Samenvatting: Verdieping Sport- En Exercisepsychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verdieping sport- en exercisepsychologie
-
Coaching en leiderschap
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/12/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie concepten staan centraal in het ‘meditatiemodel van leiderschap’? Leg kort uit wat bedoeld wordt met ‘Players’ evaluative reactions’
-Coach gedrag
-Percepties van spelers
-Evaluatieve reacties van spelers -> spelers evaluaren het gedrag van de coach en uiten dit naar de coach -
De CBAS is een obervatiesysteem voor coachgedrag; welke twee klassen van gedrag worden in de CBAS onderscheiden? Waarom wordt dit onderscheid gemaakt?
Reactief gedrag: gedrag reagerend op bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij hele goede prestaties of juist fouten.
Spontaan gedrag: gedrag in het algemeen, niet geleid door een voorafgaande situatie. Een voorbeeld hiervan is een technische instructie of aanmoediging.
Dit onderscheid wordt gemaakt omdat reacties op situaties vaak anders zijn dan algemene gedragingen. Ook kan op deze manier gekeken worden op welk specifiek vlak de coach zich kan verbeteren. -
Wat is het doel van het mediatiemodel van Smith en Smoll (en de daaruit voortvloeiende onderzoeken)?
Het doel van het meditatiemodel van Smith en Smoll is om de meest betekenisvolle coachgedraging proberen te meten, vanuit het oogpunt van observator, speler en trainer. Zo kan gekeken hoe het gedrag van de coach verbeterd kan worden om een beter klimaat binnen de groep te creëren. -
Wat is het achterliggende idee van de opstellers van Chelladurai's 'multidimensionele model van leiderschap' om zowel aandacht te besteden aan het vereiste coachgedrag, het actuele coachgedrag en het gewenste coachgedrag?
De drie verschillende gedragingen genoemd in het multidimensionale model komen door verschillende factoren tot stand en worden daarom apart benoemd. Het vereiste gedrag komt voornamelijk voort uit het niveau van het team en hun doelen. Het gewenste gedrag komt voornamelijk voort uit voorkeuren van de sporters hoe zij benaderd willen worden door de coach. Het actuele gedrag komt juist voort uit de coach zijn eigen opvatting, ervaring en karakter, hoe hij denkt het beste het team te kunnen coachen. Deze gedragingen kunnen wel invloed op elkaar uitoefenen, maar komen door aparte factoren tot stand. -
Wat is het verschil tussen 'value congruence' en 'perceptual congruence' en waarom is dit onderscheid van belang bij de empirische onderbouwing van Chelladurai's 'multidimensionele model van leiderschap'?
Value congruence: Dit wijst naar de overeenkomsten tussen atleten over percepties en voorkeuren. De verschillen hierin worden dan ook vaak toegewezen aan de waarde die een atleet of coach hecht aan een bepaalde gedraging.
Perceptual congruence: De overeenstemming tussen speler en coach over het gedrag van de coach. Afwijkingen hierin komen voornamelijk door persoonlijke problemen tussen coach en speler.
Perceptual congruence heeft vooral invloed op het gewenste gedrag en actuele gedrag. Als deze twee redelijk gelijk zijn is er een hoge perceptuele congruentie. Daarentegen de value congruence heeft betrekking op het vereiste gedrag. -
De LLS ('Leadership Scale for Sports) is ontwikkeld om de elementen uit Chelladurai's 'multidimensionele model van leiderschap' te kunnen meten. De vragenlijst bestaat uit 40 items die 5 dimensies van gedrag bestrijken. Leg uit waarom er drie versie van de LLS zijn.
Er zijn drie verschillende versies van de Leadership Scale for Sports (LSS) om drie verschillende aspecten te meten. Er is een versie van de LSS die de voorkeuren van de atleet meet voor specifiek leidergedrag, een versie die de percepties van atleten meet over het leidergedrag van hun eigen coach en een versie die de percepties van de coach zelf over hun eigen gedrag meet. -
Leg uit welke leiderschapsgedragingen waarschijnlijk contraproductief zijn voor de ontwikkeling van 'sport as pursuit of pleasure'.
Waarschijnlijkemphasis on winning, fostering competitiveness, demanding and directive leadership en cultivating self-interest.Bij al deze leiderschapsgedragingen wordt de nadruk gelegd op het belang van winnen van anderen en vooral voor jezelf gaan. Hierbij wordt het plezier in de sport niet als belangrijk gezien of de groei ten opzichte van jezelf. -
In H5 worden twee leiderschapsmodellen gepresenteerd, het ‘Multidimensional Model of Leadership in Sport’ en het ‘Mediational Model of Leadership’. Later zijn er aanvullingen en wijzigingen op de twee modellen beschreven en nieuwe modellen voor leiderschap ontwikkeld. Welke aspecten van het ‘Multidimensional Model of Leadership in Sport’ en het ‘Mediational Model of Leadership’ behoeven naar jouw idee aanpassingen en/of verbeteringen? Licht je antwoord toe.
............. -
Is er in het ‘Multidimensional Model of Leadership in Sport’/‘Mediational Model of Leadership’ plaats voor persoonlijkheidseigenschappen van een coach? Waarom zou dat wel/niet zo zijn?
In het meditational model kunnen de persoonlijkheidseigenschappen van een coach eventueel worden meegenomen in de eerste variabele, namelijk coachgedrag. Bij het multidimensional wordt de persoonlijkheid van de coach genoemd bij leader characteristics, dat hoort bijactual behavior. -
Kinderen in de sport
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/12/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Vat de richtlijnen van Smith en Smoll’s MAC programma samen.
Bij de MAC wordt de nadruk gelegd op een positief leerklimaat. Succes wordt niet afgemeten aan winnen. Er wordt nadruk gelegd op wat iemand kan en ook de inzet wordt beloond.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden