Samenvatting: Verkoop In De Drogisterij
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verkoop in de drogisterij
-
1 Basiskennis en communicatie
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer valt een artikel onder de geneesmiddelenwet?
Wanneer een Warenwetartikel wordt aangeprezen met een medische claim (ziekte of aandoening), wordt dit artikel door deze aanprijzing een geneesmiddel en moet het ook geregistreerd worden als een geneesmiddel.
Bijv: drop verkopen tegen keelpijn --> geneesmiddelenwet -
Wat wordt aangegeven bij de algemene kenmerken in de bijsluiter?
- kwantitatieve samenstelling
- kwalitatieve samenstelling
- vorm/inhoud (tablet/zalf etc)
- tot welke groep geneesmiddelen
- wie verantwoordelijk voor handel
- RVG/RVH nummer
-
Wat wordt bij de indicatie/toepassingen van het geneesmiddel aangegeven in de bijsluiter?
Onder de indicaties wordt aangegeven waarvoor het geneesmiddel is bedoeld, dat wil zeggen in welke gevallen en bij welke aandoeningen het kan worden toegepast.
Een indicatie voor een pijnstiller is bijvoorbeeld hoofdpijn of menstruatiepijn.
Een indicatie voor een kalmerend middel is bijvoorbeeld nervositeit of stress. -
Wat wordt aangegeven bij contra-indicaties in de bijsluiter?
Hier wordt aandacht besteed aan de gevallen waarin het geneesmiddel niet moet worden gebruikt.
We noemen die gevallen ook wel contra-indicaties.
Pijnstillers bevatten bijvoorbeeld bestanddelen waar men overgevoelig voor kan zijn. Een contra-indicatie voor pijnstillers is dan overgevoeligheid. -
Bij welke vorm geneesmiddelen gebruik je ook wel een nebulisator?
Druppels -
Wat is het verschil tussen zalf en creme?
Zalven bevatten nauwelijks water, vaak wel wat stoffen in poedervorm.
Cremes zijn vaak water-in-olie emulsies -
2 Anatomie en fysiologie
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Geef drie functies van de lever.
- De lever produceert gal, dat ervoor zorgt dat vetten worden afgebroken.
- Ook kan de lever de werking van schadelijke stoffen afzwakken of uitschakelen. We noemen dit 'ontgiften'.
- Bovendien zorgt de lever er ook nog voor dat ons lichaam een constante temperatuur heeft.
- De lever produceert gal, dat ervoor zorgt dat vetten worden afgebroken.
-
Welke drie soorten bloevaten zijn er?
- Slagaders: vanuit het hart stroomt het bloed in de slagaders.
- Haarvaten: de slagaders vertakken zich tot zeer fijne haarvaten. Deze zitten overal in het lichaam. Via de haarvaten komt het bloed dus op de verschillende plaatsen in het lichaam.
- Aders: de haarvaten komen weer samen in aders.
Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart.
- Slagaders: vanuit het hart stroomt het bloed in de slagaders.
-
Geef de drie soorten bloedcellen.
- Rode bloedcellen
Rode bloedcellen zorgen voor het vervoer van zuurstof.
Witte bloedcellen
Witte bloedcellen zorgen voor het 'opeten' van ziektekiemen. Het zijn de "soldaatjes" van ons bloed.
Bloedplaatjes
De bloedplaatjes zorgen ervoor dat het bloed kan stollen. Je kunt dat zien als zich een korst vormt bij een wondje.
- Rode bloedcellen
-
3 Pijn
Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke soorten pijn onderscheiden we? (5)
- stekende/snijdende pijn (beschadiging weefsel, ontsteking zenuwen)
- brandende pijn (minder intens dan stekend, maar houdt wel langer aan)
- kloppende pijn ( combinatie stekende en brandende pijn, ontsteking)
- doffe pijn (dieper in lichaam, ingewanden. langdurig)
- spastische pijn (komt in golven)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden