Inhoud van verbintenissen uit overeenkomst
27 belangrijke vragen over Inhoud van verbintenissen uit overeenkomst
Wat houdt schadevergoeding op grond van art. 6:74 BW in?
Wanneer een schuldeiser schade lijdt door een tekortkoming in de nakoming door de schuldenaar, is de schuldenaar dus verplicht de schuldeiser deze schade te vergoeden. Een verbintenis tot schadevergoeding die op grond van art. 6:74 BW ontstaat, kan je beschouwen als een secundaire verbintenis. Daarmee bedoelen we dat zij niet kan ontstaan zonder dat een primaire verbintenis (uit overeenkomst, onrechtmatige daad, onverschuldigde betaling, enzovoort) niet wordt nagekomen. Als iemand bijvoorbeeld een onrechtmatige daad
Uit art. 6:74 lid 1 + 2 BW komen 5 voorwaarden voor een geslaagde vordering tot schadevergoeding, welke zijn dit?
1. tekortkoming in de nakoming;
2. schade;
3. causaal verband;
4. toerekening;
5. blijvende onmogelijkheid van nakoming, of verzuim.
Wat is de hoofdregel van een tekortkoming in de nakoming? (2)
1) de verbintenis opeisbaar is volgens 6:38 JO 6:39 BW
2) er sprake is van een ondeugdelijke, late, of niet-nakoming.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de hoofdregel als we spreken over schade?
Hoofdregel:
De schuldenaar moet daadwerkelijk schade lijden (bijvoorbeeld: misgelopen rente door te late betaling, misgelopen omzet, schade aan gebouwen, personen of materialen).
1 van de 5 voorwaarden van art. 6:74 lid 1+2 BW voor een geslaagde vordering van tekortkoming in de nakoming is Causaal verband, wat betekent dit?
Uit artikel 6:74 BW volgt de eis dat de ontstane schade een gevolg moet zijn van de tekortkoming in de nakoming. Deze logische verbinding tussen de oorzaak (de tekortkoming) en het gevolg (de schade) noemen we het causaal verband. Alleen schade die het gevolg is van de tekortkoming, komt voor vergoeding in aanmerking
Welk artikel bepaalt wie de schade begroot en mag vaststellen?
Artikel 6:96 BW bepaalt dat de rechter de schade begroot op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Als nauwkeurig begroten of vaststellen niet goed mogelijk is, kan de rechter de schade ook schatten.
Wat wordt er bedoeld met toerekening en wanneer kan het iemand worden toegerekend en hoe heet het als hier geen sprake van is?
1) Een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis noemen we een wanprestatie als de tekortkoming de schuldenaar kan worden toegerekend.
2) Met toerekening bedoelt de wetgever: het moet redelijk zijn dat de schuldenaar verantwoordelijk wordt gehouden voor de tekortkoming in de nakoming.
3)Als een tekortkoming een schuldenaar niet kan worden toegerekend, spreken we van overmacht.
In welk artikel wordt overmacht geregeld?
Overmacht is geregeld in artikel 6:75 BW:
In welke 4 gevallen is er geen sprake van overmacht?
Uit artikel 6:75 BW volgt dus wanneer sprake is van overmacht. Omgekeerd geredeneerd, volgt uit artikel 6:75 BW ook wanneer een tekortkoming de schuldenaar wél kan worden toegerekend. Dit is het geval wanneer deze te wijten is aan zijn schuld, of krachtens wet, rechtshandeling of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
1) schuld: verwijtbaar, ander kunnen en moeten handelen .
2) wet: art. 6:76, 6:77 BW of HR vliegtuigvleugel .
3) Rechtshandelingen: garantie of exoneratie. dit geeft aan of het wel of niet toe te rekenen is.
4) verkeersopvattingen: Voorzienbare of persoonlijke omstandigheden
Wat zijn typische overmacht situaties?
Bij overmacht moet het gaan om een tekortkoming in de nakoming waarvan de oorzaak buiten de schuld en de risicosfeer van de schuldenaar ligt. Typische overmachtsituaties zijn ‘acts of god’, zoals natuurrampen en terroristische aanslagen.
Welke artikelen geven een risicoaansprakelijkheid voor zaken of hulppersonen?
De wetgever bepaalt in artikel 6:76 en 6:77 BW dat de schuldenaar ( risico)aansprakelijk is voor hulppersonen of zaken die hij bij de uitvoering van een verbintenis gebruikt. In deze situaties is er sprake van toerekening op grond van de wet.
Wanneer is er sprake van een risicoaansprakelijkheid bij gebruikte zaken?
Er kunnen situaties ontstaan waar de schuldenaar zelf geen ‘echt verwijt’ kan worden gemaakt. Het is hier in eerste instantie de zaak die de tekortkoming veroorzaakt. Je zou de schuldenaar hooguit kunnen verwijten dat hij een ondeugdelijke zaak heeft gebruikt.
Leg uit wat er in HR vliegtuigvleugel gebeurde en welk artikel hierop van toepassing is?
Zentveld zou een vliegtuigvleugel vervoeren voor Fokker. Toen de vleugel door een kraanwagen van Zentveld werd gehesen, brak een bout van de kraanwagen. De vleugel belandde op de grond en raakte zwaar beschadigd. De Hoge Raad stelde: ‘of en in hoeverre de schuldenaar voor gebreken van zodanige zaken aansprakelijk is, moet naar de aard der overeenkomst, de verkeersopvattingen en de redelijkheid worden beantwoord
Wat is in het HR vliegtuigvleugel-arrest de hoofdregel en de uitzondering?
De hoogte van de tegenprestatie en het feit of een partij verzekerd is zijn dus ook factoren die moeten worden meegewogen bij de vraag of toerekening redelijk is.
Toerekenen blijft echter de hoofdregel.
Niet toerekenen bij een tekortkoming die is veroorzaakt door een gebruikte zaak is de uitzondering.
Welke 2 eisen stelt art. 6:74 lid 2 BW ?
Art. 6:74 lid 2 geeft ook nog 2 eisen die getoetst dienen te worden:
1) De nakoming is blijvend onmogelijk; of
2) de schuldenaar verkeert in verzuim.
Wat houdt het in als de nakoming blijvend onmogelijk is?
Als vaststaat dat niet meer correct kan worden nagekomen, is sprake van een blijvend onmogelijke nakoming. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan specieszaken die tenietgaan en niet inwisselbaar zijn.
Wanneer er geen termijn in de overeenkomst is opgenomen, dan kunnen er 2 dingen gebeuren, welke 2 dingen zijn dit?
1) Dan moet er aan de hand van de omstandigheden worden vastgesteld wat een redelijke termijn is.
2) Als de schuldeiser vindt dat de termijn om na te komen verstreken is, is de hoofdregel dat hij de schuldenaar een laatste kans biedt om na te komen door hem een ingebrekestelling te sturen.
Welk artikel geeft de definitie voor een ingebrekestelling en wat betekent dit?
Uit art. 6:82 lid 1 BW blijkt dat een ingebrekestelling een schriftelijke aanmaning is, waarbij de schuldenaar een redelijke termijn wordt geboden om alsnog na te komen. Als de schuldenaar zich vervolgens niet aan deze termijn houdt, treedt het verzuim in en wordt de schuldenaar aansprakelijk voor de schade die de schuldeiser lijdt.
Wanneer spreken we van een schuldeisersverzuim en in welk artikel vind je dit terug?
Ook de schuldeiser kan in verzuim zijn. We spreken dan van schuldeisersverzuim (zie artikel 6:58 BW). Dit is het geval als de schuldeiser zelf verhindert dat de schuldenaar goed kan nakomen
Wat bepaald art. 6:61 lid 1 + 2 BW over het schuldeisersverzuim?
Artikel 6:61 lid 1 BW bepaalt dat schuldeisersverzuim een einde maakt aan het verzuim van de schuldenaar. Lid 2 bepaalt dat de schuldenaar niet in verzuim kan geraken zolang de schuldeiser in verzuim is. De artikelen 6:58 tot en met 6:73 BW geven nog verschillende andere bepalingen over schuldeisersverzuim.
Wanneer is er sprake van dat er een vervangende schadevergoeding wordt geëist in een ingebrekestelling?
De ingebrekestelling vermeldt dan dat vervangende schadevergoeding wordt geëist als de schuldenaar binnen de aangegeven termijn niet nakomt. In deze gevallen heeft de schuldeiser al besloten dat hij geen behoefte meer heeft aan nakoming als niet binnen de termijn wordt nagekomen. De schuldeiser beperkt hiermee zijn mogelijkheden. Door vervangende schadevergoeding te eisen kan hij namelijk geen nakoming of ontbinding meer vorderen. De schuldeiser zal voor de optie van vervangende schadevergoeding kiezen als hij zelf nog wil nakomen.
De schuldeiser kan, naast nakoming, vervangende schadevergoeding of ontbinding, altijd aanvullende schadevergoeding eisen, wat houdt dit in?
Bij nakoming of vervangende schadevergoeding ontstaat de verbintenis tot aanvullende schadevergoeding op grond van artikel 6:74 BW. Bij gehele of gedeeltelijke ontbinding ontstaat de verbintenis tot aanvullende schadevergoeding op grond van artikel 6:277 BW.
Uit welke 2 dingen bestaat de aanvullende schadevergoeding?
vertragingsschade bij te laat presteren (1)
of gevolgschade bij ondeugdelijk presteren (2).
Welke schade precies gevorderd kan worden, is dus afhankelijk van de aard van de tekortkoming in de nakoming.
Wat stelt art. 6:482 lid 1 voorop?
Wat bepaald art. 6:233 sub b BW?
Wat is de zwarte lijst?
Wat is de grijze lijst?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden