Samenvatting: Veiligheidsbeleid En Recht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Veiligheidsbeleid en recht

• PP1 V&R - Externe veiligheid

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/09/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke hierarchie wordt binnen wetgeving gehanteerd? / Bronnen voor externe veiligheid/omgevingswet

  • Europese richtlijn/verordening/verdrag (80-90%)
  • Wetgeving (Nederlandse)
  • Algemene maatregel van Bestuur (= Besluit)
  • Regelingen

• Wat houden de Seveso I- en II-richtlijnen in?

  Deze richtlijnen leggen veiligheidsvoorschriften vast en besteden onder meer aandacht aan:
  • Preventiemaatregelen
  • Bedrijfsinspecties en
  • De ruimtelijke ordening rondom bedrijfslokaties met een hoog risico.

• Wat houdt de Seveso II-richtlijn in?

  Betreft de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
  
  Onder de Seveso II-richtlijn vallen ook:
  

  • Operaties van de mijnbouwsector voor de behandeling en opslag van mineralen waarbij gevaarlijke stoffen aanwezig zijn;
    
  • Alsook installaties voor de verwijdering van de residuen die bij deze operaties ontstaan.
    

• Wat houdt de Seveso III-richtlijn in?

  De belangrijkste reden voor het uitvaardigen van deze richtlijn in 2015 was de inhoudelijke afstemming met de CLP-verordening.
  
  CLP staat voor "classification, labelling en packaging" (indeling, etikettering en verpakking).
  
  Alle gevaarlijke stoffen en mengsels dienen vanaf 1 juni 2015 op basis van de CLP-verordening ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt te worden.
  
  BRZO '99 is vervangen door BRZO 2015.

• Wat is de doelstelling van de Seveso-richtlijnen?

  De preventie van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en de beperking van de gevolgen daarvan op de menselijke gezondheid en het milieu, teneinde op coherente en doeltreffende wijze een hoog niveau van bescherming binnen de gehele Europese Unie te waarborgen.

• Wat is uitgesloten van het toepassingsgebied van de Seveso-richtlijnen?

  • Militaire installaties;
  • Gevaren die samenhangen met ioniserende straling;
  • Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor, over het water of door de lucht;
  • Vervoer van gevaarlijke stoffen door pijpleidingen buiten de onder deze richtlijn
     begrepen inrichtingen;
  • Stortplaatsen voor afval.

• Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen Seveso I en Seveso II?

  1. In Seveso II staat de bescherming van het milieu meer centraal. 
     
  2. Daar waar de Seveso I-richtlijn vertrekt van een industriële activiteit, is het toepassingsgebied van de Seveso II-richtlijn gebaseerd op de aard en de hoeveelheid van de aanwezige gevaarlijke stoffen, ongeacht de activiteit. 
     
  3. Seveso II breidt het aantal onderworpen inrichtingen uit, enerzijds door het toevoegen van een extra aantal gevaarlijke stoffen aan de lijst van gevaarlijke stoffen, en anderzijds door het invoeren van de zogenaamde cumulatieregel.
     
  4. Nieuwe eisen hebben met name betrekking op:
     

  • Veiligheidssystemen
    
  • Noodplannen
    
  • Ruimtelijke ordening 
    
  • De versterking van de inspectie- en voorlichtingsvoorschriften.
    

• PP2 V&R - Externe veiligheid

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/09/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarop richt omgevingsveiligheid (= externe veiligheid) zich?

  Op het risico van overlijden van personen in de omgeving van een risicovolle activiteit, als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

• Wat zijn de belangrijkste risicomaten voor externe veiligheid?

  - plaatsgebonden risico
  - groepsrisico 
  
  Een uitzondering vormen de activiteiten met vuurwerk en ontplofbare stoffen, waarbij de veiligheidszonering is gebaseerd op effectafstanden.

• Wat is het plaatsgebonden risico?

  Het PR gaat over de overlijdenskans van een onbeschermd persoon op een bepaalde plaats als direct gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen bij een activiteit.
  Dit leidt tot een risicoafstand t.o.v. een risicobron in de vorm van een risicocontour.