Startpagina / Samenvattingen / Vertegenwoordiging en rechtspersoon De naamloze en de besloten vennootschap. 3 / cooperatie-leden-artikel

De Coöperatie - Het bestaan als coöperatie - Economisch verkeer met niet-leden

6 belangrijke vragen over De Coöperatie - Het bestaan als coöperatie - Economisch verkeer met niet-leden

Wie zijn de afnemers en leveranciers van de coöperatie?

De leveranciers en afnemers van de coöperatie zijn uitsluitend haar leden. Statuten van de coöperatie kunnen de coöperatie veroorloven om overeenkomsten die zij met haar leden sluit, ook aan te gaan met anderen, artikel 2:53 lid 3 BW. Dit is echter niet zonder begrenzingen, de coöperatie mag die overeenkomsten echter niet aangaan in zodanige mate dat de overeenkomsten met de leden slechts van ondergeschikte betekenis zijn, artikel 2:53 lid 4 BW.

Wat is een zuivere coöperatie?

Een zuivere coöperatie is een coöperatie die uitsluitend leden als leverancier of afnemer van goederen en diensten heeft. Zij beoogt enkel economisch verkeer met haar leden. De klassieke coöperaties in de agrarische sector zijn hier een goed voorbeeld van.

Is het vereist dat wanneer de coöperatie wil handelen met anderen dan haar leden dat dit specifiek in de statuten is neergelegd?

Van de Grinten zei dat dit niet is vereist, het enkele feit dat de statuten dit niet uitsluiten is voldoende. Rensen is van deze stellingname niet overtuig gezien de strekking en de tekst van artikel 2:53 lid 3 BW. Wanneer de coöperatie in strijd met haar statuten met anderen dan leden zou handelen, dan is artikel 2:7 BW (doeloverschrijding) van toepassing.

OP welke soort overeenkomsten ziet artikel 2:53 lid 4 BW?

Op overeenkomsten die de coöperatie met anderen dan haar eigen leden aan gaat en die hetzelfde zijn als de ledenovereenkomsten. Ofwel: als de coöperatie met derden andere overeenkomsten aangaat dan met haar leden, dat er dan geen beperking geldt.

Is het criterium uit artikel 2:53 lid 4 BW 'van ondergeschikte betekenis' duidelijk of vaag?

Enigszins vaag. In de MvT zei de minister dat 'het zijn van ondergeschikte betenkis' betekent: 'anders dan bijkomstig' en het betekend niet: in hoofdzaak of overwegend. Gaat het hier dan om het aantal overeenkomsten dat de coöperatie sluit met niet-leden? De minister zei van niet maar Rensen is van mening dat dit wel degelijk meespeelt. Want in de toelichting op deze nota spreekt de minister over 'misbruik van de coöperatieve vereniging, indien de vereniging op ruime schaal haar werkkring tot derden uitstrekt'.

Waar richten artikel 2:53 lid 3 en 4 zich op?

Artikel 2:53 lid 3 en 2:53 lid 4 BW richten zich op de coöperatie zelf en niet tot de door de coöperatie in stand gehouden werkmaatschappij waarin zij het bedrijf 'doet uitoefenen'. Wel moet de bedrijfsuitoefening indirect de stoffelijke belangen van de lenen behartigen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Vertegenwoordiging en rechtspersoon De naamloze en de besloten vennootschap. 3 | 9789027151834 | J M M Maeijer, et al

Bekijk samenvatting