor het platteland. Eerst veel verboden, maar later ook aanwijzingen hoe je je hoorde te gedragen.

De gewestelijke Statenvergaderingen in de Republiek stuurden vertegenwoordigers naar de Staten-Generaal. Daarin had elk gewest aantal stemmen naar rato van de omvang van dat gewest.
Juist of onjuist?

onjuist. elk gewest had formeel een stem, ongeacht de omvang van het gewest. Informeel lagen de verhoudingen natuurlijk anders.

14. Hoe ging een land in tijden van oorlog met de financien om?


In tijden van oorlog:
  • belastinggeld is niet voldoende
  • regeringen moeten lenen
    • de koning staat garant
    • onderpand is bijvoorbeeld de opbrengst van een bepaalde belasting
  • dit zijn riskante leningen: regelmatig staatsbankroet.

Johan Huizinga noemde de staatsinrichting een gewrocht, omdat voor elk besluit van de Staten-Generaal uitvoerig overleg met de gewesten nodig was.
Juist of onjuist?

juist

Engeland had weinig te duchten van de bedreigingen van de continentale staten en wapenwedloop doordat het een eiland is.
Wat was het gevolg hiervan voor de bestuurscultuur?

Deze was nogal ouderwets bij het begin van de 17e eeuw.

15. Wat betekent een staatsbankroet voor een staat?


Het betekent NIET: volledig schrappen van de schuld.
Maar:

  • tijdelijke opschorting van de rentebetalingen
  • eenzijdige verlaging van de rentevoet (in heel Europa daalde de rentestand voortdurend)

De Republiek was in de 17e eeuw een zeer effectieve politiek organisatie, omdat zij zich vrijwel uitsluiten met de buitenlandse politiek bemoeide. Dit is af te lezen aan de omvang en de resultaten van het militaire apparaat en het feit dat omvangrijke staatsleningen tegen een zeer lage rente werden geleend.
juist of onjuist?

juist

16. Ten gevolg van welke ontwikkelingen daalde de rentevoet in Europa voortdurend?

  1. Er kwam meer kapitaal beschikbaar ten gevolge van economische expansie in Europa
    1. transparantie van het overheidsapparaat
    2. indruk dat men invloed op de overheid kan uitoefenen
  2. Overheden ontwikkelden betere financiele instrumenten waardoor vertrouwen bij beleggers toenam:

14
Waarom was de Republiek een ongehoord effectieve politieke organisatie?

-De Staten- Generaal hield zich vrijwel uitsluitend met buitenlandse politiek bezig.
-Het militaire apparaat was zonder meer indrukwekkend.
-De overwinning van de opstandige gewesten op de Spaanse koning die de leiding had over de belangrijkste mogendheid in Europa.
-In de 17e eeuw hield de Republiek zich staande in verschillende zeeoorlogen tegen de Engelsen en Landoorlogen tegen de Fransen.
- De Republiek was veel kleiner dan de tegenstanders, maar de door de gedecentraliseerde structuur, kon de Republiek een enorme veerkracht ontwikkelen.

Wat was in de vroegmoderne staat de kernactiviteit?

Oorlog en de voorbereiding daarvan.
In schaal als in reikwijdte, verveelvoudigden de vroegmoderne staten hun militaire werkzaamheden.
De overheid was door talloze matrozen en soldaten de grootste werkgever.
Door de uitbreiding van de legers, nam ook hun professionaliteit toe.
Vanaf 1500 zijn troepen permanent in dienst.

15
Welk economisch succes had de nieuwe staat De Nederlanden?

goedkope leningen van de bevolking 4% rente

De legers werden betaald uit belasting geld. Dit om soldij te voorkomen.
Wat voor belastingen werden geheven?

De meeste overheden vertrouwden op een combinatie van twee typen belastingen.
- Heffingen op onroerend goed.
-Heffingen op consumptie.

Van inkomstenbelasting was nog geen sprake,.
Door het heffen van accijnzen, verbruiksbelastingen, was de belastingdruk oneerlijk, de zwakste schouders, droegen de zwaarste lasten.
De belastingpachters, die zelf ook winst wilden maken, waren niet populair en gingen niet netjes te werk bij het innen.

Wat deed een regering om in geval van bv uitbreken oorlog aan genoeg geld voor het financieren van de oorlog te komen?

Het fiscale systeem was in dit soort gevallen niet voldoende, er moest dan geld geleend worden door de regering. In de 16e eeuw, leenden ze van bankiers. De koning stond garant en gaf als onderpand de opbrengst van bepaalde belastingen.
Dit was riskant want regelmatig kondigde vorsten een staatsbankroet af.
bv Filips II in 1557.
Een Staatsbankroet betekende niet dat de schuld werd geschrapt, meestal werden de rentebetalingen opgeschort en een eenzijdige verlaging van de rentevoet.
De rentestand daalde voortdurend vanaf de 15e eeuw.

Uit welke personen waren de Statenvergaderingen in de Republiek samengesteld?

Vertegenwoordigers van kerk, adel en steden oftewel clerus, adel en burgerij. Het waren steeds instellingen die deze groepen vertegenwoordigden.
Meestal alleen adel en besturen van steden.

13
Wat was het probleem in 1582 voor Utrecht, door de reformatie?

De kapittels werden geseculeerd. In 1618 kwam er een compromis. beide partijen, de adel en de stad Utrecht kregen ieder de helft van de stemmen in het Lid der gekozenen.
In andere gewesten, deelden de adel en de besturen van de stemhebbende steden de macht in de Statenvergadering.

Wat zijn de twee ontwikkelingen die voor een verlaging van de rente zorgde?

-Door de economische expansie van Europa was er meer kapitaal beschikbaar.
-De overheden hadden betere financiële instrumenten ontwikkeld, waardoor bij beleggers het vertrouwen toenam.
oa transparantie van het overheid apparaat en het idee dat daar invloed op uit geoefend kon worden.

Clerus ontbrak in de meeste statenvergaderingen. Hoe was de vertegenwoordiging van de clerus in de Staten van Utrecht?

De vijf kapittelkerken vormden samen het Lid der Geëligeerden. Probleem toen in 1582 de Reformatie werd ingevoerd en de kapittels geseculariseerd. Na veel gedoe kregen beide partijen de helft van de stemmen in lid der Geëligeerden.

21
Welke belastingen kende met in het ancien regime?

onroerendgoedbelasting
directe belasting op consumptiegoederen (accijnzen)

Hoe wijzen de ontwikkelingen op het sterker doordringen van de overheid in het dagelijks leven van de gemiddelde Europeaan in de loop van de 16e en 17e eeuw?

Overheden slaagden er effectiever in om zich te organiseren en een groter aandeel te verwerven van het nationaal inkomen.
Ook de wetgeving op gebied van religie, moraal, onderwijs, sociale voorzieningen en het economisch leven en de groei van het aantal ambtenaren wijzen hierop.

Wie zaten in de Republiek in de Staten-Generaal?

Vertegenwoordigers van de gewestelijke Statenvergaderingen. Elk gewest had één stem.
Dit één stem gold ook in de gewesten voor de steden.

Hoe noemde Johan Huizinga de staatsinrichting van de Republiek?

Een 'staatsgewrocht'. Voor elk besluit van de Staten-Generaal moest overlegd worden met de gewesten.

Wetten veranderden van inhoud: meer toegespitste op onderdelen van het dagelijks leven, vaker voor het hele gebied (ipv alleen voor stedelingen), van verbodsbepalingen naar gebodsbepalingen, gerechtvaardigd met een beroep op God ipv het algemeen nut.
Juist of onjuist?

Onjuist; er werd juist steeds vaker een beroep gedaan op het algemeen belang (gemeine Nutz) dan op God, vanaf de 17e eeuw.

Op welke typen belasting vertrouwden de meeste overheden?

1. Heffingen op onroerend goed
2. Heffingen op consumptie.

Geen enkele vroegmoderne staat kende een geregelde inkomstenbelasting.

01
De hervormingen en modernisering van het openbaar bestuur werden zichtbaar in de organisatie daarvan. Noem enkele hervormingen.

  • De belangrijkste was de scheiding tussen regering en koninklijk huishouden
  • belastingheffing ipv gelden uit eigen zak van de vorst
  • meer diensten en instellingen, vooral in oorlogstijd
  • de werkwijze van diensten en instellingen veranderde

Wat was in kwantitatieve termen het meest indrukwekkende van de vroegmoderne staat?

Wat we als hun kernactiviteit kunnen beschouwen: oorlog en de voorbereiding daarvan.

Hoe werden oorlogen gefinancierd?

1. Belastinginkomsten
2. Leningen (bankiers)

Wat gebeurde met de legers in de 16e en 17e eeuw?

De veranderingen waren immens: Ze werden steeds groter en professioneler, wat veel training vergde. Resultaat van de professionaliteit was het ontstaan van een staand leger.

04
De gedachte leefde dat door verandering van de werkwijze van diensten en instellingen van de vorst de burgerij haar opmars in de samenleving heeft gemaakt ten koste van de adel, de traditionele elite. Deze gedachte is gebaseerd op twee misverstanden.

  1. De adel is niet statisch. In de vroegmoderne periode werden burgers opgenomen in de adel, met uitzondering in de Nederlandse gewesten. (eind 1700 was de adel dan ook bijna uitgestorven).
  2. Een hoge positie in het bestuursapparaat betekende bijna altijd de adelstand.

Wie rekruteerden het leger en hoe ging dat?

Officieren die een vaste som kregen uitgekeerde voor de leverantie van een eenheid.

Wat wordt door sociaal-historici stelselmatig genegeerd?

Het feit dat de overheid de grootste werkgever was door de talloze soldaten en matrozen.

Geef twee verklaringen voor de daling van de rentestand in Europa vanaf 1500

1. Door economische expansie Europa kwam meer kapitaal beschikbaar
2. Meer vertrouwen beleggers omdat overheid betere financiële instrumenten ontwikkelde. (Transparantie overheidsapparaat en indruk dat men daar invloed op kon hebben)

20
Wat demonstreerden de sterk groeiende staatsschulden en een dalende rentevoet?

Overheden wisten zich steeds beter te organiseren en een groter aandeel te verwerven in het nationaal inkomen

Hoe ging het met de staatsbudgetten in 16e en 17e eeuw?

Die namen zeer snel toe door alle kosten van een staand leger, uitrusting en verdedigingswerken. Vaak te weinig geld om de troepen te betalen.

04
Wat zijn de twee misverstanden waardoor de ambtenaar van burgerlijke afkomst betrouwbaarder werd gezien dan de magnaten (machtig edelman)?

- De adel zou een statische klasse zijn. Dat was zij echter niet, er werden vaak burgers opgenomen in de adel.

- De gevolgen van een ambtelijke loopbaan. Wie in de 16e en 17e eeuw steeg op de ladder van het bestuursapparaat van een Europees vorst, werd bijna altijd in de adelstand verheven en kon zo ook een vrouw van adelijke afkomst huwen.

Wat was soms het gevolg van het niet betalen van de soldaten?

Ze gaven soms veroveringen prijs, gingen muiten of bezetten bv. Antwerpen in 1574 op zoek naar geld, gingen pas weg nadat kooplieden 1 miljoen gulden hadden uitgekeerd. Of in 1576 verloren veel Antwerpenaren hun leven door muitende troepen.

Hoe kwamen de regeringen aan geld?

Door permanente belastingen vanaf de 16e eeuw.: Heffingen op onroerend goed en op consumptie. Er was geen inkomstenbelasting.  Belastingdruk voor de bevolking was hoog en nam sterk toe en was ongelijk verdeeld door de verbruiksbelastingen (accijnzen).

22
Vanaf de 15e eeuw was er sprake van een daling van de rentestand door 2 ontwikkelingen.
1. Door de economische expansie van Europa was er meer kapitaal beschikbaar.
2. Overheden ontwikkelde betere financiele producten, waardoor het vertrouwen van beleggers toenam. Meet transparantie van het overheidsapparaat en de indruk dat men daarop enige invloed kon uitoefenen.
Juist of onjuist?

Juist

20
Waarom bezetten duizenden Spaanse soldaten Antwerpen in 1574?

Zij waren op zoek naar soldij en genoegdoening

Wat deden landen als de inkomsten uit belastingen niet genoeg waren om het leger in stand te houden?

Lenen bij bankiers. De koning stond garant en gaf onderpand.
Riskant voor de geldschieters. Vaak werd een bankroet afgekondigd.
Bv Filips II in 1557 waarvan de bankiers de Fuggers uit Augsburg nooit meer helemaal herstelden.

Werd bij een bankroet de staatsschuld volledig geschrapt?

De gevolgen bleven meestal beperkt tot een tijdelijke opschorting van de rentebetalingen en een eenzijdige verlaging van de rentevoet.

21
De toenemende vraag naar staatsbudgetten leidde in de 16e eeuw tot permanente belastingen. De standen keurde alleen de veranderingen nog goed. Er waren heffingen op onroerende goed en heffingen op consumptie.
Juist of onjuist?

Juist

De rente daalde in heel Europa vanaf de 15e eeuw, van 10-15% naar 5 - 6% in 1700.
Welke twee ontwikkelingen lagen hieraan ten grondslag?

  1. Er was meer kapitaal beschikbaar door de economische expansie van Europa.
  2. Overheden hadden betere financiële instrumenten ontwikkeld waardoor bij beleggers het vertrouwen toenam.

21
De belastingdruk was zeer ongelijk verdeeld. Geregeld braken belastingenoproeren uit, gericht tegen  de ondoorzichtige praktijken van pachters en de sociaal onrechtvaardige lastenverdeling.
Juist of onjuist?

Juist

17
Hoe werden de oorlogen in de vroegmoderne staat gefinancierd?

Door belastingen te heffen en door staatsleningen

Waar wijzen de effectievere organisatie, toenemende wetgeving en de groei van het aantal ambtenaren op?

In het sterker doordringen van de overheid in het dagelijkse leven van de gemiddelde Europeaan.

06
Het Duitse hertogdom wurttemberg kende in de 16e eeuw 6 regeringsraden: de kanselarij, hooggerechtshof, domeinraad (rentkammer), kerkelijke Raad (kirchenrat), oorlogsraad en geheime raad.
juist of onjuist?

juist

10
De best ontwikkelde parlementaire stelsels zoals de republiek en engeland betaalden de hoogste rente.
Juist of onjuist?

Onjuist. Zij betaalden juist de laagste rente.

19
Vanaf 1500 ontstonden meer staande, permanente legers. Professionaliteit en nieuwe artillerie en handwapens vroegen langdurige training.
Juist of onjuist?

Juist

21
Naast de belastinginkomsten werd er ook geleend door vorsten. Koningen stonden garant, of gaven een onderpand af, bijv een toekomstige belasting opbrengst. Staten konden niet bankroet gaan.
Juist of onjuist?

Onjuist. vorsten kondigden geregeld een staatsbankroet af.

21
Een staatsbankroet betekende niet dat de staatsschuld volledig werd geschrapt. Het leidde tot tijdelijke opschorting van rente betalingen en een eenzijdige verlaging van de rentevoet.
Juist of onjuist?

Juist

03
rond 1600 werden ook de relaties tussen vorst en dienaren formeler.
De benoemingsbrief voor de kanselier van Wurttemberg kende een clausule voor uitkering bij ziekte en een opzegtermijn van 6 maanden.
Juist of onjuist

onjuist, opzegtermijn was 3 maanden

19
De rekrutering van legers was in handen van officieren die een vaste som kregen uitgekeerd voor de leverantie van een eenheid. In dit systeem bestond een zekere tendens om met de aantallen te smokkelen.
Juist of onjuist?

Juist

09
Engeland was al vanaf 1066 in sterke mate gecentraliseerd. aan de autoriteit van de Vorst werden in de Magna Carta (1215) grenzen gesteld en het Parliament kwam in 1295 voor het eerst bijeen. Pas na de Glorious Revolution (1688/1689) werd de verhouding tussen kroon en volksvertegenwoordiging beslecht in het voordeel van de kroon.
Juist of onjuist?

Onjuist, verhouding werd beslecht in het voordeel van de volksvertegenwoordiging.

21
Engeland was het eerste land waar, nog voor de glorious revolution, een nationale bureaucratie ontstond die tot taak had de belastingen te innen
Juist of onjuist?

Onjuist. Deze bureaucratie ontstond in de decennia na de glorious revolution.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo