Samenvatting: Vennootschaps- En Rechtspersonenrecht Class Notes

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vennootschaps- en rechtspersonenrecht Class notes

• Personenvennootschappen

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 17/06/2014
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt de 'overeenkomst' in, zoals vereist in art. 7:1655 BW?

  Samenwerking op voet van gelijkheid: geen gezagsverhouding, geen vetorecht beperken.
  

• Het oogmerk is om voordeel te behalen. Waar ligt de grens?

  Het delen van kosten is voldoende om hieraan te voldoen.
  

• Welk vereiste voegt de rechtspraak toe aan 7:1655?

  De maatschap moet duurzaam zijn
  

• Wat is de positie van de commanditaire vennoot?

  Niet handelen namens vennootschap, zelfs niet bij volmacht. Niet aansprakelijk. Draagplicht is beperkt tot de hoogte van de inbreng. Als hij toch naar buiten optreedt is hij tot zijn inbreng hoofdelijk aansprakelijk.
  

• Wat mag een maat zonder toestemming van andere maten?

  Beheershandelingen uitvoeren. Beschikkingshandelingen mogen alleen met alle maten gezamenlijk.
  

• O.b.v. art. 1681 verbindt de vennoot alleen zichzelf, tenzij volmacht, schijn van volmacht of bekrachtiging. Welke uitzondering is er nog meer?

  Baattrekking: een kans die je grijpt, iets dat je vrijwel gratis kunt krijgen.
  

• Schepen/onderlinge Nederland U.A.

  (Openbare) maatschap heeft een afgescheiden vermogen
  

• Wat is het verschil tussen en het belang van de begrippen 'beheershandeling' en 'beschikkingshandeling'?

  Bij personenvennootschappen mag iedere vennoot (maat) beheershandelingen uitvoeren: normale uitoefening beroep/bedrijf, de interne draagplicht ligt bij de maatschap (evenredig aan de inbreng, art. 7A:1670).
  Beschikkingshandelingen, elke andere handeling, mogen alleen de vennoten (maten) tezamen. Bij onbevoegdheid: op eigen rekening.
  

• Rechtspersonen: kenmerken, organen, intern recht

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18/06/2014
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem drie verschillen tussen de contractuele vennootschap en de rechtspersoon

  1.) Bij personenvennootschap zijn de vennoten niet vervangbaar. De rechtspersoon heeft een eigen bestaan
  2.) Bij personenvennootschap zijn vennoten persoonlijk gebonden, bij de rechtspersoon niet.
  3.) Op personenvennootschappen is het verbintenissenrecht van toepassing. Op rechtspersonen boek 2 BW.
  

• Wat zijn formele en materiële kenmerken?

  Formele kenmerken: oprichtingsvereisten
  Materiële kenmerken: wettelijk eisen t.a.v. organisatie, doelstelling en kapitaal.