PAARD - herpes

8 belangrijke vragen over PAARD - herpes

EHV1 en 4 - eigenschappen + transmissie

= rhinopneumonie
Zijn 2 verschillende virussen:
  • 1 gaat in de diepte (en systemisch: kan abortus veroorzaken)
  • 4 blijft oppervlakkig

Viruseigenschappen: Envelop --> niet resistent en gevoelig aan detergenten en meeste desinfectantia.
1 serotype. 2 biotypes/genotypes:
Transmissie: aërogene weg, na direct contact met geïnfecteerde paarden of na contact met geaborteerd materiaal.

EHV1 - pathogenese bij niet-immuun paard

Opnameweg: nasaal
Primaire vermeerdering thv de bovenste luchtwegen (evt. diepere luchtwegen) en lymfoïde weefsels.
Vermeerdering in nasaal mucosa/submucosa:
  • a. Plaquevorming in epitheel - geen penetratie doorheen basaalmembraan
  • b. Geïnfecteerde leukocyten penetreren doorheen BM (monocyten worden geïnfecteerd en deze sleuren het virus mee in de diepte).
Viremie: meestal (celgebonden)
Doelwitorganen:
  • Endotheel van drachtige baarmoeder --> vasculitis (zowel monocytaire cellen als lymfocyten)
  • Endotheel van hersenen/RM --> vasculitis (enkel monocytaire cellen)
Symptomen: abortus (>7m) of levend zwak veulen / parese, paralyse

EHV1/EHV4 - pathogenese immuun paard (>4-6mnd)

Na 4-6 maanden: lokale immuniteit is weg. Virus gaat minder thv bovenste luchtwegen infecteren.
Lokale immuniteit is weg -->virus slaat aan -->kruipt in epitheelcellen -->vindt monocyten en migreert. Je krijgt nog wel steeds viremie.
EHV1: Monocyt wordt geïnfecteerd, maar replicatie valt stil. Virus begint weer te repliceren als hij aan endotheel klikt en in uterus terecht komt. Abortus en zenuwstoornissen zijn dus nog wel mogelijk.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

EHV1/EHV4 - immuno-evasie?

Expressie van EHV-1 antigenen op PBMC:
  • in vitro: expressie EHV1-Ag in cytoplasma en plasmamembraan (envelop-EW), MHC-I expressie in plasmamembraan
  • in vivo: geen expressie envelop-EW op plasmamembraan, MHC-I expressie?
    --> immuno-evasie: cytotoxische T-cel kan de cel niet uitschakelen!

EHV1/EHV4 - latentie

Zowel EHV1 als EHV4 kunnen latent aanwezig blijven in het paard. Deze blijven o.a. aanwezig in het ganglion trigeminale.
Thv leukocyten is het eerder: ‘’silencing’’--> replicatie wordt stop gezet: dit is geen latentie.

EHV1/EHV4 - immuniteit

Lokale immuniteit thv AHS: korte duur + geen volledige kruisbescherming (tussen EHV1 en EHV4) -->snel herinfecties mogelijk -->meestal subklinisch, maar viremie mogelijk.
Maternale colostrale immuniteit is belangrijk!

EHV1/EHV4 - vaccinatie

Vaccinatie op 3-4 maand + 5 maand en iedere 6 maanden een booster + booster bij dracht (<7mnd) geven

EHV1/EHV4 - bestrijding

Virus is niet aangifteplichtig.
Verschillende mogelijkheden:

  • Bedrijf A: geen vaccinatie --> jonge paarden met primo-infectie --> zware uitscheiding naar volwassen paarden en drachtige merries toe!
    Volwassen & drachtige paarden gaan niet veel uitscheiden
  • Bedrijf B: vaccinatie van drachtige merries --> jonge paarden bij infectie --> druk op drachtige merries = grote uitscheiding. Drachtige merries kunnen alsnog geïnfecteerd worden en aborteren.
    Geen garrantie bijvaccinatie van drachtige merries
  • Bedrijf C: vaccinatie gehele populatie --> volledige immunologische blok --> alles valt stil!!
  • Bedrijf D: vaccinatie gehele populatie en gescheiden stalling --> = beste!

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo