De eeuw van de onderwijsvernieuwing - de leerpicht en het einde van de schoolstrijd - het onderwijsbestel pacificatie

4 belangrijke vragen over De eeuw van de onderwijsvernieuwing - de leerpicht en het einde van de schoolstrijd - het onderwijsbestel pacificatie

Wat heeft een eind gemaakt aan de schoolstrijd?

De pacificatie van 1917 was een maatschappelijk compromis waarmee eeneinde kwam aan de jarenlange schoolstrijd in Nederland. Na een grondwetswijziging had het bijzonder onderwijs voortaan evenveel recht op financiële steun van de overheid als het openbaar onderwijs.

Wat was een bijkomend effect van de finaciële gelijkstelling tussen openbare en bijzondere school?

Dat elitescholen op termijn goeddeels verdwenen. Godsdienstige overtuiging werd belangrijker dan stand. Rijke en arme kinderen kwamen vaker naast elkaar te zitten in schoolbanken. We kunnen stellen dat de verzuiling tot op zekere hoogte sociaal nivellerend heeft gewerkt.

Hoe heeft de leerplicht indirect bijgedragen aan een wijziging in het Nederlandse schoolbesturen en het onderwijsbeleid?

Voorstanders van confessioneelonderwijs pleitte voor gelijkstelling tussen bijzonder en openbaar onderwijs. Bij verplicht stellen van onderwijs hoorde volgend hen ook dat ouders zelf de school van hun keuze moesten kunnen kiezen, en dan ook recht hadden op gratis onderwijs. Nu moesten bijzondere scholen schoolgeld vragen omdat ze maar in beperkte mate subsidie kregen. De pacificatie kwam in 1917.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat waren de drie verschillen tussen openbare en bijzondere scholen in de grondwet van 1917 en de uitwerking ervan in de onderwijswet van 1920?

1. Openbaar onderwijs heeft een publiekrechtelijke bestuursvorm (overheid, doorgaans gemeente heeft beheer over scholen), bijzonder onderwijs heeft een privaatrechtelijke bestuur in de vorm van een vereniging of stichting waarin ook ouders vertegenwoordigd zijn.
2. De wet kende aan de overheid de plicht toe om voor voldoende openbaar onderwijs te zorgen, dit was niet het geval voor bijzonder onderwijs. Dit betekende dat gemeente besturen verplicht waren een openbare school in stand te houden of vervoer voor kinderen naar deze school te bekostigen.
3. Openbare scholen moesten levensbeschouwelijk neutraal zijn. Bijzondere  scholen mochten kinderen weigeren op basis van de grondslag van school.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo