Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Verpleegkundige en medische kennis 3.1 - preventie / brabbelen-voedingsproblemen-groei

Gynaecologie/zuigelingenperiode - Verpleegkundige kennis

Q: Ook de sociale omgeving kan veel invloed hebben op de ontwikkeling van de zuigeling. Zo heeft een lage SES vaker een negatieve invloed dan een hoge SES. Ook de gezinssamenstelling kan van invloed zijn, maar vaak is de sfeer bepalender. Verder wordt de ouder-kindrelatie opgebouwd. Welke twee begrippen zijn hierbij er belangrijk?

Sensitiviteit = het totaal van aandacht geven, kijken waaraan een kind behoefte heeft en dit opmerken Respontiviteit = het goed interpreteren van de signalen en inspelen op de behoeften van het kind

17 belangrijke vragen over Gynaecologie/zuigelingenperiode - Verpleegkundige kennis

Een zuigeling (tot de leeftijd van een jaar) is voor zijn basisbehoeften volledig afhankelijk van zijn omgeving. Het kind kan deze behoeften duidelijk maken door te huilen, bewegen of zijn mimiek aan te passen. In het begin kan het voor ouders lastig zijn om te ontdekken wat het kind bedoelt, maar later groeien de ouders en het kind hierin naar elkaar toe.

Wat maakt de zuigelingenfase zo typerend?

Typerend voor de zuigelingenfase zijn de continue veranderingen waaraan de ouders zich steeds aan moeten passen en het hele snelle ontwikkelingstempo.

Elke nieuwe motorische ontwikkeling biedt de mogelijkheid tot weer andere, nieuwe ontwikkelingen. Het heeft geen zin om de motoriek te stimuleren voordat de zenuwbanen daar klaar voor zijn. Wanneer de zuigeling er wel aan toe is, heeft stimuleren wel zin, aangezien dit het rijpingsproces bevordert. Wat zijn enkele anatomische en fysiologische veranderingen met betrekking tot de motoriek en volgens welke 3 wetmatigheden verloopt de ontwikkeling van de motoriek?

Door de vorming van uitlopers aan de zenuwcellen komt een heel netwerk tot stand wat de motoriek bevordert
Reflexen van de baby verdwijnen naarmate het zenuwstelsel rijper wordt
De basis voor de motorische ontwikkeling wordt in het eerste jaar aangelegd, de jaren daarop staan vooral in het teken van verfijning

Van hoofd naar stuit
Van binnen naar buiten
Van grof naar motorisch

Voor het ontwikkelen van taal en spraak is het van belang dat de omgeving die taal ook stimuleert. Taal kan verder gestimuleerd worden door een goed gehoor, visuele en tactiele prikkels, spontaan praten van de ouders tegen het kind en een goede anatomische ontwikkeling van de mond, neus en keel. Hoe ontwikkelt de taal zich in het eerste levensjaar?

De eerste weken begint de zuigeling met geluidjes maken (vocalisaties)
Bij 2 maanden -> tateren en allerlei klanken die het kind zelf verzint
Bij 7 maanden -> brabbelen in klanken die bij de moedertaal horen
De eerste verjaardag -> sociaal brabbelen

Voor het ontwikkelen van taal en spraak is het van belang dat de omgeving die taal ook stimuleert. Taal kan verder gestimuleerd worden door een goed gehoor, visuele en tactiele prikkels, spontaan praten van de ouders tegen het kind en een goede anatomische ontwikkeling van de mond, neus en keel. Hoe ontwikkelt de taal zich in het eerste levensjaar?

De eerste weken begint de zuigeling met geluidjes maken (vocalisaties)
Bij 2 maanden -> tateren en allerlei klanken die het kind zelf verzint
Bij 7 maanden -> brabbelen in klanken die bij de moedertaal horen
De eerste verjaardag -> sociaal brabbelen

De cognitieve ontwikkeling is het proces van leren, verwerken en opnieuw kunnen gebruiken van kennis en informatie. Hoe leert een zuigeling en hoe kan de cognitieve ontwikkeling worden gestimuleerd?

Een zuigeling leert door de ervaringen die hij heeft met het doen en waarnemen. De cognitieve ontwikkeling kan bijvoorbeeld worden gestimuleerd door als ouder op het kind te reageren

Ook de sociale omgeving kan veel invloed hebben op de ontwikkeling van de zuigeling. Zo heeft een lage SES vaker een negatieve invloed dan een hoge SES. Ook de gezinssamenstelling kan van invloed zijn, maar vaak is de sfeer bepalender. Verder wordt de ouder-kindrelatie opgebouwd. Welke twee begrippen zijn hierbij er belangrijk?

Sensitiviteit = het totaal van aandacht geven, kijken waaraan een kind behoefte heeft en dit opmerken

Respontiviteit = het goed interpreteren van de signalen en inspelen op de behoeften van het kind

Voeding speelt een belangrijke rol bij de groei en rijping van kinderen. Borstvoeding heeft aantoonbare gunstige effecten op de gezondheidstoestand van moeder en kind, ook op de langere termijn. Deze beschermende werking wordt toegeschreven aan de aanwezigheid van immunoglobinen, lysozymen, lactoferrine en cellulaire componenten. Wat zijn enkele voordelen van borstvoeding?

Optimale voedingswaarde
De samenstelling past zich aan op het kind
Het bevat veel immunoglobinen die de kans op infecties verminderen
Bij ten minste 3-4 maanden is de kans op astma kleiner
Het bevordert de hechting door intensief contact
Het bevordert de smaakontwikkeling door de veranderlijke geur
Het is makkelijk: altijd bij de hand en op temperatuur
Goedkoop
Minder kans op botontkalking bij de moeder op latere leeftijd
Minder kans op premenopauzale borstkanker bij moeder
Vermindert de kans op ziekten en aandoeningen bij het kind

Kunstvoeding is industrieel bereide zuigelingenvoeding waarin de effecten/samenstelling van moedermelk zoveel mogelijk worden nagebootst. Redenen kunnen zijn: negatieve ervaringen met borstvoeding, minder grote belasting dan borstvoeding, beter te combineren met werk, een ander dan de moeder kan de baby voeden en de ouder kan precies monitoren hoeveel de baby drinkt. Na de leeftijd van 6 maanden wordt aanbevolen om opvolgmelk te geven. Iets anders wat aanbevolen wordt, direct op het moment van de geboorte al, is suppletie in de vorm van vitamine K en D. Waarom wordt dit aanbevolen en zijn er ook momenten waarop dit niet nodig is?

Vitamine K helpt bij de bloedstolling en wordt aangeraden tot de leeftijd van 13 weken. Bij minimaal 500 ml volledige zuigelingenvoeding (kunstvoeding) is dit niet noodzakelijk

Vitamine D helpt bij de botopbouw en wordt aangeraden tot de leeftijd van 4 jaar zowel bij borstvoeding als bij kunstvoeding

Beweging is een voorwaarde om gezond te kunnen opgroeien. Dit moet dan wel veilig gebeuren. Door de snelle ontwikkeling ontstaan er vaak situaties die ouder niet overzien. Ook zien jonge kinderen zelf geen gevaar en zijn ze voor hun veiligheid van anderen afhankelijk. De belangrijkste ongevalsrisico's zijn samengevat in de vijf V's. Waar staan deze vijf v's voor?

Vallen
Vergiftiging
Verstikking
Verdrinking
Verbranding door hete stoffen

Enkele bedreigingen op het gebied van voeding zijn voedselweigering, spugen, voedingskrampjes en voedselallergie.

Het weigeren van specifieke voeding op heel jonge leeftijd kan te maken hebben met een lichamelijke afwijkingen, een autismespectrumstoornis of voedselovergevoeligheid. De prevalentie van voedselallergie bij kinderen tot 3 jaar is 4-8%. Wat kunnen redenen zijn voor spugen en voedingskrampjes?

Spugen is in de eerste levensmaanden normaal. Dit komt door de anatomische verhouding van de slokdarm naar de maag. Op de leeftijd van enkele weken is wel verder onderzoek nodig, meestal is een infectie de oorzaak.

Voedingskrampjes uiten zich in het aanvalsgewijs huilen met het optrekken van de beentjes en komen soms door een te moeilijk verteerbaar dieet van de moeder of heel soms door voedselovergevoeligheid

Bedreigingen bij kinderen op het gebied van ontlasting zijn obstipatie en diarree. Diaree bestaat uit een acute vorm die meestal het gevolg is van gastro-enteritis - en voldoende vocht en een normaal voedingspatroon zijn hierbij belangrijk - en uit een chronische vorm, wat altijd reden is voor nader onderzoek.

Hoe wordt obstipatie bij jonge kinderen ook wel genoemd en wat zijn enkele belangrijke punten hierbij?

Obstipatie wordt bij jonge kinderen moeizame harde ontlasting genoemd door de vele variatie in het ontslastingspatroon.

Bij volledig borstgevoede zuigelingen komt het niet veel voor.
In het eerste halfjaar kan de zuigeling voor defecatie 10 minuten hard gaan huilen, dit is normaal
Obstipatie op de leeftijd van 3 maanden kan wijzen op de ziekte van Hirschsprung
Bij aanhoudende obstipatie ondanks lactulose kan verwijzing naar de kinderarts noodzakelijk zijn

Bedreigingen bij kinderen op het gebied van ontlasting zijn obstipatie en diarree. Diaree bestaat uit een acute vorm die meestal het gevolg is van gastro-enteritis - en voldoende vocht en een normaal voedingspatroon zijn hierbij belangrijk - en uit een chronische vorm, wat altijd reden is voor nader onderzoek.

Hoe wordt obstipatie bij jonge kinderen ook wel genoemd en wat zijn enkele belangrijke punten hierbij?

Obstipatie wordt bij jonge kinderen moeizame harde ontlasting genoemd door de vele variatie in het ontslastingspatroon.

Bij volledig borstgevoede zuigelingen komt het niet veel voor.
In het eerste halfjaar kan de zuigeling voor defecatie 10 minuten hard gaan huilen, dit is normaal
Obstipatie op de leeftijd van 3 maanden kan wijzen op de ziekte van Hirschsprung
Bij aanhoudende obstipatie ondanks lactulose kan verwijzing naar de kinderarts noodzakelijk zijn

De hechtingsrelatie is het beste zichtbaar na het eerste levensjaar. Bij verschillende verzorgers kunnen verschillende hechtingsstijlen aanwezig zijn. Wat zijn enkele factoren die de hechting kunnen vermoeilijken?

Eigen onverwerkte jeugervaringen
Relatieproblemen tussen ouders onderling
Problemen in de zwangerschap
Problemen bij de bevalling
Postpartumdepressie
Problemen met de baby

Ongeveer 3% van alle kinderen in Nederland is in 2017 blootgesteld aan een vorm van kindermishandeling. Bij kindermishandeling en huiselijk geweld dienen altijd de stappen van de Meldcode doorlopen te worden. Signalen van kindermishandeling zijn vaak a-specifiek en niet altijd makkelijk te duiden. Wat kunnen 5 signalen zijn en wat is Abusive Head Trauma?

Matige groei
Ontwikkelingsachterstand
Voedingsproblemen
Huidafwijkingen
Failure tot trive (niet voldoende groei)

Abusive Head Trauma = het door elkaar schudden van de baby door een wanhopige ouder en dit kan ernstige hersenschade tot gevolg hebben, ook wel het shakenbabysyndroom genoemd

Ongeveer 3% van alle kinderen in Nederland is in 2017 blootgesteld aan een vorm van kindermishandeling. Bij kindermishandeling en huiselijk geweld dienen altijd de stappen van de Meldcode doorlopen te worden. Signalen van kindermishandeling zijn vaak a-specifiek en niet altijd makkelijk te duiden. Wat kunnen 5 signalen zijn en wat is Abusive Head Trauma?

Matige groei
Ontwikkelingsachterstand
Voedingsproblemen
Huidafwijkingen
Failure tot trive (niet voldoende groei)

Abusive Head Trauma = het door elkaar schudden van de baby door een wanhopige ouder en dit kan ernstige hersenschade tot gevolg hebben, ook wel het shakenbabysyndroom genoemd

Verslavingen van de ouders geeft bij het kind risico op lichamelijke en psychologische factoren die een negatieve invloed hebben op de hechting. Enkele van deze factoren zijn mortaliteit, een laag geboortegewicht, een verhoogde kans op verwaarlozing en het ontbreken van toezicht.

Alcohol tijdens de zwangerschap geeft risico op het foetaal alcoholsyndroom (FAS). Wat kenmerkt dit syndroom?

Een vertraagde groei
Een slechte zuigreflex en voedingsproblemen bij het ouder worden
Afwijkingen van het gezicht, organen en andere lichaamsdelen: platte neus, smalle bovenlip en smalle oogspleetjes als belangrijkste punten
Neurologische problemen als een lager IQ, slechte coördinatie, leerproblemen, hyperactiviteit en slecht sociaal functioneren

Verslavingen van de ouders geeft bij het kind risico op lichamelijke en psychologische factoren die een negatieve invloed hebben op de hechting. Enkele van deze factoren zijn mortaliteit, een laag geboortegewicht, een verhoogde kans op verwaarlozing en het ontbreken van toezicht.

Alcohol tijdens de zwangerschap geeft risico op het foetaal alcoholsyndroom (FAS). Wat kenmerkt dit syndroom?

Een vertraagde groei
Een slechte zuigreflex en voedingsproblemen bij het ouder worden
Afwijkingen van het gezicht, organen en andere lichaamsdelen: platte neus, smalle bovenlip en smalle oogspleetjes als belangrijkste punten
Neurologische problemen als een lager IQ, slechte coördinatie, leerproblemen, hyperactiviteit en slecht sociaal functioneren