Opschorting - Vereisten - Opeisbare vordering

3 belangrijke vragen over Opschorting - Vereisten - Opeisbare vordering

Welke 3 vereisten zijn er bij opschorting?

  1. vorderingen moeten opeisbaar zijn
  2. tekortkoming moet opschorting rechtvaardigen
  3. connexiteit (verband tussen prestaties)

Uitzonderingen zie 6:80

Wat houdt het vereiste van opeisbare vordering in?

De enkele opeisbaarheid v.d. vordering is voldoende, de vordering hoeft - anders dan voor beroep op verrekening - niet liquide te zijn. Dit betekent, dat een beroep op een opschortingsrecht mogelijk is wanneer wel vaststaat dat de schuldenaar een vordering heeft op zijn wederpartij, maar niet hoe groot de vordering precies is (bijv. als wel zeker is dat de wederpartij schadevergoeding moet betalen, maar het schadebedrag nog niet precies kan worden vastgesteld). Rechter mag bij oordeel of opschorting gerechtvaardigd is volstaan met een voorshands oordeel over de (omvang) v.d. tegenvordering.

Wat te doen, wanneer beide partijen tegelijkertijd moeten presteren, en zij zich over en weer op een opschortingsrecht beroepen?

In de praktijk zal vrijwel altijd duidelijk zijn, bij welke partij de nakoming het eerst hokt, bijv. omdat zij ontkent gebonden te zijn of omdat zij stelt, dat de haar aangeboden prestatie niet deugt. Het probleem, of bevoegdelijk wordt opgeschort, versmelt in een dgl. geval met de kwestie of het betreffende verweer terecht wordt gevoerd. In gevallen waarin werkelijk gelijktijdig moet worden gepresteerd terwijl beide zijden hiertoe niet in staat zijn, verwijst de HR partijen rechtstreeks naar de ontbindingsmogelijkheid, hetgeen impliceert dat opschorting niet mogelijk is.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo