Voortplantingsstelsel/organisatie JGZ - Verpleegkundige kennis

5 belangrijke vragen over Voortplantingsstelsel/organisatie JGZ - Verpleegkundige kennis

De JGZ wordt geregeld door de gemeente en komt voort uit een aantal wetten. In (1 van) deze wetten staat bijvoorbeeld dat er voor de uitvoering van de JGZ ten minste moet worden gezorgd voor:
- Het op systematisch wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand
- Het ramen van de behoeften aan zorg
- Vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen
- Geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding
- Het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen

Door welke twee wetten wordt de JGZ vormgegeven?

Wet publieke gezondheid
Jeugdwet

Het Landelijke Professioneel Kader (LPK) geeft per ontwikkelingsfase van een kind aan wanneer JGZ-organisaties uit het Basispakket JGZ moet aanbieden: flexibel en op maat van de jeugdige. Op deze manier ontstaat een doorlopende, samenhangende en onderbouwde zorglijn waarbij de fysieke, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van een kind wordt gemonitord. Het schema Ontwikkelingsaspecten en Omgevingsinteractie (O&O) sluit aan op het LPK. Wat houdt dit schema in?

Het schema O&O is bedoeld om JGZ-professionals richting te geven in een dialoog met het kind, de jongere en de ouders. In het schema worden essentiële ontwikkelingsaspecten per leeftijdsfase van het kind benoemd. Ouders, jongere en kind worden door het schema meer in hun eigen kracht gezet en krijgen de regie in handen.

De Basisdatatest (BDS) JGZ vormt de inhoudelijke basis van het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). Wat is het doel van de BDS?

Het doel van de BDS is uniforme registratie voor de best mogelijke zorg. De BDS JGZ geeft aan wat er kan worden gerapporteerd en op welke manier dat moet gebeuren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De JGZ maakt steeds meer gebruik van wetenschappelijk onderbouwde instrumenten als Het Van Wiechenonderzoek en De Baecke-Fassaert Motoriektest. Wat houden deze twee instrumenten in?

Het Van Wiechenonderzoek
Wordt uitgevoerd om de ontwikkeling van zuigelingen en peuters te volgen en is daarnaast ondersteunend aan zowel ouders als de professional om de ontwikkeling van het kind te bespreken. Het VWO bestaat uit 75 ontwikkelingskenmerken verdeeld over drie ontwikkelingsvelden.

De Baecke-Fassaert Motoriektest
Deze test wordt uitgevoerd om de motorische ontwikkeling van kleuters te beoordelen en zo problemen en stoornissen in de motorische ontwikkeling op te sporen.

Screening is een methode die wordt gebruikt bij bevolkingsonderzoek en is dus niet hetzelfde als bevolkingsonderzoek. Met screening kan worden aangetoond of iemand een (voor)stadium van een bepaalde aandoening heeft. Screening valt onder geïndiceerde, secundaire preventie en is gericht op het opsporen en ongedaan maken van gezondheidsproblemen. Bekend bij screening zijn de termen sensitiviteit en specificiteit. Wat houden deze twee termen in?

Sensitiviteit: Het percentage werkelijk zieke personen dat door de screening wordt opgespoord. Hoe kleiner het aantal fout-negatieven, hoe hoger de sensitiviteit.

Specificiteit: Het percentage werkelijk gezonde personen dat door de test als zodanig wordt aangegeven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo