Het einde van de verbintenis - Vermenging
3 belangrijke vragen over Het einde van de verbintenis - Vermenging
Wanneer vindt vermenging niet plaats?
Welke twee uitzonderingen maakt de wet in art. 6;161 lid 2 BW op de regel dat vermenging leidt tot het tenietgaan v.d. verbintenis?
- Betreft geval dat de schuldenaar uit een toonder- of orderpapier door levering v.h. papier krachtens art. 3:93 BW daarvan rechthebbende is geworden (art. 6:161 lid 2 sub b BW).
- Betreft de vorderingen uit een verbintenis onder ontbindende voorwaarde. Zolang nog mogelijk is dat de ontbindende voorwaarde zal intreden, heeft de schuldeiser slechts een voorwaardelijk vorderingsrecht. De vervulling v.d. ontbindende voorwaarde heeft geen terugwerkende kracht (art. 3;38 lid 2 BW), maar doet de verbintenis met het plaatsvinden v.d. gebeurtenis vervallen (art. 6:22 BW).
Wat bepaalt art. 6:161 lid 3 BW?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden