Vera: Organisatiecultuur en CVA

11 belangrijke vragen over Vera: Organisatiecultuur en CVA

Een (organisatie)cultuur is een geheel van binnen een organisatie geldende opvattingen (regels, waarden en normen) en uitingen (gebruiken, symbolen, taal, rituelen en producten). Uitingen zijn dus van materiële en immateriële aard. Volgens Sanders en Neuijen bestaat de cultuur uit verschillende lagen (ui-model). Wat zijn deze lagen met enkele voorbeelden van buiten naar binnen?

  1. Symbolen: meest oppervlakkige kenmerken als inrichting en kleding.
  2. Helden: personen die over de eigenschappen bezitten die in de cultuur erg belangrijk zijn en daarom fungeren als gedragsmodel.
  3. Rituelen: dragen niet bij aan het bereiken van het doel, maar zijn sociaal wenselijk, zoals groeten en recepties.
  4. Waarden: vormen de kern van een organisatiecultuur. Geven aan welk gedrag in de organisatie als goed of slecht, normaal of abnormaal wordt beschouwd, zoals respect en loyaliteit.

Als verpleegkundige kom je vaak in een organisatie te werken waar grote culturele diversiteit onder collega's en patiënten is. Dit kan leiden tot misverstanden. Waar liggen de problemen met interculturele communicatie vaak bij?

  • Taal
  • Doorvragen
  • Non-verbale communicatie
  • Sekseverschillen

Een cultuur biedt de leden een identiteit, veiligheid en voorspelbaarheid en kan o.a. ingedeeld worden naar risico en reactiesnelheid (Deal & Kennedy). Combineer de juiste sub-indeling met de juiste omschrijving:

1. Machocultuur
2. Langetermijnbesliscultuur
3. Verkoop cultuur
4. Procescultuur

A. Groot risico + snelle aanpassing en verandering. Bijvoorbeeld een ziekenhuis/crisisdienst
B. Weinig risico, niet snel aangepast. Bijvoorbeeld ministerie en belasting.     
C. Groot risico, niet snel aangepast. Bijvoorbeeld een vliegtuigindustrie of producten van zeer dure apparatuur.
D. Weinig risico, wel snel aangepast. Bijvoorbeeld wijkzorg.

1 - A
2 - C
3 - D
4 - B
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een cultuur biedt de leden een identiteit, veiligheid en voorspelbaarheid en kan o.a. ingedeeld worden naar persoonlijkheden (Handy). Combineer de juiste sub-indeling met de juiste omschrijving:

1. Zeus
2. Apollo
3. Athene
4. Dyonsyos

A. Wijsheid/deskundigheid en taken. Bijvoorbeeld artsencollectieven
B. Charisma en macht. Bijvoorbeeld kleine bedrijven waar één duidelijke leider is
C. Individu en centraal persoon. Bijvoorbeeld een kleine praktijk voor gezinstherapie
D. Voorschriften en procedures. Bijvoorbeeld de belastingdienst.

1 - B
2 - D
3 - A
4 - C

Volgens Kets en De Vries zijn er ook zieke organisaties. Deze zijn te verdelen in vier groepen. Wat zijn de juiste kenmerken behorende bij elke groep?

1. Paranoïde organisaties
2. Dwangneurotische organisaties
3. Theatrale organisaties
4. Depressieve organisaties
5. Schizoïde organisaties

A. Uiterlijk belangrijk, scoren, laten zien, weinig realiteitsbesef en veel risico's       
B. Verdeelde organisatie met veel machtswisselingen en eilandjes 
C. Achterdochtig en wantrouwend. Negatief en verdedigend reactief.
D. Behoudzuchtig, bureaucratisch, medewerkers vaak taakgericht, gebrek aan zelfvertrouwen, gevoel van mislukking
E. Perfectionistisch, te veel focus en arrogantie. Regels voorop, risico vermijdend en gebaseerd op angst en controle

1 - C
2 - E
3 - A 
4 - D
5 - B

Bij een sterke organisatiecultuur zijn de waarden en normen stevig verankerd. De medewerkers dragen deze uit en zijn er trots op. Kenmerken zijn onder andere:
- Grote betrokkenheid MT
- Voorbeeldfunctie MT
- Aandacht en zorg voor werving personeel

Wat kunnen nog meer kenmerken zijn?

Nog meer kenmerken kunnen zijn:
  • Aandacht en zorg voor opleiding en training
  • Erkenning van het bestaan van een belangenstelling tussen individu en organisatie
  • Open communicatie
  • Intensieve communicatie
  • Patiënt/cliënt centraal

Een cerebrovasculair accident (CVA) of een beroerte is een plotselinge onderbreking in de bloedtoevoer naar de hersenen door een afsluiting (occlusie) van een slagader in de hersenen of een bloeding. Hersencellen zullen afsterven ten gevolge van cerebrale ischemie. Een CVA is in te delen naar een infarct/ischemisch CVA en een hersenbloeding/hemorragisch CVA. Wat is het verschil hiertussen?

Herseninfarct/ischemisch CVA: een vaatafsluiting of bloedstolsel. Hierdoor krijgt het achterliggende deel van de hersenen geen zuurstof meer.

Hersenbloeding/hermorragisch CVA: gevolg van een bloeding (vaak openbarsten aneurysma) in de hersenen

De acute symptomen van een CVA zijn sterk afhankelijk van de lokalisatie. Wat kan een aantal van deze symptomen zijn?

  • Gedeeltelijke verlamming
  • Dubbelzien of blindheid aan één kant van het gezichtsveld
  • Moeite met slikken en spreken
  • Taalproblemen
  • Plotseling zeer hevige hoofdpijn
  • Incontinentie
  • Epileptisch insult
  • Coördinatie- en evenwichtsstoornissen
  • Bewustzijnsdalingen

Het zorgproces behorende bij een CVA is in te delen in drie fases:
  1. Acute fase
  2. Revalidatiefase
  3. Chronische fase

Wat is van elke fase het doel en wat zijn interventies die je als verpleegkundige kan doen?

Acute fase
Doel: voorkomen progressieve schade en complicaties
Interventies: direct starten met revalidatie met als doel voorkomen van complicaties en behouden van kwaliteit van leven

Revalidatiefase
Doel: voorkomen en verminderen beperkingen en handicaps
Interventies: neurorevalidatie en vaststellen verpleegkundige diagnoses

Chronische fase
Doel: acceptatie, verwerking en leren omgaan met
Interventies: compensatiestrategieën en aandacht voor zinvolle dagbesteding en hervinden maatschappelijke rollen

Neurorevalidatie is een (continu) leerproces dat zich richt op een zo goed mogelijk functioneren van patiënten die door NAH getroffen zijn. Wat zijn de drie doelen van neurorevalidatie?

  1. Het leren toepassen van functies en her-leren van vaardigheden in situaties waarin herstel mogelijk is
  2. Het leren toepassen van geleerde vaardigheden in de functionele context, zodat situatief handelen en participatie in het sociale leven mogelijk wordt
  3. Voorkomen van complicaties en behoud van kwaliteit van leven

De Stroke Unit is een onderdeel van Stroke Service dat zich speciaal richt op CVA-zorg. Het richt zich op adequate diagnostiek, zorg en behandeling van patiënten in de acute fase na de beroerte. Wat zijn de drie pijlers van de Stroke Unit?

  1. Voorkomen van complicaties door vroege mobilisatie en preventie van decubitus en verslikkingen
  2. Vroeg ontdekken en behandelen van complicaties door het monitoren van de vitale functies
  3. Intensief en vroeg reactiveren en revalideren

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo