Lenigheid

28 belangrijke vragen over Lenigheid

Uit welke onderdelen bestaan de borstkas (3 stuks), schoudergordel (2 stuks) en bekkengordel (3 stuks) ?

Borstkas: borstbeen, ribben en borstwervel
Schoudergordel: sleutelbeen en schouderblad
Bekkengordel: heupbeen, heiligbeen en staartbeen

Hoe noem je je armen en benen ?

Ledematen.

Welke 2 beenderen zitten er in je arm en welke zit waar ?

Spaakbeen en ellepijp. Bij je pols zit de ellepijp vast aan de kant van je pink. Je spaakbeen zit vast aan de kant van je duim.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke beenderen vormen samen je schedel, van boven naar beneden  ?

  1. Schedelbeenderen
  2. Bovenkaak
  3. Onderkaak
  4. Halswervel

Welke beenderen vormen samen je been, van boven naar beneden ? (8 stuks)

  1. Dijbeen
  2. Knieschijf
  3. Kuitbeen
  4. Scheenbeen
  5. Voetwortelbeentjes
  6. Hielbeen (niet op de foto)
  7. Middenvoetbeentjes
  8. Teenkootjes

Vergelijk een arm en een been met elkaar. Welk bot in het been komt overeen met het spaakbeen in de arm ?

Het scheenbeen.

Beide nummer 6 op de tekening.

Leer de beenderen in de schedel, waar zit wat ?

  1. Voorhoofdsbeen
  2. Wandbeen
  3. Achterhoofdsbeen
  4. Slaapbeen
  5. Wiggenbeen
  6. Jukbeen
  7. Jukboog
  8. Ooropening
  9. Bovenkaak
  10. Onderkaak

Hoe zit het met de schedelbeenderen van een pasgeboren kind ?

Dan zitten de schedelbeenderen nog niet aan elkaar vast.

Hoe heten de dunne vliezige plaatsen tussen de schedelbeenderen van een ongeboren kind ? Welke 3 zijn er ?

Fontanellen. Als een kind ongeveer anderhalf jaar oud is zijn de fontanellen dichtgegroeid.

11. Grote fontanel
12. Kleine fontanel
13. Zijfontanellen

Waaruit bestaat de tussencelstof van been en waar zorgen deze voor ?

Uit kalkzouten en lijmstof.

Kalkzouten geven stevigheid (hardheid) aan beenweefsel. Lijmstof zorgt ervoor dat beenweefsel een beetje buigzaam blijft.

Door de kalkzouten en de lijmstof is een bot stevig en kun je het niet zomaar buigen of breken.

Noem de verschillen tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel.

Kraakbeenweefsel: Veel lijmstof (in de tussencelstof) en daardoor buigzaam
Beenweefsel: Veel kalk (in de tussencelstof) en daardoor stevig, maar bijna niet buigzaam.

Welke botten in je lichaam hebben ook een boogvorm en waar zorgt de boogvorm voor ?

De botten in je schedel en je ribben.
De boogvorm zorgt voor stevigheid. Denk ook aan boogvormen in bouwwerken zoals bruggen en tunnels.

Hoe heet een constructie met boogvormen en een constructie van driehoeken  ?

Een boogconstructie en een driehoekconstructie. Je komt driehoekconstructies tegen in bijvoorbeeld hijskranen en achtbanen. Een driehoekconstructie zorgt ook voor stevigheid.

Wat is een verbinding en zitten die ook in je skelet ?

De plaats waar onderdelen aan elkaar vastzitten. In je skelet zijn je botten op verschillende manieren met elkaar verbonden. Dit zijn beenverbindingen.

Komen naadverbindingen veel voor in het skelet en is dan beweging mogelijk tussen de botten ?

Ja, de meeste schedelbeenderen zijn door een naad met elkaar verbonden. Er is geen beweging mogelijk tussen de botten.

In constructies kom je vergelijkbare verbindingen tegen. Dit zijn starre verbindingen. Wat zijn dat ?

Bij starre verbindingen is geen beweging mogelijk tussen de onderdelen die met elkaar verbonden zijn.

Hoe kan je een starre verbinding maken ?

Door onderdelen aan elkaar te lassen of te lijmen. De buizen van een fietsframe zijn aan elkaar gelast en de onderdelen van een schoen zijn aan elkaar gelijmd. Dit
zijn voorbeelden van starre verbindingen.

Ook de ribben en het borstbeen zijn door kraakbeen aan elkaar verbonden. Hierdoor is er bij deze beenverbindingen een beetje beweging mogelijk. Wanneer merk je dat ?

Als je ademhaalt wordt je borstkas een beetje groter.

Hoe heten de stukjes kraakbeen die tussen de wervels zitten en waar zorgen deze voor ?

Deze heten tussenwervelschijven en ze zorgen ervoor dat je je rug ver kan buigen.

Leg uit waarom je je wervelkolom kan vergelijken met een schokbreker ?

De wervelkolom vangt grote krachten op, b.v. als een turner op zijn voeten terechtkomt na een sprong. Doordat de tussenwervelschijven uit kraakbeen bestaan, werken ze als een soort schokbrekers.

De kraakbeenverbinding in je wervelkolom kun je vergelijken met de vering van een mountainbike. De vering is een verbinding waardoor een klein beetje beweging mogelijk is.

Wat voor vorm heeft de wervelkolom?

Een dubbele S-vorm. (tweemaal de letter S boven elkaar)

Waardoor wordt de vorm van de wervelkolom in stand gehouden?

Door de rugspieren die aan de wervels zijn bevestigd. Door deze bouw is de wervelkolom stevig en buigzaam. Daardoor werkt de wervelkolom in zijn geheel ook als schokbreker.

In je boek staan 3 verschillende soorten spieren:

  • Oppervlakkige spieren
  • Diepe spieren
  • Rugstrekker   

Zijn de rugspieren bevestigd aan de wervels, aan de tussenwervelschijven of aan beide?

Aan beide, zie foto.

Wat is de functie van een gewrichtskapsel ?

  1. Deze zorgt ervoor dat de botten in een gewricht op hun plaats blijven zitten. De 2 botten zitten met een gewrichtskapsel aan elkaar vast.
  2. De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af. Dit is een stroperige vloeistof die werkt als een soort smeervet.

Wat is een kogelgewricht en is er bij dit type gewricht beweging mogelijk. Noem ook een voorbeeld.

Bij een kogelgewricht draait de gewrichtskogel van het ene bot in de gewrichtskom van het andere bot. Beweging is mogelijk in verschillende richtingen. Ook een draaiende beweging is mogelijk bijvoorbeeld in je schoudergewricht. (schouderblad en opperarmbeen)

Wat is een scharniergewricht en is er bij dit type gewricht beweging mogelijk. Noem een voorbeeld.

Bij een scharnergewricht beweegt het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot. Hierbij kun je alleen een beweging heen en terug maken, bijvoorbeeld met de gewrichten in je vingers. Met je ellebooggewricht kun je je arm alleen buigen of strekken.

Wat is een rolgewricht en is er bij dit type gewricht beweging mogelijk. Noem een voorbeeld.

Bij een rolgewricht draait het ene bot in de lengteas om het andere bot. Het gewricht tussen  spaakbeen en ellepijp in een arm is een rolgewricht. Door de beweging van spaakbeen en ellepijp kun je de palm van je hand naar voren of achter houden.

Door wat voor soort gewricht zijn deze botten aan elkaar verbonden ? Kies uit rolgewricht, kogelgewricht en scharniergewricht.

Schouderblad op opperarmbeen = kogelgewricht
Opperarmbeen en ellepijp = scharniergewricht
Vingerkootjes = scharniergewricht
Spaakbeen en ellepijp = rolgewricht (zie afbeelding)
Heupbeen en dijbeen = kogelgewricht
Dijbeen en scheenbeen = scharniergewricht

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo