Samenvatting: Visie Op Sociaal Functioneren
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Visie op Sociaal Functioneren
-
1 Bouwsteen 2
-
1.3 Zelfbeschikking, autonomie, zelfdetermination
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Waar gaat Artikel 11 in de Grondwet over?
In dit artikel staat het recht op de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Iedereen mag zelf bepalen wat er met zijn of haar lichaam gebeurt, of medische handelen worden verricht en of voorgeschreven medicijnen worden ingenomen. -
Wanneer iemand wilsonbekwaam is: wie beslist dan over behandeling van degene?
Als cliënt een schriftelijke wilsverklaring heeft opgesteld en daarin een wettelijk vertegenwoordiger heeft benoemt, dan is deze persoon de vertegenwoordiger.
Als er geen wilsverklaring is dan wordt vaak een familielid door de familie aangewezen als vertegenwoordiger. -
Waar gaat de zelf-determinatie theorie over?
ZDT is hedendaagse motivatie-theorie van Deci en Ryan (2000).
De ZDT stelt dat mensen, naast hun fysieke behoeften, ook 3 essentiële psychologische basisbehoeften hebben:- Behoefte aan autonomie (=A)
- Behoefte aan betrokkenheid (=B)(soms wordt ook term verbondenheid gebruikt)
- Behoefte aan competentie (C)
Wanneer deze behoeften vervuld zijn voelt iemand zich kwalitatief goed gemotiveerd, goed in zijn vel en presteert iemand beter. -
Wat wordt bedoeld met 'kwalitatief, goede motivatie' ?
Hiermee wordt bedoeld dat iemand vanuit zichzelf ofwel autonoom gemotiveerd is. Wanneer iemand bereidt is zich ergens voor in te zetten. -
Noem twee redenen waardoor iemand autonoom gemotiveerd kan zijn om iets te doen
- Iemand heeft plezier in datgene wat hij doet.
- Iemand ziet het belang van datgene wat hij/zij moet doen in en ziet het werk als deel van wie hij zelf is (identificatie).
- Iemand heeft plezier in datgene wat hij doet.
-
Wat zijn redenen waarom iemands motivatie kwalitatief laag is?
- Wanneer iemand zich te veel gecontroleerd voelt.
- Wanneer iemand zich te veel onder druk gezet voelt door anderen (externe regulatie).
- Wanneer iemand zichzelf te veel onder druk zet (introjectie).
- Wanneer iemand zich te veel gecontroleerd voelt.
-
Hoe noemen we het gebrek aan motivatie?
Dat is a-motivatie. -
Welke twee soorten oorzaken van de vervulling van iemands psychologische basisbehoeften in de werkomgeving zijn er?
- Structurele oorzaken: werknemers met minder eisende aspecten en veel hulpbronnen zijn meer gemotiveerd dan mensen die een baan hebben met veel eisende aspecten en weinig hulpbronnen.
- Sociale oorzaken: wanneer iemand in ruimere zin steun ervaart van organisatie/leidinggevende
-
Waar is intrinsieke motivatie essentieel voor?
Intrinsieke motivatie speelt een essentiële rol bij het aanleren van nieuwe vaardigheden en kwaliteiten. -
Welke factoren/gebeurtenissen kunnen intrinsieke motivatie bevorderen?
- Geven van keuzevrijheid
- Geven van positieve feedback
- Erkennen van emoties van de betrokkene
- Geven van keuzevrijheid
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden