Startpagina / Samenvattingen / Verbintenissenrecht algemeen / verbintenis-nominaal-nominaliteitsbeginsel

Nakoming en rechtsvorderingen - Geldschulden - Nominaliteitsbeginsel

4 belangrijke vragen over Nakoming en rechtsvorderingen - Geldschulden - Nominaliteitsbeginsel

Wat is het uitgangspunt van ons geldstelsel?

Dat een verbintenis tot betaling van een geldsom naar haar nominale waarde moet worden voldaan (art. 6:111).

Het nominaliteitsbeginsel is waar nog meer algemeen aanvaard?

Ook internationaal.

Wat is een logisch gevolg van het nominaliteitsbeginsel?

Naarmate het risico groter is de uitlener een hoger rentepercentage zal bedingen.

Waarom bepaalt art. 6:111 dat de verbintenis moet worden voldaan naar haar nominale bedrag?

Door in art. 6:111 te bepalen dat de verbintenis moet worden voldaan naar haar nominale bedrag, is rekening gehouden met de mogelijkheid dat het geld waarin de verbintenis is uitgedrukt niet meer gangbaar is.
Dan vindt omrekening plaats in het geld dat ten tijde van de voldoening gangbaar is (art. 6:112).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Verbintenissenrecht algemeen | 9789013078534 | C J H Brunner

Bekijk samenvatting