Samenvatting: Vita : Mens En Natuur. | 9789034575074 | Ruud Passier, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vita : mens en natuur. | 9789034575074 | auteur en eindred.: Ruud Passier ; verder werkten mee: Ruud Passier , Coert Schatorjé ; [red.: Ivonne Hermens ... et al. ; ill.: Henk Kemperman ... et al. ; foto's: Hollandse Hoogte, Otto Snoek ... et al.].
-
2 Snelheid
Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Afstand is een grootheid. Voor iedere grootheid is internationaal een symbool van één letter afgesproken. Welk symbool hoort bij afstand en welke eenheid hoort hierbij ?
Symbool s. (space)
Bij afstand hoort de eenheid meter = afkorting m. -
Als je een grootheid meet, staat achter de uitkomst (een getal) altijd een ?
Een eenheid. De honderd meter sprint kun je b.v. weergeven als: s = 100 m. -
Waarmee meet je de grootheid afstand meten , noem een paar voorbeelden.
Met een meetinstrument.
Voor de grootheid afstand kun je bijvoorbeeld gebruikmaken van een meetlat, een meetlint of een elektronische afstandsmeter. Op school gebruik je daarvoor een rolcentimeter, een Liniaal of een geodriehoek. -
hoeveel uur is 234 min?
234 min + 3 x 60 min + 54 min = 3h + 54/60 h = 3,9 h. -
Tijd is een grootheid, wat is het symbool voor tijd en met welk meetinstrument kan je tijd meten ?
Symbool t. Om de grootheid tijd te meten, kun je als bijvoorbeeld een horloge, je mobieltje of een stopwatch gebruiken. -
Tijdens een training schaatst Johan de 1500 m in 2:11.32. Hoeveel seconden is dat?
2:11.32 betekent: 2 min en 11.32 s
2 min = 2 x 60 = 120 s
Johans tijd is dus: 120 s + 11,32 s = 131,32 s. -
Soms worden uren niet in uren en minuten aangegeven, maar alleen in uren. Bijvoorbeeld zo: 8,5 h. Dit betekent acht en een half uur. Hoeveel minuten zijn dit?
1 h = 60 min
8,5 x 60 = 510 min -
Als je tijd bij sporten heel nauwkeurig wil meten dan kan dit alleen maar elektronisch. Hoe doen ze dat in een zwembad ?
Hiervoor zijn in de wand van het zwembad sensoren verwerkt. Deze sensoren stoppen de elektronische klok als de zwemmer aantikt. -
Op de sportdag loopt Femke (13 jaar) de 60 m in twaalf seconden. Hoe groot is haar snelheid?
snelheid = afstand : tijd
60 m : 12 s = 5 m/s (vijf meter per seconde) -
Femkes snelheid was 5 m/s. Hoeveel is dat in km/h?
5 m/s = 3,6 x 5 = 18 km/h
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden