Samenvatting: Versleer I: De Dactylische Hexameter

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Versleer I: De Dactylische Hexameter

• 1 Versleer

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt de vraag genoemd die wordt gesteld om te kijken of lettergrepen lang of kort zijn?

  Een prosodische vraag

• Woordgrenzen zijn niet relevant bij de prosodische vraag. Hoe wordt de ononderbroken reeks van klanken in een vers genoemd?

  Prosodische synaphie

• Op welke twee manieren kan een lange syllabe optreden?

  1. doordat de syllabe lang is van nature
  2. doordat de syllabe op zo'n positie is geplaatst, dat hij lang geworden is

• Uit welke twee elementen bestaat het versprofiel?

  1. elementen die gemarkeerd zijn door lengte: een elementum longum
  2. elementen die niet gemarkeerd zijn door lengte: het elementum breve en het dubbelkort element

• Uit hoeveel elementen bestaat de dactylische hexameter?

  twaalf

• Wat is precies een dactylische hexameter?

  Het ritme gebruikt bij Homerus, waarbij er gebruik wordt gemaakt van een dactylus (lang + kort + kort). Er worden in een metron 6 van deze dactyli gebruikt.

• Hoe wordt de opbouw genoemd van verzen die allen aan hetzelfde versprofiel voldoen?

  Een stichische opbouw

• Hoe ziet de ritmische variatie die kan optreden in een dactylische hexameter eruit?

  Contractie van twee korte lettergrepen. Dit wordt een spondee genoemd.

• Het laatste metron wordt als lang+lang gerealiseerd. Hoe wordt het genoemd als er in het niet-gemarkeerde element een korte lettergreep optreedt in plaats van een lange?

  brevis pro longa (syllaba brevis pro syllaba longa) of brevis in longo (syllaba brevis in elemento longo)

• Een spondee in het vijfde versvoet komt zelden voor. Hoe wordt het genoemd als dit toch gebeurt?

  versus spondiacus