Het thema - Rechtsvergelijking

3 belangrijke vragen over Het thema - Rechtsvergelijking

Vraag 2
H huurt van eigenaar E een gemeubileerd huis. Reeds na enkele maanden is er van het interieur van de woning niet veel meer over. E wil een vordering tegen H instellen.
Welk van onderstaande antwoorden is juist?

A. E dient zijn vordering op onrechtmatige daad te baseren omdat er geen sprake is van een schending van een contractuele verplichting door H.
b. E dient zijn vordering tot schadevergoeding op wanprestatie/toerekenbare tekortkoming te baseren gezien de overweging van de Hoge Raad in het arrest Boogaard-Vesta.
c. Het criterium van de Hoge Raad over samenloop van wanprestatie/toerekenbare tekortkoming en onrechtmatige daad in het arrest Boogaard-Vesta is op deze casus niet van toepassing.
d. E kan vordering zowel op wanprestatie/toerekenbare tekortkoming als onrechtmatige daad baseren.

Vraag 3
Patient P wordt geopereerd door arts A. Als gevolg van een medische blunder tijdens de operatie loopt P letsel op.
Op welke rechtsgrond(en) kan P van A schadevergoeding vorderen?

A. P kan enkel op grond van wanprestatie schadevergoeding vorderen omdat sprake is van een medische behandelingsovereenkomst.
b. P kan enkel op grond van onrechtmatige daad schadevergoeding vorderen omdat in casu sprake is van een toerekenbare inbreuk op en subjectief recht (persoonlijkheidsrecht) van P; namelijk het recht op lichamelijke integriteit.
c. Het toebrengen van letselschade door A kan op zichzelf als een onrechtmatige daad jegens P worden gekwalificeerd. P kan derhalve A zowel ex artikel 6:74 BW als op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk stellen. 

Vraag 4
Gemeente G gebruikt als gevolg van acute problemen bij een vuilverwerkingsbedrijf een braakliggend terrein als tijdelijke vuilstortplaats. De directe omwonenden ondervinden hiervan veel hinder, onder meer vanwege het veelvuldige passeren van zwaar vrachtverkeer en de aanwezigheid van grote groepen vogels. De omwonenden willen door middel van een collectieve actie sluiting van de vuilstortplaats dan wel schadevergoeding vorderen en hebben daartoe een privaatrechtelijke rechtspersoon opgericht die aan alle wettelijke vereisten voldoet. Vaststaat dat de gemeente onrechtmatig jegens de omwonenden handelt en dat aan alle vereisten voor aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW is voldaan.
Beoordeel de volgende stellingen.

I. Omdat de aansprakelijkheid van gemeente G ex art. 6:162 BW vaststaat moet een collectieve actie tot sluiting van de vuilstortplaats in rechte worden toegewezen.
II. Omdat de aansprakelijkheid van gemeente G ex art. 6:162 BW vaststaat moet een collectieve actie tot schadevergoeding in rechte worden toegewezen.
a. Stelling I en II zijn juist.
b. Alleen stelling I is juist. 
c. Alleen stelling II is juist. 
d. Stelling I en II zijn onjuist.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo