Onrechtmatige daad - Verbintenissen uit overeenkomst

25 belangrijke vragen over Onrechtmatige daad - Verbintenissen uit overeenkomst

Waar gaat boek 7 van het burgerlijk wetboek over?





Bijzondere overeenkomsten
Boek 7, 7A en 8 borduren voort op Boek 6, maar geven speciale, uitgewerkte regels voor overeenkomsten die in de praktijk veel voorkomen. Boek 7 bevat onder andere speciale regels voor arbeids-, koop- en ruilovereenkomsten. Met bijzondere overeenkomsten wordt derhalve niet bedoeld dat deze overeenkomsten ‘zeldzaam’ zijn. Bijzonder slaat op het feit dat het niet gaat om overeenkomsten in het algemeen, maar om overeenkomsten met een specifiek onderwerp, zoals arbeid, koop of huur. Boek 7 behoort, zoals uit de naam al blijkt, tot het overeenkomstenrecht en daarmee tot het verbintenissenrecht.


Waar gaat boek 7A van het burgerlijk wetboek over?



Bijzondere overeenkomsten vervolg



'Dit boek gaat verder met speciale regels voor onder andere koop op afbetaling en verbruikleen. Verbruikleen is de overeenkomst waarin je afspreekt iets te lenen om het te verbruiken.

Waar gaat boek 8 van het burgerlijk wetboek over?





Verkeersmiddelen en vervoer

Boek 8 BW geeft ook regels voor veel voorkomende overeenkomsten, maar dan op het gebied van het verkeer en het goederen- en personenvervoer over de weg, door de lucht of over zee. Ook Boek 8 behoort tot het overeenkomstenrecht
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar gaat boek 10 van het burgerlijk wetboek over?





Veel privaatrechtelijke kwesties spelen zich in meerdere landen af. Welk recht is er nu van toepassing als een Nederlander in Luxemburg met een Duitser een overeenkomst sluit over goederen die door een Italiaans bedrijf zullen worden gemaakt en in Nederland zullen worden afgeleverd? Er zijn verschillende internationale verdragen waar Nederland bij is aangesloten, die op dit soort kwesties antwoord geven. Bovendien staat het de betrokken partijen vrij om hier zelf keuzes in te maken. Wanneer verdrag of gemaakte afspraken echter geen uitsluitsel bieden, geven de regels van Boek 10 uitkomst. Het bevat regels waaruit volgt welk recht van toepassing is.

Wat houdt de gelaagde opbouw van het Burgerlijk wetboek in?

Het BW kent een gelaagde opbouw, van algemeen naar bijzonder. Daarmee wordt bedoeld dat het BW eerst de algemene regels geeft die voor een bepaald onderwerp gelden, waarna voor specifiekere situaties steeds gedetailleerdere regels worden gegeven.


1 van de 5 beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht is het contractvrijheid, wat houdt dit in?

Uitgangspunt is dat partijen in het verbintenissenrecht vrij zijn om overeen te komen wat zij willen, zolang dit niet verboden is, of in strijd komt met de openbare orde of de goede zeden.

1 van de 5 beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht is het Pacta sunt servanda, wat houdt dit in?

Overeenkomsten moeten worden nagekomen.
Wanneer partijen uit vrije wil hebben besloten een overeenkomst aan te gaan, moet deze in beginsel volledig worden nagekomen. “belofte maakt schuld, hoeveel spijt een partij er achteraf wellicht ook van heeft”

1 van de 5 beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht is het vormvrijheid, wat houdt dit in?

Zolang de wetgever niet expliciet anders bepaalt, geldt er geen speciale vorm waarin handelingen verricht moeten worden. Ook hier geldt dus als uitgangspunt: alles mag op de manier zoals partijen dat willen, tenzij de wetgever hiervan expliciet afwijkt.

1 van de 5 beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht is het redelijkheid en billijkheid, wat houdt dit in?

Partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen. Dit beginsel is vastgelegd in artikel 6:2 BW. De redelijkheid verwijst naar het verstand (of: de ratio), de billijkheid meer naar ons rechtsgevoel. In de praktijk van het recht worden zij als één begrip gebruikt. Als een situatie onduidelijk is, omdat partijen er niets over hebben afgesproken, en de wet ook geen aanvullende bepalingen geeft, hebben de redelijkheid en billijkheid een aanvullende werking.

1 van de 5 beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht is het Bijzonder gaat voor algemeen, wat houdt dit in?

Hiermee wordt uitgedrukt dat als er een situatie is waarin twee rechtsregels op één situatie betrekking hebben, de bijzondere regel voorgaat. Met bijzonder wordt hier bedoeld dat de regel gedetailleerder is en daarmee meer is toegesneden op de betreffende situatie.

Wat houden rechtsfeiten in die te maken hebben met het rechtsfeitenschema, leg dit uit.





Rechtsfeiten zijn alle feiten waar het recht wél gevolgen aan verbindt. Het zijn feiten met rechtsgevolg.
Een rechtshandeling is een bewuste menselijke handeling. Schade kun je ook onbewust of per ongeluk veroorzaken. Een aanbod tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst kun je maar moeilijk per ongeluk doen. Iemand die een rechtshandeling verricht, wil dus dat er een rechtsgevolg tot stand komt. In juridische termen zeggen we: bij het verrichten van een rechtshandeling moet de wil van een rechtssubject gericht zijn op rechtsgevolg.

Een feitelijke handeling ontstaat uit de wet, leg dit uit.





Ook onrechtmatige daad en de rechtmatige daden zijn rechtsfeiten. Hierbij is, anders dan bij rechtshandelingen, de wil van de betrokkenen echter niet van belang. Een verbintenis op grond van onrechtmatige daad of rechtmatige daad ontstaat niet op grond van wilsovereenstemming, maar uit de wet.

Leg uit waarom blote rechtsfeiten, ook rechtsfeiten zijn.





Er zijn hiernaast ook nog feiten waar het recht een rechtsgevolg aan verbindt, waarbij er niet echt sprake is van een handeling. Wanneer een kind (een natuurlijk persoon) geboren wordt, krijgen zijn ouders van rechtswege het ouderlijk gezag. Het geboren worden, of de bevalling, is geen bewuste handeling, terwijl er wel een rechtsgevolg aan verbonden is. Door de geboorte krijgt het kind zelf onder andere recht op een naam en wordt het erfgenaam van zijn ouders.

Leg het begrip "wil en verklaring" uit en benoem het wetsartikel.





Het begrip rechtshandeling wordt gedefinieerd in artikel 3:33 BW. Het bepaalt:
‘Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.’



Met een wil bedoelt de wetgever dat het moet gaan om een bewuste verklaring. De verklaring moet gewild zijn. Artikel 3:37 lid 1 BW bepaalt dat een verklaring in elke vorm kan geschieden, tenzij anders is bepaald (door de wetgever).

Wat houdt een aansluitende aanvaarding in?





Een aanvaarding moet aansluiten op het aanbod, anders is het geen aanvaarding. Artikel 6:225 lid 1 BW bepaalt dat een aanvaarding die van het aanbod afwijkt, als een nieuw aanbod moet worden beschouwd. Lid 2 bepaalt, als uitzondering op lid 1, dat als de aanvaarding slechts op ondergeschikte punten afwijkt van het aanbod, de overeenkomst toch tot stand komt, tenzij de aanbieder onverwijld aangeeft met de afwijking niet te kunnen leven.

Een van de eisen voor een verbintenis is dat het bepaalbaar moet zijn, wat houdt dit in?

Verbintenissen moeten bepaalbaar zijn. Dit volgt uit artikel 6:227 BW. Schuldeiser en schuldenaar moeten wel weten waar ze zich toe verplichten. Uit het feit dat verbintenissen bepaalbaar moeten zijn, volgt dat aanbod en aanvaarding ook voldoende bepaalbaar moeten zijn. De verbintenissen vloeien immers voort uit het aanbod en de aanvaarding.

Wat is de definitie van een soortzaak (genuszaak)?





zaken die naar soort gedefinieerd worden, zoals zand, straatklinkers, aardappelen, enzovoort

Wat is de definitie van een specieszaak in tegenstelling tot een genuszaak?

Dit is een unieke of uniek omschreven zaak.


Een voorbeeld van een specieszaak is het schilderij Mona Lisa; er is er maar eentje van op de hele wereld en een ander schilderij (zelfs een getrouwe kopie) kan niet in de plaats van de Mona Lisa treden. Iemand die zich verbindt om de Mona Lisa te leveren kan die verbintenis niet nakomen door een ander schilderij te leveren

Wat is de definitie van een genuszaak in tegenstelling tot een specieszaak?





een aanduiding is voor een generieke (niet unieke) zaak.



Een voorbeeld van een genuszaak is een Opel Kadett. Iedere individuele Opel Kadett voldoet in dit geval. Indien iemand zich verplicht tot het leveren van een genuszaak kan deze verbintenis worden nagekomen door het leveren van iedere Opel Kadett. Daarentegen is "de Opel Kadett met kenteken GH-KJ-56" een specieszaak, maar "een Opel Kadett met bouwjaar 1974" weer een genuszaak.

Wat wordt er bedoeld met een individueel bepaalbare zaak?

Zaken die wel meer omschrijving nodig hebben. Het voorbeeld van de keuken. Kleuren, kastjes, materialen, welke oven, welke koelkast. Dit moet allemaal beschreven worden omdat geen enkele keuken het zelfde is.bijvoorbeeld een huis, iets dat geen soortzaak is.


Wat is de definitie van een (on)herroepelijk aanbod?





Art. 6:219 lid 1 BW maakt een duidelijk verschil tussen een herroepelijke aanbieding en onherroepelijk aanbod. Op een onherroepelijk aanbod kun je niet meer terugkomen en op een herroepelijk aanbod nog wel. 


Wanneer is er sprake van een herroepelijk aanbod?





Als er niets is waaruit blijkt dat een aanbod onherroepelijk is, is een aanbod altijd herroepelijk. De aanbieder kan tot aan het moment dat zijn aanbod aanvaard is, of een aanvaarding naar hem onderweg is, op zijn aanbod terugkomen.

uitloving is een bijzondere vorm van een (openbaar) aanbod, wat houdt dit in?





Denk bijvoorbeeld aan iemand die zijn kat kwijt is en €100 uitlooft aan de vinder. Art. 6:220 BW geeft nog enkele regels die gelden bij uitloving.


Wanneer spreken we over een onredelijke afbreking?





Als alles ernaar uitziet dat een overeenkomst tot stand zal komen en de regenpartij de onderhandelingen op een gegeven moment afbreekt, kan, onder strikte voorwaarden, voor de benadeelde partij een verbintenis tot schadevergoeding ontstaan.


Wat houdt de grond voor aansprakelijkheid in de precontractuele fase in?





De grond voor aansprakelijkheid is in dat geval dat partijen ook in de pre-contractuele faseverplicht zijn zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen. Dit volgt uit art. 6:2 BW.
Hoe dichter ze bij de overeenkomst komen hoe meer ze beginnen te lijken op schuldeiser en schuldenaar. Handelen ze dan - zeer - onredelijk, dan kunnen ze een onrechtmatige daadplegen. Ze plegen geen wanprestatie, omdat wanprestatie pas speelt als er al een overeenkomst tot stand is gekomen.


De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo