Samenvatting: Verbintennisenrecht

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verbintennisenrecht

  • 1 LH 1: Inleiding overeenkomstenrecht

  • 1.2 Zelfbedachte vragen adhv stof

    Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen een consensuele, formele en reële overeenkomst?

    Een consensuele overeenkomst is niet aan vormeisen gebonden.

    Een formele overeenkomst is wel gebonden aan vormvereiste.
    • Koop woning (7:2 BW)
    • Consumenten krediet overeenkomst (7:61 BW)
    • Non-concurrentie beding arbeidsovk (7:653 BW)

    Een reële overeenkomst is ook aan vormeisen gebonden en daarnaast is ook overhandiging van de zaak vereist.
    • Bruikleen (7A:1777 BW)
    • Geldlening (7:129b BW)
  • Welke geschillen kunnen voortkomen met betrekking tot contractsvrijheid?

    • Strijd met openbare orde en goede zeden (3:40 BW)


    Maar ook derden in geschil:
    • Matiging bedongen boete (6:94 lid 2 BW)
    • Algemene voorwaarden (6:246 BW)
    • Consumentenkoop (7:6 BW)
  • Welke vormen zijn er allemaal met betrekking tot vormvrijheid (consensualisme)?

    art. 3:37 lid 1 BW

    • Mondeling
    • Schriftelijk
    • Gedragingen
  • Bij welke verklaringen is er een vormvereiste en wat als dit niet wordt opgevolgd?

    • Koop woning (7:2 BW)
    • Consumenten kredietovk (7:61 Bw)
    • Non-concurrentie beding arbeidsovk (7:653 BW)


    Sanctie bij negering:
    art. 3:39 BW nietigheid
  • Een overeenkomst heeft rechtsgevolgen conform de verbindende kracht 'pacta sunt servanda' welke gronden zijn er met gevolg van nietig/vernietigbaarheid?

    • De gegeven omstandigheden onaanvaardbaar zijn naar maatstaven redelijkheid en billijkheid. (art. 6:248 lid 2 BW)
    • Onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW)
  • Welke uitzonderingen zijn er bij 'belofte maakt schuld' de verbindende kracht?

    Bedenktijd van 3 of 14 dagen bij:
    • Overeenkomst op afstand (art. 6:230 BW)
    • Overeenkomst buiten verkoopruimte (art. 6:230o BW)
    • Timesharing onroerende zaken (art. 7:50d BW) vb. Recht appartement kopen om te gebruiken
    • Koop woning (7:2 BW) 
  • De wet geeft één regeling van het rechtshandelingen- en overeenkomstenrecht die van toepassing is op alle contractspartijen (van leek tot professional, natuurlijke pers en rechtspers. Etc)Er wordt maar zelden van deze regeling afgeweken, bij welke uitzonderingen wordt afgeweken?

    • Uitleg van de overeenkomst, als er onduidelijkheden ontstaan. (Haviltex- arrest)

    • Dwaling (6:228 BW)

    • Toetsing redelijkheid en billijkheid (6:248 lid 2 BW)

    • Algemene voorwaarden (afd 6.5.3 BW)

    • Informatie over dienstverrichters (afd 6.5.2A BW)
  • Wat als er sprake is van een geschil met betrekking tot algemene voorwaarden, met welke uitzonderingen moet je rekening mee houden als het gaat om een consument?

    De consument geniet extra bescherming in de vorm van de zwarte- en grijze lijst. 

    1. Consumenten krijgen bescherming
    2. Grote contractanten zijn uitgesloten
    3. De zwakkere partij geniet bescherming tegenover de grote partij. Vb. Huurdersbescherming, werknemersbescherming, particuliere borg.  
  • Is een natuurlijke verbintenis rechtens afdwingbaar?

    Nee ex art. 6:3 lid 1 BW. De schuldenaar kan ook niet aanspraak maken op afdwingen nakomen art. 6:296 BW

    Vb. Wanneer een partij die verbintenis toch vrijwillig is nagekomen kan deze echter niet (als onverschuldigde betaling) worden teruggevorderd. Wanneer bijvoorbeeld een geldvordering is verjaard kan deze niet meer worden opgeëist. Als de schuldenaar toch vrijwillig zou betalen, kan hij deze betaling niet terugvragen.   

    weddenschap
  • Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit (6:3 lid 1 BW)Is dit stelstel wel zo gesloten?

    De tekst van die bepaling zegt weliswaar dat verbintenissen slechts kunnen ontstaan bij wet, maar men neemt aan dat niet nodig is dat elke verbintenis rechtstreeks op enig wetsartikel van toepassing is/steunt. Quint-te Poel arrest.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart