Nakoming en rechtsvorderingen - Nakoming - Bijzondere bescherming van de schuldenaar

3 belangrijke vragen over Nakoming en rechtsvorderingen - Nakoming - Bijzondere bescherming van de schuldenaar

Welke bijzondere bescherming verleent de wet aan de schuldenaar?

Art. 6:34 geeft een bijzondere bescherming aan schuldenaar die op redelijke gronden heeft aangenomen dat de ontvanger van de prestatie als schuldeiser tot de prestatie gerechtigd was of dat deze uit andere hoofde aan hem moest worden voldaan.

Het artikel ziet op voldoening aan pseudo-schuldeiser niet ook aan pseudo-gemachtigde.


Betaling aan ander dan pseudo-schuldeiser werkt alleen bevrijdend als schuldenaar heeft aangenomen dat aan de derde moest worden betaald en hij dus niet aan de schuldeiser kon betalen (faillissementscurator, bewindvoerder, vruchtgebruiker).

Op welke gedachte berust de regeling van art. 6:34?

Dat een vlot betalingsverkeer eist dat schuldenaar geen uitvoering onderzoek behoeft in te stellen naar de inningsbevoegdheid van de schuldeiser of van de derde.

Welke regeling geldt als de schuldenaar heeft betaald aan de pseudo-gemachtigde, terwijl hij ook aan de schuldeiser zelf kon betalen?

Dan is niet art. 6:34 maar art. 3:61, lid 2 van toepassing, dat de schuldenaar alleen beschermd, indien de schijn van bevoegdheid was gewekt door een verklaring of gedraging van de schuldeiser.

NB art. 6:34, lid 1 is algemeen geformuleerd en stelt mn. niet de eis dat de onjuiste schijn door schuldeiser is opgewekt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo