Samenvatting: Verpleegkundige Kennis 2.2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verpleegkundige kennis 2.2
-
Vera: Organisatiedoelen en beleid; kenmerken van langdurige zorg en reuma
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21/04/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Aan de vier fasen van het verpleegkundig redeneren moet een prefase aan vooraf gaan waarin doelen bereikt worden. Het realiseren van de doelen in de prefase kan de verpleegkundige helpen goed om te gaan met de spanning die er bestaat in haar team of op haar afdeling tussen de heersende financiële kaders en vakinhoudelijke kaders. Wat zijn deze vier doelen?
- Vertrouwen tussen patiënt en verpleegkundige
- Definitie van de rollen die beide partijen zullen hebben
- Een gelegenheid creëren voor de patiënt om zijn eerste angsten uit te spreken en/of vragen te stellen
- Een positieve omgeving scheppen
- Vertrouwen tussen patiënt en verpleegkundige
-
Door de zorg op te vatten als een dialoog, ervaren cliënt en professional dat zij gelijkwaardige (gespreks)partners zijn, ondanks de verschillende rollen. De vereisten voor een dialoog zijn dan ook (1) intentionaliteit, (2) integriteit, (3) rationaliteit en (4) authenticiteit. De verpleegkundige kan zich regelmatig vragen stellen om te controleren of haar gedrag een dialoog stimuleert. Wat zijn deze drie vragen?
- Is mijn gedrag afgestemd op de concrete zorgvraag?
- Sluit mijn gedrag aan bij voorkeuren, wensen en mogelijkheden van de chronisch zieke?
- Communiceer ik op de juiste wijze?
- Is mijn gedrag afgestemd op de concrete zorgvraag?
-
Belevingsgerichte zorg neemt het handelen van de verpleegkundige als professioneel persoon als uitgangspunt en rust op doelgerichtheid en betrekkeningsgerichtheid. BGZ kan er vooral voor helpen zorgen dat de relatie een zorgende relatie blijft, in plaats van een contractuele relatie. Wat zijn de vier kernwaarden van belevingsgerichte zorg?
- Autonomie en eigen regie van chronisch zieke
- Shared decision making
- Gelijkwaardigheid
- Gepastheid in de zorgrelatie
- Autonomie en eigen regie van chronisch zieke
-
Het Chronic Care Model neemt het handelen van het systeem van de gezondheidszorg als uitgangspunt. De achterliggende gedachte is dat zorg voor chronisch zieken geïntegreerde zorg moet zijn. Waar ligt vooral de nadruk bij de CCM op?
- Richtlijnen
- Herontwerp van de praktijk
- Systeem van experts
- Informatie
- Richtlijnen
-
De diagnose RA wordt vastgesteld met behulp van de ACR-Criteria. Wanneer bij iemand meer dan vier van de zeven criteria aanwezig zijn, is de kans groot dat er sprake is van RA. Want zijn deze zeven criteria?
- Ochtendstijfheid in en rond de gewrichten van langer dan een uur
- Ontsteking van drie of meer gewrichtsgroepen
- Ontsteking van -vinger en/of polsgewrichten
- Symmetrische gewrichtsontsteking
- Aanwezigheid van reumafactor in het bloed
- Onderhuidse bulten
- Ochtendstijfheid in en rond de gewrichten van langer dan een uur
-
Een organisatie is een min of meer duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen. Hierbij worden middelen, kennis en vaardigheden gebundeld om een gemeenschappelijk doel te bereiken of in een behoefte te voorzien. Wat typeert een organisatie in de gezondheidszorg?
- Non-profit (geen winstoogmerk)
- Maatschappelijke doelstelling, dienstverlenend i.p.v. commercieel
- Complex vanwege verschillende werkgebieden (multidisciplinair)
- Waarden staan centraal
- Handelen volgens methodieken
-
Een doel is in eerste instantie extern gericht, vanuit hieruit stel je interne doelen op om dit te bereiken. Doelen komen voort uit de missie en visie van het bedrijf en pas als laatst wordt het beleid hierop aangepast. Wat is het verschil tussen een missie en een visie?
Een missie is een korte formulering van de bestaansreden van een organisatie. Een visie is een koers op de langere termijn, de manier waarop zal worden gewerkt. -
Vera: Organisatievormen en COPD
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 28/04/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Een structuur is een min of meer vaste relatie tussen onderdelen. In een organisatiestructuur zijn een aantal afspraken vastgelegd. Hiervoor heb je functies, taken, afdelingen, teams en een coördinator nodig. Grofweg gezegd zijn er twee hoofdsoorten structuren: een hiërarchische structuur en een platte structuur. Hoe worden deze structuren ook wel genoemd, wat houdt het in, wat zijn voordelen en wat zijn de nadelen?
Hiërarchische structuur
Andere naam: verticale of lijnorganisatie
Wat houdt het in: er staat altijd wel weer iemand boven iemand
Voordelen:- Duidelijke aansturing
- Weinig coördinatieproblemen
- besluitvaardigheid is groot
- Kans op miscommunicatie
- Specialisten kunnen besluitvaardigheid negatief beïnvloeden
- Autoriteitsproblemen
- Risico op lagere motivatie medewerkers
Platte structuur
Andere naam: horizontale organisatie
Wat houdt het in: een organisatie met weinig of geen leidinggevenden
Voordelen:- Grote mate van motivatie medewerkers
- Iedereen gelijke inbreng
- Geen gezag problemen
Nadelen- Communicatie vergt veel tijd
- Besluitvaardigheid gering
- Risico dat niemand verantwoordelijkheid neemt
-
Mintzberg is een managementwetenschapper en beargumenteerd dat iedere organisatie wel iets van een strategische top, techno-structuur, ondersteunende diensten, middenkader en uitvoerende kern heeft. Wat houden deze begrippen in?
Strategische top -> directie
Hij of zij bepaalt wat er gebeurd
Ondersteunende diensten -> boekhouder/secretaresse/coach
Doen dingen die niets met het werkelijke proces van de organisatie te maken hebben
Techno-structuur -> ICT
Mensen die niet dagelijks met de cliënten werken, maar wel allerlei technieken kennen om betere zorg voor die mensen te leveren
Middenkader -> afdelingshoofd
Heeft een soort samenbindende functie. Staat niet op de werkvloer en verdient dus niet echt geld voor de organisatie
Uitvoerende kern -> de werkvloer
De medewerker. Hier wordt het geld verdiend. -
Fayol is de grondlegger van de managementprocesschool. Dit houdt in dat management een proces is waarbinnen met elkaar samenhangende managementfuncties worden onderscheiden. Deze functies vormen de inhoud van de bestuurlijke of managementtak. Wat zijn de drie managementfuncties?
- De strategische beleidsvorming
- Het ontwerpen van de organisatiestructuur
- Het inhoud geven aan, doen uitvoeren en beheersen van de processen in de organisatie
- De strategische beleidsvorming
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden