Nationaal versus supranationaal: de Europese integratie 1945-1989 - Plan-Beyen en EEG

6 belangrijke vragen over Nationaal versus supranationaal: de Europese integratie 1945-1989 - Plan-Beyen en EEG

Was het integratieproces na de crisis rondom de Europese Defensiegemeenschap op non-actief gezet?

Vijf van de zes deelnemers aan het Europese experiment hadden aangegeven dat zij hun economieën op een of andere wijze wilden coördineren tot een douane-unie. Van Jan Willem Beyen kwamen voorstellen mbt economische integratie van de ´Zes´.

Premier Drees had Beyen aangewezen om de integratieve neigingen onder met name katholieke politici af te remmen doordat Beyen door zijn lange verblijf in Washington onaangetast leek door enig Europees virus. Was zijn keuze juist?

Niet voor Drees want Beyen hoewel geen voorstander van verdere sectorale integratie, had als minister een belangrijk aandeel in het tot stand komen van de EEG. Hij zag in dat politieke integratie in Europa voorlopig niet mogelijk was, en wist zijn collega's in het buitenland en in het Nederlandse kabinet ervan te overtuigen dat begonnen moest worden met de economische samenwerking. De politieke samenwerking zou naar zijn mening daarna wel volgen.

In 1956 kwam niet alleen een voorstel tot de vorming van een gemeenschappelijke markt maar ook tot het oprichten van een kernenergiegemeenschap tussen de ´zes´. Onder welke naam?

Euratom.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke gebeurtenis was doorslaggevend op internationaal niveau in 1956?

 

De Suezcrisis. Frankrijk en GB werden gedwongen door de VS en SU om hun troepen terug te trekken uit de Suezkanaalzone. Frankrijk zag in dat na deze negatieve ervaring met de Atlantische bondgenoot een Europese eenheid een noodzaak was. Duitsland toonde zich solidair met Fr.

Hoe was de opzet van de Gemeenschappelijke Markt?

Het spiegelbeeld van de bestaande EGKS-structuur: beleid bepaald door Commissie-Ministerraad. De commissie had het alleenrecht om voorstellen te formuleren en het uitvoerend beleid te controleren. De Ministerraad kon besluiten nemen op voorstel van de commissie. Hoogste beslissingsorgaan zou de Ministerraad zijn.

Wie was de eerste voorzitter van de Commissie in Brussel van de Gemeenschappelijke Markt?

De Duitser Walter Hallstein.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo