KAT - feliene panleukopenie virus
5 belangrijke vragen over KAT - feliene panleukopenie virus
Feliene panleukopenie virus - algemeen + eigenschappen
Kattenziekte is een virale aandoening bij katachtigen gekenmerkt door koorts, anorexie, braken, diarree, uitgesproken panleukopenie en hoge mortaliteit bij jonge dieren.
20 nm --> zeer klein, hoeft niet veel te maken dus kan snel repliceren (6 uur = 1 replicatie)
ssDNA -->stabiel virus. Vaccin is al jaren efficiënt.
Geen envelop, uitermate resistent, niet gevoelig aan detergenten, gevoelig aan formol en oxiderende producten zoals hypochloriet --> reinigen is essentieel, maar ontsmetten is de boodschap
1 serotype, 1 biotype
Heeft nood aan cellulaire polymerase voor vermeerdering (cellen in mitose)
Feliene panleukopenievirus - verspreiding
Transmissie van het virus tussen gevoelige dieren gebeurt vooral langs nasale en orale secreties via indirect of direct contact. Indirect contact speelt een relatief grote rol (virus is resistent)
Transplacentaire infectie kan ook voorkomen en pasgeborenen kunnen een bron van virus zijn.
Het is een resistent virus dus het heeft verder geen latentie of persistentie nodig!
Feliene panleukopenie virus - kliniek
Na enkele dagen ontstaat diarree en dieren deshydrateren erg snel -->huid verliest zijn elasticiteit + derde ooglid komt naar voren.
Mortaliteit varieert van 25-75% en sterfte treedt op 3 tot 4 dagen na het begin van de ziektetekens.
De ergheid van de ziektetekens is gecorreleerd met de graad van leukopenie.
Er is grote variatie in het soort ziektetekens en in de ergheid van het ziektebeeld.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Feliene panleukopenievirus - pathologie
- Typische parvohouding = kat kijkt naar water maar drinkt het niet door zware pharyngitis
- Opgezette darmen met oedemateuze darmwand
- Verschillende stadia van ontstekingen: katarrhaal – fibrineus – hemorragisch
- ‘’Ballooning’’ van de crypten van Lieberkühn: zitten vol met afgestorven cellen en sterke atrofie van de villi.
- Bij jonge katjes: cerebellaire hypoplasie
Feliene panleukopenievirus - Immuniteit + vaccinatie
Het is een algemeen type van infectie dus er is colostrale immuniteit nodig (geen lactogene!!!) Deze antistoffen blijven aanwezig tot de leeftijd van 8-12 weken en geven een betrouwbare bescherming.
- dieren lang beschermen door moeders te vaccineren.
Vaccinatie gebeurt op 9 en 12 weken en is een 3-jaarlijkse vaccinatie.
Samen met maatregelen: geen contact met uitscheiders, reinigen en ontsmetten omgeving en maternale immuniteit verbeteren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden