Grammatica zinsdelen - Gezegde
3 belangrijke vragen over Grammatica zinsdelen - Gezegde
Waar herken je het gezegde aan?
Het gezegde zegt iets over het onderwerp. Het gezegde geeft aan wat het onderwerp doet of is. Het gezegde bestaat uit de persoonsvorm en eventuele aanvullingen.
1.Coen gaat een boek kopen.
2.Mieke is blij.
Waar herken je het werkwoordelijk gezegde aan?
1. Ik droom
2.Ik heb vannacht gedroomd.
3.Ik ben gisteren komen fietsen.
Waar herken je een naamwoordelijk gezegde aan?
Wanneer de persoonsvorm met een of meer aanvullingen geen handeling maar een toestand uitdrukt, noemen we het gezegde een naamwoordelijk gezegde.
1. Manuel is ziek
2. Die tekening wordt mooi.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
