Bevolking, economie en sociale verhoudingen - Bevolking - De bevokingsconcentraties

74 belangrijke vragen over Bevolking, economie en sociale verhoudingen - Bevolking - De bevokingsconcentraties

Hoe was de bevolking verdeeld in Europa aan het begin van Ancien Regime?

Meesten leefden op het platteland . Noorden van Italië en Nederlanden waren het dichtst bevolkt.

Waar leefden de meeste mensen omstreeks 1600 in Europa?

De meeste mensen leefden op het platteland. De graad van verstedelijking was laag.
In Nederland en Noord Italië was de bevolkingsdichtheid het grootst door verstedelijkte gebieden.

1. Hoe is de bevolkingsdichtheid van Europa omstreeks 1600 te omschrijven?


Europa was een leeg gebied met gemiddeld slechts 20 tot 30 personen per km2.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

1. Hoe veel personen per km2 bewoonden Europa omstreeks 1600?
2. Hoe veel personen per km2 bewoonden verstedelijkte gebieden van de Nederlanden (Vlaanderen, Brabant en Holland) en Noord-Italië omstreeks 1600?

1. Twintig tot dertig personen per km2
2. Meer dan veertig personen per km2

Hoe is de groei van aantal steden met honderdduizend inwoners of meer na 1600 en 1800?


In 1600 waren het er negen en na 1800 was er sprake van een verdubbeling.

2. Waar was omstreeks 1600 de bevolkingsdichtheid het hoogst?


In de verstedelijkte gebieden van

  • Noord-Italie
  • de Nederlanden: Vlaanderen, Brabant en Holland

Gemiddeld 40 personen per km2

Hoe was de ontwikkeling van de concentratie van de bevolking in de steden van Europa

In de meeste Europese regio's nam tussen 1550 en 1650 de concentratie van de bevolking toe en vervolgens tot 1750 weer af. In het Middellandse Zeegebied vroeger toename en al eerder afname. In Oost-Europa steden kleiner (behalve door overheid begunstigde Moskou en St. Petersburg) en pas later vertraging in verstedelijking (maar slecht gedocumenteerd!)

In welke gebieden was de bevolkingsdichtheid het grootst in Europa rond 1600?

In Noord-Italië en de Nederlanden, gemiddeld meer dan 40 personen per km² . (landelijk gem 20 personen per km)

Welke steden waren het grootste omstreeks 1500?

Constantinopel, Napels, Venetië, Parijs, Milaan. Bijna allemaal in het middellandse zee bekken.

Hoe verliep de bevolkingsgroei in de verschillende delen van Europa?

Centraal Europa met Praag, Warschau en Lubeck vormden een overgangspositie. Steden op de lijn Italie-Nederland groeiden het hardst met uitzondering van Constantinopel. Londen en Parijs haalden Constantinopel in tegen 1800.
Oost-Europe liep achter, behalve Moskou en St. Petersburg. Dit kwam omdat de meeste steden geen speciale juridische status hadden.

Hoeveel mensen woonden begin zestiende eeuw in een stad met meer dan 10.000 inwoners?

Heel weinig. Volgens J. De Vries minder dan zes procent.

3. Waar woonde de Europese bevolking met name?


Vooral op het platteland in dorpen; de graad van verstedelijking was laag.
In de nabijheid van de verstedelijkte centra was ook de bevolkingsdichtheid op het platteland het hoogst.

Samenvattend mbt bevolkingsconcentraties in het ancien régime.

  • Stedelijke gebieden in Zuid-Europa (waaronder Noord-Italie en Constantinopel) groeiden vooral in 15e en 16e eeuw
  • Overige commerciele urbane regio's: Parijs, de Nederlanden en vooral Londen, groeiden vooral in de 17e en 18e eeuw
  • Europese gebieden met een sterke staatsvorming groeiden eveneens vooral in de 17e en 18e eeuw

Welke agrarische gebieden waren over het algemeen het hoogst bevolkt?

De gebieden in de buurt van verstedelijkte centra (in de buurt van de Noordzee, Atlantische kust, Middellandse-Zee en in de valleien van grote rivieren).

Hoeveel mensen woonden rond 1800 in een stad met meer dan 10.000 inwoners?

Tien procent, maar in sommige regio's lag dit al vroeg hoger zoals in Italië en de Nederlanden (in 1500 12,4 resp. 18,5% en in 1800 14,3 en 23,0%).

Waar leefde het gros van de bevolking?

Deze leefde in dorpen, omringd door akkers, weilanden en bossen, waarvan vaak een deel gemeenschappelijk was.

Waar vond men relatief sterk bevolkte agrarische gebieden?

In de nabijheid van stedelijke centra. In de vlaktes van de Adriatische kust, de Noordzee, de Middellandse Zee, en in de valleien van de grote rivieren (Rijn, Donau, Elbe, Oder, Rhône, Weichsel, Dnjesper).

Wat is een oppida (Hongarije)?

Een grote beschermde boerenwoonplaats met 500-600 inwoners. Dit om de inwoners te beschermen tegen oorlogen.

5. Het nederzettingenpatroon in Europa kende in de 16e eeuw bijzonder grote regionale variatie. Beschrijf dit patroon.


Centraal- en Oost-Europa:
  • vele, tamelijk recent gevormde, kleine dorpjes met 70 tot 120 inwoners
  • door Duitse kolonisten gevormde grotere dorpen
  • op de Balkan in Servie kleine dorpen van 8 tot 20 huishoudens (tot 13 personen): tussen 100 en 250 inwoners
  • in Hongarije verenigde men zich om veiligheidsredenen (ivm oorlogen) in oppida, omvangrijke en beschermde boerenwoonplaatsen met 500 tot 600 inwoners


West-Europa:
  • grotere dorpen (30 tot 40 huishoudens) maar kleinere huishoudens: 200 tot 300 inwoners
  • aan de Middellandse Zee concentratie van agrarische bevolking in grotere dorpen en stadjes (na ontvolking van gehuchten in 14e en 15e eeuw)

Waar bevonden zich de relatief meest bevolkte agrarische gebieden in Europa omstreeks 1600?

De vlaktes in het Middellandse Zeegebied, Noordzeegebied, Atlantische kust en in de valleien van grote rivieren: Rijn, Donau, Elbe, Oder, Rhöne, Weichsel, Dnjester.

Hoe ontstond de groei van deze steden?

Een succesvol staatsvormingsproces.
De steden waren door de handelsconjectuur commerciële centra geworden en dat zorgde voor demografische groei van kleine regionale marktsteden en grotere steden zoals bv Marseille en Amsterdam.

Hoe groot waren de nederzettingen in Centraal- en Oost-Europa in de zestiende eeuw?

Er waren vele dorpjes met acht tot tien huishoudens. Zo'n zestig tot tweehonderd personen.
Daarnaast grotere dorpen bevolkt door Duitse kolonisten.

6. Ook de urbanisatiegraad kende tussen 1500 en 1800 regionale variatie. Beschrijf.


Oost-Europa:
  • lage urbanisatiegraad
  • relatief veel marktcentra met slechts 1000 inwoners


Centraal-Europa:
  • vormt een overgangszone tussen Oost en West
  • grote steden zoals Praag, Warschau, Dantzig, Lübeck en Dubrovnik
  • steden zijn vaak hoofdsteden of administratieve centra van een grotere of kleinere territoriale eenheid


West- en Zuid-Europa
  • meer grotere plaatsen dan in Oost en Noord
  • vooral meer steden met 10.000 tot 30.000 inwoners

Hoe was de urbanisatiegraad in deze gebieden?
1. West-Europa
3. Centraal Europa
2. Oost-Europa

1. Veel steden
2. Overgangsgebied (een paar steden)
3. Weinig steden

Beschrijf demografische verschillen tussen steden in de 17e en 18e eeuw

1. Hoofdsteden: groei afhankelijk van staatsvormingsproces (belastingen)
2. Commerciele centra, marktcentra, + Marseille + Amsterdam: groei verbonden aan handelsconjunctuur
Combinatie van 1+2: Londen, Venetie, Parijs, Napels, Constantinopel

Grote steden konden zich alleen ontwikkelen in een regio waar voortdurende bevolkingsgroei plaatsvond + weinig juridische drempels voor verplaatsing-> elastisch aanbod van mensen.

Hoe groot waren de nederzettingen op de Balkan?

In Servië kleine dorpen van acht tot twintig huishoudens met zon'n dertien personen bestaande meerdere generaties per huis.

