Bedreiging, misbruik van omstandigheden actio Pauliana - Zelfbedachte vragen adhv stof

15 belangrijke vragen over Bedreiging, misbruik van omstandigheden actio Pauliana - Zelfbedachte vragen adhv stof

Vernietiging op grond van bedreiging art. 3:44 lid 2 vereist:

  • Objectieve relevantie. Een redelijk oordelend mens moet door de bedreiging tot het verrichten van de rechtshandeling bewogen kunnen worden. (vb. Persoonlijke omstandigheden, bedreiging bejaard persoon etc.)

  • Een onrechtmatige bedreiging. Bedreiging is onrechtmatig indien gebruik wordt gemaakt van een ongeoorloofd middel (vb. een wapen), maar ook indien het geoorloofde middel voor een ander doel wordt gebruikt dan waarvoor het is gegeven (vb. dreigen met aangifte)

  • Een causaal verband tussen het bedreigen en het verrichten van de rechtshandeling.

Wanneer is er geen sprake van misbruik van omstandigheden?

Noem een voorbeeld.

Enkel de wetenschap dat de wederpartij onder de druk van een bepaalde omstandigheid een rechtshandeling verricht die hij anders niet zou hebben verricht, is niet voldoende voor het aannemen van misbruik van omstandigheden.

Vb. A ontvangt lening van B, maar A moet wel meer rente over de lening betalen of producten van het bedrijf van B verkopen. Dit is geen misbruik van omstandigheden. Immers, zonder lening had A wel eens veel verder in de problemen kunnen komen.

Kan een voortbouwende overeenkomst ook gewijzigd worden om vernietiging te voorkomen?

Ja, dit kan ook op grond van art. 6:230 BW
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Betreft Actio Pauliana: kan de beschikkingsbevoegdheid van de schuldenaar hierdoor ook worden beperkt?

Het verhaalsrecht van de schuldeiser beperkt de beschikkingsbevoegdheid van de debiteur niet.

De schuldeiser kan zich beroepen op wettelijke vermoedens indien de wederpartij/debiteur gevolgen van de rechtshandeling wist of behoorde te weten.

In welke artikelen staan deze wettelijke vermoedens?

Art. 3:46 en art 3:47 BW

Wanneer is er sprake van een onvolmaakte rechtshandeling, en in welke twee groepen kan dit worden verdeeld?

Voldoet een rechtshandeling niet aan de door de wet gestelde vereisten, dan is sprake van een onvolmaakte rechtshandeling.

Deze kun je onderverdelen in:
  • van rechtswege nietig (krachtens wetsbepaling)(art. 3:39, 3:40 lid 1 en 3:43 BW)
  • vernietigbaar (bevoegdheid contractspartij om te vernietigen) (art. 3:44 en 6:228 BW)

Wat is verschil tussen absolute en relatieve nietigheid?

  • Absoluut: dan werkt het tegenover iedereen en iedereen de nietigheid kan laten gelden.

  • Relatief: werkt het slechts ten aanzien van bepaalde personen of relaties (komt vrij weinig voor, vb Actio Pauliana.

Een nietige overeenkomst mist de door partijen beoogde rechtsgevolgen en verplicht partijen om:

De ontvangen prestaties op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) ongedaan te maken.

Wat is het uitgangspunt van partiële nietigheid en waar staat dit geregeld?

Uitgangspunt is dat de overeenkomst in een nietig en een geldig deel kan worden gesplitst. (3:41 BW)

NB: kan ook uit wetsbepaling voortvloeien vb proeftijd aovk 7:652 BW 

Bij dwaling kan eventueel (ter opheffing van) het nadeel gewijzigd worden bij welke wilsgebrek(en) kan dit nog meer?

Misbruik van omstandigheden (art. 3:54 lid 1 BW)

Vaak sprake bij financieel nadeel. Tevens bij dwaling.

Wat betekent discretionaire bevoegdheid van de rechter?

Bij wijziging van het nadeel op verzoek van een van de partijen is de rechter bevoegd om de gevolgen van de rechtshandeling te wijzigen.

Wat als een rechtshandeling met betrekking tot een registergoed moet worden vernietigd, waar moet je dan rekening mee houden?

Een registergoed die al is ingeschreven in de openbare registers of de levering van een registergoed bestemde akte (3:89 BW) , kan alleen vernietigd worden als alle partijen in de vernietiging berusten (er vrede mee hebben om te vernietigen) (art. 3:50 lid 2 BW)

Een rechterlijke uitspraak vernietig een rechtshandeling doordat een beroep in rechte op een vernietigingsgrond wordt aanvaard (3:51 lid 1 BW).

Dit kan op drie manieren geschieden:

  • Rechtsvordering tot vernietiging.
  • Reconventie: voor overdracht wordt wilsgebrek al opgemerkt een van de partijen werkt niet mee, dus wordt gedagvaard. Dan voert de gedaagde vervolgens de reconventie uit (tegeneis)
  • Exceptief verweer: verweren tegen wilsgebrek, beroep doen op vernietiging (3:51 lid 3 BW)

Wat is extinctieve verjaring en waar in de wet staat dit?

De rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling verjaart door een termijn van drie jaren (3:52 lid 1 BW)

Bij extinctieve verjaring (bevrijdend) geldt: door de verjaring gaat alleen de mogelijkheid teniet om het recht door middel van een rechtsvordering te effectueren (verwezenlijken). Het recht waaraan de rechtsvordering is gekoppeld, blijft in stand (zwakke werking van ext. verjaring)

Extinctieve verjaring is geregeld in 3:306 BW en is van toepassing op de algemene bepalingen verjaring van titel 3.11 dit betekent dat de termijn kan worden gestuit (tegengehouden) of verlengd. (art. 3:316-319   verlenging 320-321 BW)!

Wat wordt bedoeld met verjaring stuiten?

Rechtsvorderingen verjaren na verloop van tijd. Met het intreden van verjaring vervalt het vorderingsrecht van een schuldeiser. Om verjaring te voorkomen dient de schuldeiser deze te stuiten: er begint dan een nieuwe verjaringstermijn te lopen. (3:316- 319 BW)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo