Samenvatting: Vloeiendheid
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vloeiendheid
-
Inleiding vloeiendheid
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 31/08/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is kernstottergedrag, en welke drie kennen we?
De natuurlijke stotter
-verleningen : deel van het woord of klank verlengen
- herhalingen: deel van het woord of klank herhalen
-blokkades : een (korte)ademstop -
Wat zijn secundaire stottergedragingen?
Aangeleerd gedrag om met destotter om te gaan
-vechtgedragingen : wat je doet om uit eenstotter te komen
-vermijdingsgedrag : wat je doet om niet in eenstotter terecht te komen
- bevriezingsgedrag: het kind doet niks meer -
Wat is het 4CM, welke onderdelen horen erbij en waar staan die voor?
Erasmus vier componenten model
Raamwerk om stotterproblematiek te beschrijven en verklaren
Verbale component: praak- taal en motorisch gedrag
Cognitieve component: gedachten/zelfbeeld
Emotionele component: gevoelens van bv spanning, schaamte
Sociale component: verstoorde interactie tussen pds en omgeving -
Onderzoek en behandeling bij oudere kinderen
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18/09/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn twee grote verschillen tussen intermediate stotteren en beginnend stotteren?
De angst voor hetstotteren is groter, bij beginnendstotteren vaak alleen maar frustratie. Angsten kunnen gerelateerd zijn aan klanken, woorden of situaties. Reactie op de angst is meervermijding
Er zijn vakerblokkades , die komen voor uit een verhoogde spanning. Kinderen stoppen deademing ,stemgeving en/ofarticulatiebewegingen . Daarna vechten om het spreken weer op gang te komen
Secundair gedrag: Ontsnappingsgedragingen worden meer complex
Ontsnappings- en vermijdingsgedrag wordt sneller en subtieler toegepast -
Hoe doe je diagnostiek bij oudere kinderen?
- Anamnese en intake
- Oudergesprek (mogelijkheden, verwachtingen, ontwikkeling)
- Spelinteractie ouder-kind
- Uitgebreid stotteronderzoek
- Anamnese en intake
-
Wat zijn fluency skills?
Vaardigheden omvloeiender te spreken. Als een kind deze vaardigheden gebruikt noemt G ze "superfluency" -
Wanneer hebben we het over gevorderd stotteren?
Kinderen die er zelf van overtuigd zijn dat ze stotteren, die daar hun oordeel over hebben, die wellicht situaties uit de weg gaan, die hun gedrag aan het stotteren aanpassen, zijn kinderen met gevorderd stottergedrag of hangen hier dicht tegenaan. -
Wat is pseudostotteren en in welke fases van MIDVAS doe je dat?
Pseudostotteren: vrijwillig stotteren
Identificatie: om bewust te worden van stottergedragingen en om negatieve cognities en emoties uit te lokken
Desensitisatie: minder gevoelig zijn voor eigen stotteren
Variatie: leren op allerlei manieren te stotteren en variatie daarin aan te brengen
Stabilisatie: kiezen voor vrijwillig stotteren, het stottergedrag laten komen of vloeiender stotteren -
Onderzoek en behandeling bij jongeren en volwassenen
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/10/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Verschil tussen spontane en gecontroleerde vloeiendheid
Spontane vloeiendheid is wat wij hebben.
Gecontroleerde vloeiendheid is aangeleerd en vaak lastig om vast te houden -
Hoe werk je aan gecontroleerde vloeiendheid (5)?
◦Spreektempo variëren
◦Pauzes gebruiken
◦Zachte steminzetten
◦Lichte articulatiecontacten
◦Propriocepsis
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden