Bevolking, economie en sociale verhoudingen - Verklaringen voor de 'tweede feodaliteit

17 belangrijke vragen over Bevolking, economie en sociale verhoudingen - Verklaringen voor de 'tweede feodaliteit

Waaruit verklaarde de slavist J. Blum de opkomst van het lijfeigenschap?

Uit politieke factoren. Cruciale betekenis voor de rol van de adellijke landheren.

1. In het debat over het waarom van de grote verschillen tussen Oost- en West-Europa en met name voor het ontstaan van de 'tweede feodaliteit' vormen twee oudere opstellen nog steeds het uitgangspunt. Van wie en wat is hun opstelling?

  1. J. Blum (slavist) verklaarde de opkomst van het lijfeigenschap hoofdzakelijk uit politieke factoren
  2. B.H. Slicher van Bath (agrarisch historicus) verklaarde de opkomst van het lijfeigenschap met name vanuit een economisch oogpunt.

Wat veroorzaakten in Oost-Europa de positie van het gezag?

Oorlogen en onderlinge dynastieke rivaliteiten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke historicus schreef over Russisch lijfeigenschap?

S.L. Hoch

Wat is de theorie van Samsonowicz en Maczak voor het ontstaan van de 2e feodaliteit?

in de loop van de 18e eeuw werd de binnenlandse vraag weer gestimuleerd door de groeiende bevolking, sterkere urbanisatie en de consumptieve vraag van de regionale elites.

Samsonowicz en Maczak wijzen daarbij nog op de versterking van  de centrum-periferieverhoudingen binnen centraal en oosteuropa. Dit leverde meer diversiteit op in lijfeigenschap.

3. Welke positieve elementen van de afhankelijkheid van boerenfamilies en dorpsgemeenschappen ten opzichte van machtige adellijke families werden door andere auteurs naar voren gebracht?

  • Bescherming
  • gegarandeerde toegang tot agrarisch land

zorgden voor een veilige plaats in een onrustige samenleving

Wie schreef over het verband tussen graanprijzen, graanexport en uitbreiding van de lijfeigenschap?

B.H. Slicher van Bath

Wat is een verklaring voor het ontstaan van een tweede feodaliteit?

Een mogelijke verklaring van de tweede feodaliteit is dat In Oost-Europa de landbouw kwalitatief slecht is, er relatief weinig werkenden zijn en er veel geld nodig is (oorlogen). Hiervoor zijn twee oplossingen: productieverhoging (maar de graanprijs is laag dus dit is niet zo zinvol) of kostenvermindering door meer arbeidsdiensten.

4. Welke relatie wordt door Slicher van Bath genuanceerd?


De relatie tussen enerzijds de graanprijzen en de graanexport en anderzijds de lijfeigenschap.
Volgens Slicher van Bath is de graanexport slechts van beperkte omvang.
Daarnaast ontwikkelde zich ook in gebieden zonder graanexport lijfeigenschap.

  1. Hoewel de binnenlandse markt niet groot genoeg was om de grote graanexport te compenseren.
  2. De binnenlandse vraag nam af omdat steeds meer mensen door uitbreiding van de domeinen en de toename van lijfeigenschap gedwongen werden betalingen en diensten in nature te leveren.

Wat betwijfelt Slicher van Bath t.a.v. Rusland, Hongarije en Bohemen?

Of de vraag van de binnenlandse markt omvangrijk genoeg was om het ontbreken van een grote graanexport te compenseren.

Op welke 2 manieren werd de tweede feodaliteit verklaard? (Blum en Slichter Bath)

Er zijn twee meningen:
1. Blum: het ging om politieke factoren. Rol van de adellijke landheren. oorlogen verzwakte het gezag en zo kon de adel de macht houden. Ze hadden veel juridische macht. Beren families genoten ook bescherming. Veilige plaats in een onrustige samenleving
2. Sicher van Bath: relatie met de graanprijzen en lijfeigenschap. Oosten moest concurrent met het Westen. Maar ze hadden lage arbeidsparticipatie (adel en geestelijken werken niet). Dus aren de kosten van het land moeilijk op te brengen. Dus: productie verhogen of kosten verminderen. Door intensivering en uitbreiding van arbeidsdiensten was het aantrekkelijkst.

Van welke twee kanten benaderde Slicher van Bath de 'tweede feodaliteit?'

Concurrentie op politiek en militair vlak met West-Europese staten, waardoor hoog uitgavenniveau en belastingdruk ontstonden.
Een groot deel van de bevolking in Oost-Europa was niet economisch actief: adel en geestelijkheid.

Welke twee uitwegen stonden open voor het probleem van de lage kwalitatieve ontwikkeling van de landbouw in Oost-Europa?

Productieverhoging/Kostenvermindering

Welke twee uitwegen waren er voor het probleem van hoge belasting van de economie en vooral de landbouw?

-Productie verhoging en kostenvermindering.
-Door lage graanprijzen 14e en 15e eeuw en 1650-1750 was productieverhoging geen goede oplossing. Intensivering van arbeidsdiensten was aantrekkelijker.

6. Was de lijfeigene in Oost-Europa veel slechter af dan de West-Europese boer?


Brenner: lijfeigenschap is uitbuiting en intensieve exploitatie van arbeidskracht.

Voor een aantal latere auteurs (Bush, Hagen en Hoch) wegen de bescherming en de patriarchale sociale relaties in de lokale samenleving hier wel tegenop.
Geldt overigens alleen voor Russische en Poolse ontwikkelingen, andere boeren (bijvoorbeeld op de Balkan) genoten weinig bescherming door lokale, meestal ambtelijke of militaire, heren.

Wat schrijf SL Hoch over het lijfeigenschap (russisch)?

hij benadrukt de positieve elementen, de bescherming en de door het lijfeigenschap gegarandeerde toegang tot agrarisch land.

Wat is de theorie van Slicher van Bath?

door een hoog collectief uitgavenniveau, en een hoge belastingdruk, relatief groot deel van de bevolking niet productief (adel en kerk), lage kwalitatieve ontwikkeling van de landbouw, ontstond probleem.
twee oplossingsrichtingen: productieverhoging of kostenvermindering -> kostenvermindering door arbeidsdiensten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo