Samenvatting: Veterinaire Volksgezondheid 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Veterinaire volksgezondheid 1

• 1 vvg - algemene begrippen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Oriëntering

  Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is salmonella en wie brengt het vaak over

  Bacteriën die zorgen voor darminfectie, vaak overgedragen door schildpadden (roodwangschildpad)

• Waar moeten we me opletten wat betreft de hele wereld?

  Wereld draait niet overal even snel, wij zijn heel bevoordeeld en andere landen niet

• Wat gebeurt er met de diergeneeskundige structuur als er iets mis gaat zoals bv oorlog?

  Vele ziektes zijn onder controle, maar moest er nu oorlog uitbreken zou na dag 1 de hele diergeneeskundige structuur weg zijn. Hierdoor plots alle ziekten terug op gang (onderdrukte ziekten flakkeren terug op)

• Wat typeert de fase 1a van de vvg? (1899)

  - Dierenartsen verantwoordelijk voor post-mortem keuring
  - gemeentelijk georganiseerd (veel kleine lokale slachthuizen)
  - => (zoönotische) dierziekten met macroscopische letsels (bv boviene tuberculose, brucellose, distomatose, ASCARIS (gestippelde lever))
  - => maximale recapitulatie van karkassen en organen (voedselvoorziening> veiligheid)

• Wat typeert de fase 1b van de VVG? (1952)

  - nationale wetgeving, oprichting instituut voor veterinaire keuring (I.V.K.)
  - dierenartsen verantwoordelijk voor ante- en post-mortem keuring 
  - => verdere focus op (zoönotische) dierziekten met macroscopische letsels 
  - => maximale recuperatie van karkassen en organen
  - => Overheid = regulerend controlerend en verantwoordelijk

• Belang van ante-mortem keuring? (gevolg tot op de dag van vandaag?

  Dierenartsen getraind op macroscopische letsels zien, heeft geleid dat 99% van de dieren vandaag goed gekeurd wordt omdat de ziektes onder controle zijn

• Wat typeert fase 1 van de vvg van 1955-2000?

  - Verhoogde geïndustrialiseerde veehouderij
  - verhoogde import en export van levensmiddelen 
  - verhoogde diergeneeskundige inspectie en bedrijfsbegeleiding   
  - dalende voedselschaarste 
  -dalende dierziekten (met impact op keuringsbelissing) (onder controle van ziekten)
  - dalende vleesconsumptie (hierdoor geen kleine boeren meer => veehouder is zeer professioneel geworden 
  - voedselschandalen => veel voedselschandalen (kinder eitjes met salmonella)
  - stijgende voedselgeassocieerde infecties bij consumenten 
  - stijgende aandacht voor dierenwelzijn (iedereen is "stakeholder")

• Wat typeert de fase 2 van de VVG? (2000)

  - Europese wetgeving : white paper on good safety (200), diverse verordeningen (853 en 854 in 2004), oprichting EFSA (2002) en ECDC (2004)
  - België: gederaal - veiligheid FAVV - regionaal dierenwelzijn

• Tijdens de fase 2 van de VVG rond 2000 heeft de overheid een andere functie en krijgt de producent een andere rol. Leg uit?

  De overheid is nog steeds regulerend (wetten opleggen) en controlerend, maar door tekort aan geld en personeel zijn ze niet meer verantwoordelijk en doen ze enkel controle op basis van risicoanalyse. Als er nu iets optreedt van schade is het bedrijf (dierenarts) daarvoor verantwoordelijk.

• Als de aanpak van fase 2 niet effectief is zoals bij de kippen met campylobacter, heeft dit gevolgen. Wat zijn de gevolgen als de kippen geen klinische symptomen vertonen?

  Geen klinische symptomen => geen verminderde productie parameters