Startpagina / Samenvattingen / Vijf eeuwen opvoeden in Nederland / druk 3 / onderwijs-kinderen-scholen

De eeuw van de onderwijsvernieuwing

8 belangrijke vragen over De eeuw van de onderwijsvernieuwing

Waar ging de onderwijsvernieuwing mee gepaard?

De vernieuwing ging gepaard met professionalisering en feminisering.

Wat is er veranderd in het onderwijs in de 20e eeuw?

- elk kind bracht een steeds groter deel van zijn leven op school door.
- school richtte zich steeds meer op de behoefte van kinderen.
- belangrijk werd : spelend leren bij jonge kinderen, kleurrijke leermiddelen, diversiteit van werkboeken, toenemend gebruik van moderne communicatiemiddelen.

Leerplicht gedurende de jaren. Jaren verplicht onderwijs.

Leerplicht vanaf 6 jaar. Jaren op school:
1900: 6 (6-12)
1928: 7 (6-13)
1942/1950: 8 (6-14)
1969: 9 waarvan een deel partieel (6-15)
1975: 10 idem (6-16)

Leerplicht vanaf 5 jaar:
1985: 11 idem (5-16)

Partieel = verplichte onderwijs met combi opleiding-werk

Wat was het doel van een humanitaire school? En waar slaat humanitair op?

'Humanitair' slaat hier op het streven het kind en diens persoonsontwikkeling centraal te stellen.
Deze scholen hanteerden een geheel nieuwe opzet van het onderwijs, waarin de zelfwerkzaamheid van de leerling een belangrijke plaats inneemt. De school moet vooral een doeschool zijn, het denken van het kind ontwikkelt zich door het opdoen van ervaringen.

Wie was Kees Boeke (1884-1966)?

Kees Boeke is ongetwijfeld de bekendste Nederlandse reformpedagoog die een eigen schooltype stichtte. Hij had samen met zijn vrouw eigen idealen. Ze waren pacifist en vegetariër en wars van opgelegde regels en vooropgestelde methoden en beide stelden de vrije ontwikkeling van het kind centraal. Ze gingen hun eigen kinderen onderwijzen en al snel voegden zich andere kinderen bij hun huisschool. Boekes ideaal was een samenleving als 'sociocratie', waarin macht was gedecentraliseerd.
Sociale vorming, ontwikkeling van het karakter en zelfredzaamheid waren voor Boeke belangrijker dan kennis.

De naoorlogse jaren stonden in het teken van twee belangrijke ontwikkelingen, die onafhankelijk van elkaar optraden. Welke?

Allereerst kwam de verzuiling onder vuur te liggen, in de jaren zeventig gevolgd door ontzuilling en een toename van religieuze en culturele diversiteit door de komst van een groeiend aantal immigranten. Dat bracht een herbezinning inzake de taak van het onderwijs in de samenleving.
Ten tweede groeide de belangstelling voor vernieuwingsscholen en namen reguliere scholen steeds vaker elementen daaruit over.

Waarom kiezen ouders voor alternatieve scholen, vernieuwings scholen?

Ouders kiezen vaak alternatieve vormen van onderwijs omdat zij een brede ontwikkeling van hun kinderen wensen. Bovendien blijken kinderen die moeilijk kunnen meekomen in het gewone onderwijs, dat soms wel te kunnen op een montessori-, Jenaplan-, Dalton- of Vrije School. Voor de laatste geldt daarnaast dat de levensbeschouwelijke visie die eraan ten grondslag ligt, goed aansluiten bij de levensvisie van veel mensen die zich kunnen vinden in het holistische New Age-denken.

Pas in 1956 is de wet Kleuteronderwijswet in werking getreden. Vanaf die tijd golden er kwaliteitseisen, welke?

Bijvoorbeeld met betrekking tot de inhoud van dat onderwijs, de opleiding van leidsters, de klassengrootte en de huisvesting.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Vijf eeuwen opvoeden in Nederland / druk 3 | 9789023246138 | Nelleke Bakker, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan De eeuw van de onderwijsvernieuwing