7. Beschrijf de graad van verstedelijking in Europa 1500-1800.


Oost-Europa:
  • tot 1700 een geleidelijke toename
  • na 1700 snellere toename vergeleken met rest Europa


Centraal-Europa:
  • tot 1700 toename
  • na 1700 stabilisatie


Noordwest-Europa:
  • tot 1600 toename
  • na 1600 sterkere toename dan in de rest van Europa


Middellandse Zeegebied:
  • tot 1600 snelle toename
  • na 1600 daling
  • na 1700 kleine stijging maar niet meer tot het niveau van 1600



Zie ook mindmap

Wat kan worden aangeduid als 'centrale lijn' door Europa als het gaat verstedelijking?

Dit waren verstedelijkte centrale gebieden rondom rivieren. Deze 'centrale lijn' strekte zich uit van Italië, Zuid- en Midden-Duitsland tot in de Nederlanden en via het Kanaal ook naar Zuid-Engeland.

Hoe kwamen deze grote urbane centra aan voedsel?

De grote urbane centra waren afhankelijk van het achterland voor de voedselvoorziening.

Hoe groot waren de dorpen in West-Europa?

Dertig tot veertig huishoudens, maar met minder personen per huis. Zo'n tweehonderd tot driehonderd personen per dorp.

8. Beschrijf de afstanden tussen steden tijdens het ancien régime in Europa.

  • De afstanden waren groot
  • De afstanden werden groter naarmate men zich verder verwijderde van de as Noord-Italië - Nederlanden
  • Op deze centrale lijn lagen ook de voornaamste Europese stedelijke centra, Constantinopel uitgezonderd

Waren er in Oost Europa ook grote steden?

Aan het eind van de 18e eeuw steeg de bevolkingsgroei van Moskou en St Petersburg door begunstiging van de centrale overheid aan deze steden.

De overige steden waren vooral administratieve centra. De kerk of lokale heer domineerden. Niet de stedelijke gilden of ambachtelijke of commerciële middenklasse.

Steden waren vaak eigendom van de kerk of prinselijk eigendom.Hierdoor was er controle over politieke en militaire ontwikkelingen en over de interregionale handel.

9. Welke grote steden bestonden er in Europa rond 1500?

  • Constantinopel 400.000
  • Milaan 100.000
  • Napels 150.000
  • Parijs 100.000
  • Venetie 100.000

Hoe zat het met de gehuchten in mediterraan Europa?

Ze raakten in de 14e en 15e eeuw ontvolkt; de agrarische bevolking concentreerde zich al vroeg in grotere dorpen en stadjes.

Tussen welke twee gebieden lagen bijna alle grote steden? (Constantinopel uitgezonderd)

Noord-Italië en de Nederlanden.

Noem vier steden die tussen 1500 en 1600 meer 100.000 inwoners verkregen


Amsterdam, Berlijn, Wenen en Moskou

Waarin verenigden de bewoners van (het door oorlog geplaagde) Hongarije zich?

In Oppida, omvangrijke en beschermde boerenwoonplaatsen met 500 tot 600 inwoners.

Hoe was de ontwikkeling van de steden in Oost Europa?

rond 1500 was er een trage groei in de steden, zoals Moskou, Smolensk. Aan deze groei kwam een einde tijdens de regering van Ivan de verschrikkelijke(1533-1584) en de daaropvolgende Tijd van Troebelen (1598-1613). Dit bracht politieke en militaire onrust met ontvolking van veel regio's tot gevolg. In sommige steden wordt een bevolkingsvermindering van 80-90% gemeld.
In de loop van de 17e eeuw hersteld het Oosten van Europa zich en daarmee ook de economie en de stedelijke groei.

10. Welke grote steden bestonden er in Europa rond 1800?

Het merendeel nog steeds in het Middellandse Zeebekken

Maar nu ook plaatsen als:
  • Amsterdam
  • Berlijn
  • Wenen
  • Moskou

Vergelijkbaar met Constantinopel (800.000)
  • Londen 865.000
  • Parijs 581.000

Hoeveel steden met honderdduizend inwoners of meer waren er in:
1. 1500
2. 1600
3. 1800

1. Vijf
2. Negen
3. Achttien

11. Verklaar waarom de hoofdstedelijke groei in de 17e en 18e eeuw een afgeleide was van het succes van het staatsvormingsproces.

  • Centraal geleide staten
  • hoofdsteden waren de administratieve centra
  • vanuit de regio werd er belasting geïnd
  • belasting werd besteed aan infrastructuur en luxe

De hoofdstedelijke groei (17e en 18e eeuw) was een afgeleide van het succes van het staatsvormingsproces. Waarom?

via de belastingen kwam het surplus van een uitgestrekte regio terecht in de hoofdstedelijke, administratieve centra. dit werd ten dele aan infrastructuur en ten dele aan luxe besteed.

Hoe ontwikkelt de urbane groei in Parijs en Amsterdam, Londen en de Europese gebieden met een sterke staatsvorming?

Deze steden en gebieden vertoonden ook een urbane groei in de 17e en 18e eeuw.

Wat gebeurde met de concentratie van bevolking in grote steden tussen 1500 en 1800?

Ze nam in de meeste regio's tussen 1550 en 1650 toe en nam tot 1750 weer af.
In West-Europa groeide de stedelijke bevolking na 1600 sterker dan in de rest van Europa.

12. Welke stedelijke groei was verbonden met de handelsconjunctuur?


Die van:
  • commerciële centra
  • kleine regionale marktsteden
  • grote steden als Marseille en Amsterdam

Welke drie soorten steden konden erg groot worden?

1. Hoofdsteden, de administratieve centra van centraal geleide staten. De surplus van de regio kwam via de belasting binnen en werd deels aan infrastructuur en deels aan luxe uitgegeven.
2. Handelssteden/commerciële centra zoals Amsterdam en Marseille.
3. Steden met een omvangrijke nijverheidssector.

Na 1600 groeide de stedelijke bevolking in West-Europa sterker dan in overige delen van Europa. In de 18e eeuw versnelde het tempo in het algemeen, behalve in Oost-Europa.
Juist of onjuist

onjuist, het tempo vertraagde juist, behalve in Oost-Europa.

Op en rond welke lijn lagen de voornaamste steden?

De lijn Noord-Italië - Nederlanden. Overwegend dicht bij rivieren. Tot in zuidelijk Engeland.

Hoe groot was het achterland van de grote steden van eind 16e eeuw, waar ze afhankelijk van waren voor hun voedselvoorziening?

130.000 tot 260.000 km2

13. Welke steden groeiden vanwege zowel het hoofdstad zijn als de handelsconjunctuur?


Deze steden combineerden beide factoren met een omvangrijke nijverheidssector.
Dit waren zoal:
  • Londen
  • Venetië
  • Parijs
  • Napels
  • Constantinopel

Welke vijf steden waren rond 1500 extreem groot (100.000 of meer inwoners)?

Constantinopel, Milaan, Napels, Venetië en Parijs.

14. Waarom lagen de grote urbane steden rond 1700 verspreid over het Europese continent?

Omdat zij voor hun voedselvoorziening afhankelijk waren van een groot achterland.

In de 18e eeuw was er voor steden zoals Londen, Venetië, Parijs, Napels nog een reden waarom de steden groeiden.

Deze steden combineerden het staatsvormingsproces en de commerciele centra met de nijverheidssector.

Wat was het verschil in omvang van de dorpen tussen Oost en West Europa begin 16e eeuw?

Oost-Europa: vele, recentelijk gevormde dorpjes, 8-10 huishouden, 70- 120 personen
West-Europa: dorpen over het algemeen groter, 30-40 huishoudens, maar kleinere huishoudens-> 200-300 inwoners.

15. Waarom konden de grote centra zich alleen ontwikkelen in een regio waar voortdurend bevolkingsgroei plaatsvond?


Er moest een elastisch aanbod van mensen zijn.
Voorwaarde van deze toestroom was wel dat zij niet ernstig gehinderd werd om zich te verplaatsen (bijvoorbeeld door juridische drempels zoals in Oost-Europa)

Welke twee (door de overheid sterk begunstigde) Russische plaatsen kregen als enige in Oost-Europa een hoog bevolkingsaantal tegen het einde van de 18e eeuw?

1. Moskou
2. Sint-Petersburg

Waarvan was de (hoofd)stedelijke groei een afgeleide?

  • Van het proces van staatsvorming. De administratieve centra bovenden zich daar. Evenals de belastinginning.
  • De groei van steden als Amsterdam en Marseille (en vele kleinere commerciële steden) was direct met de handelsconjunctuur verbonden.
  • Enkele steden als Londen, Venetië, Parijs, Napels, Constantinopel combineerden beide factoren met een omvangrijke nijverheidssector.

16. Waarom waren in Oost-Europa de stedelijke concentraties aanzienlijk kleiner, zowel in aantal als in omvang?

  • De meeste steden waren vooral administratieve centra
  • Ze hadden geen bijzondere juridische status
  • Slechts in beperkte mate een ambachtelijke of commerciele middenklasse
  • niet de stedelijke gilden, maar de kerk of de lokale heer domineerden

Noem drie kenmerken van Oost-Europese steden.

1. Vooral administratieve centra (niet juridisch of commercieël)
2. Kleine ambachtelijke of commerciële middenklasse
3. Niet de gilden, maar de kerk of lokale heer domineerde

17. Verklaar waarom in Rusland er soms wel sprake was van stedelijke bloei.

  • In Rusland vormden veel steden een deel van het kerkelijk of prinselijk eigendom
  • Deze bezitters moedigden evt handel en nieuwbouw aan ter vergroting van hun persoonlijke inkomsten
  • de landheren behielden daarbij controle over de politieke en militaire ontwikkelingen èn over de interregionale handel

Russische steden groeiden vanaf 1500 traag. Welke vier plaatsen waren belangrijk?

1. Novgorod
2. Moskou
3. Pskov
4. Smolensk

18. Waarom vertonen Russische steden omstreeks 1500 een trage groei?

  • Door politieke en militaire onrust
  • Ontvolking van gehele regio's
  • verschillende steden bevolkingsvermindering van 80 tot 90%


Pas an 1600 herstel van rust en economie en daarmee ook langzaam de stedelijke groei.

Welke steden in Oost-Europa kregen aan het eind van de achttiende eeuw een grote bevolking en waardoor?

Moskou en St. Petersburg. Alleen zij werden door de centrale overheid sterk begunstigd.

Tijdens welke twee regeringen kwam aan de Russische stedelijke groei een einde, en krompen sommige steden met 80 tot 90 procent?

1. Ivan de Verschrikkelijke (1533-1584)
2. Tijd van troebelen (1598-1613)

Hoeveel procent van de totale bevolking in Europa leefde begin 16e eeuw in een stad met meer dan 10.000 inwoners?

1500 -  6 procent. - Italie/Nederlanden: 12,4 / 18,5
1800 - 10 procent  Italie/Nederlanden 14,3 / 23

In weke eeuw herstelde de rust, economie en daarmee ook de stedelijke groei zich?

De 17e eeuw

Er is weinig documentatie over de stedelijke ontwikkeling in Rusland. Hoe is de meeste informatie hierover verkregen?

Door beschrijvingen en archeologische vondsten. Hieruit bleek dat de steden omstreeks 1500 een trage groei vertoonden.

Wat waren de belangrijkste plaatsen in Rusland?

Novogord, Moskou, Pskov en Smolensk

Waarom waren de stedelijke concentraties in Oost-Europa/ Rusland kleiner (in aantal en omvang)?

In Rusland vormden veel steden een deel van het kerkelijk of prinselijk eigendom. Landheren hielden controle over politieke, militaire en interregionale handel. Stimulans handel en nieuwbouw ter vergroting van persoonlijke inkomsten.

Wanneer werd in het Middellandse Zeegebied de snelle toename van de stedelijke bevolking grotendeels weer teniet gedaan?

In de 17e eeuw.

Wanneer herstelden de rust en de economie in Rusland en daarmee ook de stedelijke groei?

Pas in de loop van de zeventiende eeuw.

Omschrijf de bevolkingsgroei in steden in Noordwest en Centraal-Europa tussen 1500 en 1600

Ongeveer even groot

Wanneer vertoonden commerciële urbane regio's - Parijs, de Nederlanden en vooral Londen, en de Europese gebieden met een sterke staatsvorming een urbane groei?

In de zeventiende en achttiende eeuw.

Hoeveel steden telde Europa in 1600 met zeker 100.000 inwoners?

Negen. (in 1800 verdubbeling)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo