Samenvatting: Verhaalanalyse | 9785654423788

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 34 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verhaalanalyse | 5654423789

  • 1 Theorie verhaalanalyse

  • 1.1 Personages

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer is een personage een karakter?

    • als je weet wat hij/zij denkt of voelt.
    • het personage maakt een verandering door.
    • zijn/haar karakter is wisselend.
  • Wat doe je als je een personage moet beschrijven?

    Je beschrijft een personage met behulp van gegevens uit het verhaal. Als je een relatie beschrijft, beschrijf je die van twee kanten.
  • 1.2 Tijd

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Met welke twee begrippen kant een verhaal openen?

    • opening in de handeling
    • informatieve opening
  • Wanneer opent een verhaal met een informatieve opening?

    De schrijven introduceert eerst zijn personages en de plaats waar het verhaal zich af gaat spelen.
  • Wanneer eindigt een verhaal met een gesloten einde?

    Alle belangrijke vragen zijn beantwoord.
  • Welke tijdsverlopen kun je in een verhaal tegen komen?

    • chronologisch    ->    terug- of vooruitwijzingen
    • niet-chronologisch    ->   flashbacks en flashforwards
    • tijdsprong
    • tijdversnelling
    • tijdvertraging
  • Wanneer is een tijdsverloop chronologisch?

    Gebeurtenissen staan in de volgorde waarin ze plaatsvinden. Er zijn eventueel terug- of vooruitwijzingen. Deze zijn kort en doorbreken de chronologie niet.
  • Wanneer is een tijdsverloop niet-chronologisch?

    Gebeurtenissen staan niet in de volgorde waarin ze plaatsvinden. De schrijver maakt gebruik van flashbacks en flashforwards. Deze beschrijven een aparte handeling in het verleden of in de toekomt.

    Let op: Een flashback kan zelfs in 1 alinea beschreven worden!
  • Wanneer zit er in een tijdsverloop een tijdsprong?

    De schrijver slaat een stuk van het verhaal over. De periode wordt dus niet beschreven. Je herkent het vaak aan 'drie maanden later' of 'een uur later' etc.
  • Wanneer zit er in een tijdsverloop een tijdversnelling?

    Als bepaalde (onbelangrijke) stukken in enkele woorden of regels worden samengevat.
LET OP!!! Er zijn slechts 34 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart