Samenvatting: Verpleegtechnisch Handelen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Verpleegtechnisch handelen

  • 1 Injecteren

    Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer is injecteren een goed alternatief?

    1. Als een pil niet goed wordt opgenomen in de darmen
    2. Snelle werking 
    3. Zv. Braakt of heeft diaree
    4. Als zv. Niets per os mag inmenen
  • Wanneer en hoe injecteer je intracutaan?

    Je injecteert onder de huid, bv. Bij allergietesten
  • Waar wordt er subcutaan geinjecteerd?

    In het onderhuidsbindweefsel (dit is meestal minder dan 2ml)
  • Waar wordt er intaveneus geinjecteerd?

    In de ader, vaak via een infuus.
  • Waar is de snelheid van de werking van het medicijn afhankelijk van?

    • Het medicijn
    • De plaats van toediening (Buik werkt sneller)
    • De manier van toediening (intraveneus is het snelst
  • Weke materialen worden er gebruikt bij het injecteren?

    • Wegwerp handschoenen (wanneer je handen niet in aanraking mogen komen met het medicijn)
    • Desinfectans om de huid schoon te maken (intramusculair)
    • Deppers om de huid te drogen of insteekopening dicht te drukken
    • Het medicijn
    • Solvon (oplosmiddel, steriel water of fysiologische zoutoplossing)
    • Optreknaald en injectienaald
    • Spuit
    • Bekken (materiaal vervoeren)
    • Naaldencontainer
    • Pleister (ter bescherming van de kleding voor nabloeden)
  • Wat zijn de regels voor het toedienen van injecties?

    1. Houdt je aan het protocol 
    2. Door collega controleren
    3. Plek van injectie, gezond weefsel
    4. Wijze van injectie bepalen, luchtbelmethode 
    5. Z-methode 
  • Welke complicaties bij injecteren zijn er?

    1. Allergische reactie, van huiduitslag tot shock
    2. Infectieverschijnselen of ontstekingen bij injectieplaats
    3. Hematoomvorming (ophoping van gestold bloed, blauwe plek door aanprikken van bloedvat)
    4. Uitvalsverschijnslelen (door aanprikken van zenuw)
    5. Een abces (pus gevulde zwelling) 
    6. Necrose (afstervend weefsel)
    7. Bloeding door onjuist prikken of onjuiste plaats
    8. Afbreken van naald 
    9. Verbindweefseling van de huid door veelvuldig prikken
  • Wat zijn de gevaren bij het injecteren voor de verzorgende?

    • Overgevoeligheidsreacties door het morsen van medicatie bv. Anticiotoca
    • Resistentie voor medicijn door veelvuldig mee in aanraking te komen 
    • Besmet raken door prikaccident
  • Wat is het doel van een prikaccidentenprotocol?

    Infecties door prikaccitent voorkomen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart