Werkwoorspelling - De persoonsvorm - De verleden tijd

3 belangrijke vragen over Werkwoorspelling - De persoonsvorm - De verleden tijd

Op welke manier kan bij een persoonsvorm de verleden tijd worden gevormd?

1. Door klankveranderering (sterke werkwoorden)
2. Door de(n) of te(n) achter de ik-vorm te zetten. (bij zwakke werkwoorden)

Wat is een sterk en wat een zwak werkwoord?

Een sterk werkwoord veranderd in de verleden tijd van klank en een zwak werkwoord niet.
loop -> liep
fiets -> fietste

Persoonsvorm - Hoe bepaal je of er -de of -te achter een zwak werkwoord komt in de verleden tijd?

Door "t exkofschip" te gebruiken. Het eindigd met te als de medeklinker waarmee de stam eindigd voorkomt als een van de medeklinkers in 't exkofschip.

stem -> m niet in het kofschip -> stemde
werk -> k in het kofschip -> werkte

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo