Burgerschapstheorieën
14 belangrijke vragen over Burgerschapstheorieën
Wat wordt bedoeld met het begrip burgerschap?
Het is dus zowel een sociaal-cultureel als een moreel geladen begrip.
Wat verstaan we onder normatief burgerschap?
- Zelfstandig, sociaal en verantwoordelijk handelen o.b.v maatschappelijk aanvaarde basiswaarden
- Kennis, bewustwording en vaardigheid m.b.t:
- het hanteren van normen
- het opbrengen van respect voor anderen
- het oriënteren op diverse opvattingen
- het vormen van een mening
Welke burgerschapstheorie is door Marshall (1950) verder uitgewerkt een aangepast aan de naoorlogse situatie?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke drie dimensies van burgerschap onderscheidde Marshal?
- civiel burgerschap
Civiel burgerschap had betrekking op klassieke grondrechten als vrijheid van meningsuiting, vrijheid van bezit en toegang tot de rechtspraak. - Politiek burgerschap
Politiek burgerschap had betrekking op actief en passief kiesrecht. - Sociaal burgerschap
Sociaal burgerschap hield het recht op sociale zekerheid in, dat wil zeggen ondersteuning bij gebrek aan inkomen als gevolg van werkloosheid, ziekte of handicap, en verder het recht op onderwijs (Marshall 1950: 10-11).
Wat was uniek aan de burgerschapstheorie van Marshal?
Wat was volgens Marshall nodig in de moderne samenleving om de drie soorten burgerschapsrechten (civiel, politiek, sociaal) te bewaken en uit te voeren?
- juridische instellingen
- democratische bestuursinstellingen
- sociale instellingen (waaronder sociale zekerheidsinstellingen en onderwijsinstellingen).
De drie dimensies van burgerschap en de daarbij horende instellingen ontwikkelden zich volgens hem als onderdeel van het moderniseringsproces in Westerse samenlevingen, dat wil zeggen als onderdeel van de ontwikkeling van industrieel-kapitalistische en nationale samenlevingen die vanaf de achttiende eeuw plaatsvond (Marshall 1950; Roche 2002). I
Wanneer kon de sociale dimensie volgens Marshall pas tot ontwikkeling komen?
Binnen welke maatschappelijke context ontstond Marshalls burgerschapstheorie?
Welke veranderingen in de jaren '80-'90 van de 20ste eeuw droegen bij aan het afnemend burgerschapsbesef?
Deze veranderingen leidden binnen én buiten de wetenschap tot zorgen over (vermeend) afnemend burgerschapsbesef.
Wat zijn de uitgangspunten van de liberale burgerschapstheorie?
Wat is het uitgangspunt van de republikeinse burgerschapstheorie?
Deze theorie plaatst één gemeenschap, de ‘publieke gemeenschap’, in het centrum van het politieke leven.
Deze publieke gemeenschap wordt de republiek genoemd (het Latijnse ‘res publica’ betekent de publieke of openbare zaak).
Wat zijn de uitgangspunten van de neorepublikeinse theorie over burgerschap?
Hoe wordt aan het eind van de 20ste eeuw over het burgerschapsconcept gedacht?
Wat wordt binnen de burgerschapstheorieën bedoeld met 'discursieve benadering'?
Burgerschap is hiermee verplaatst van het cognitieve naar het discursieve domein, dat wil zeggen dat burgerschap wordt benaderd vanuit het perspectief van de mensen zelf en niet vanuit instituties
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden