Samenvatting: Verloskunde Module 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verloskunde module 1

• 1 Week 1

• 1.1.1 Endocrinologie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• De bijnierschors speelt een rol bij chronische stress.Uit welke 3 lagen bestaat de bijnierschors?Wat produceert elke laag? En wat voor effect heeft dat in het lichaam?Welke 2 lagen zijn van invloed op het stresssysteem.

  Van buiten naar binnen:
  
  Glomerulosa: aldosteron (= mineralocorticoïden)
  - Bloeddruk = RR stijgt
  
  Fasiculata: cortisol:  (1 van de glucocorticoïden)
   - stijging bloedglucose, vetzuren, aminozuren. 
  - RR strijgt
  - ontstekingsremmend. 
  - dag/nachtritme.
  - stemming/alertheid
  
  Deze bovenste 2 van invloed op stresssysteem. 
  
  Reticularis: androgenen (geslachtshormonen in lage hoeveelheid). 
  - testesteron 
  - oestrogeen

• Wat zijn de risico's voor een zwangere met het syndroom van Cushing? Hypercortisolisme

  - miskraam
  - vroeggeboorte
  - pre emclampsie
  - GDM (zwangerschapsdiabetes)
  - hartfalen

• 1.1.2 Methodologie

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem de drie designs die passen bij obervationeel kwantitatief onderzoek. En geef aan wat het is.

  Dwarsdoorsnede onderzoek (= cross-sectioneel = transversaal): onderzoek op bepaald moment (bv nu in de klas bloeddruk opmeten).
  
  Cohortondzoek: langere tijd grote groepen volgen.
  
  Case-control : gaat uit van de uitkomst

• Welke  drie onderzoekdesigns passen bij experimenteel kwantitatief onderzoek? Geef aan wat het inhoud.

  Clinical trial: alle proefpersonen krijgen een behandeling. Kijken naar reactie. 
  
  Controlled clinical trial:
  - een deel  van de proefpersonen krijgt een behandeling.
  - een deel niet. 
  
  Randomized controlled trial (RCT)
  - een deel van de proefpersonen krijgt een behandeling. 
  - Een deel niet
  - er wordt geloot wie in welke groep zit. 
  
  
  
  
      

• Welke designs hebben de sterkste bewijskracht. Geef aan van boven = sterkste naar onder minst sterk.

  1. Systemetic review/ meta-analyse
  2. RCT
  3. Cohort studies
  4. Case control
  5. Case series - case report
  6. Editornials , expert opinions

• 2 Week 2

• 2.1 Fertiliteit /subfertiliteit

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 3 gebeurtenissen worden geinduceerd door de verhoging van de ratio oestrogeen/progesteron. En wat houden de gebeurtenissen in? Wat is het resultaat van deze gebeurtenissen?

  - oxytocine receptoren (worden minder geremd doordat progesteronspiegel omlaag gaat)
  - gapjunctions gevormd (Calcium gaat ook snel naar andere gladde spiercellen in de uterus).
  - synthese prostagladines (stimuleren de contractiliteit van de uterus. 
  Een contractie die zich met een snelheid van 2 cm/s over de uterus verplaatst.

• Wat is de rol van relaxine in de zwangerschap?Waar wordt het in zws geproduceerd?

  WErkt samen met progesteron.
  Doel relaxatie uterus.
  
  bijverschijnsel: versoepelt ook de ligamenten van symfyse en cervix. 
  
  Productie: myometrium en placenta. 
  vanaf 7 wk zws. 
  spiegel hoogst begin zws.

• 2.2 Onderzoek

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk design past bij een interventie vraag?zoals: hoe moet ik deze infectie behandelen?

  RCT

• Welk design past bij een etiologische vraag?Wat is de oorzaak van deze klacht?

  Cohort studies.

• Welk design past bij een diagnose vraag?Wat is de beste manier om te bepalen of deze zwangere een groeiachterstand heeft?

  Diagnostische studies