Leach - Organizing the past

23 belangrijke vragen over Leach - Organizing the past

Wat is het grootste probleem bij het analyseren van gebouwen?

Het feit dat het altijd wordt toegeschreven aan een bepaalde stijl, het probleem van het definiëren van specifiek stijlen en het begrijpen van de overgangen van de ene stijl naar de andere stijl.

Welke twee problemen ontstonden er in de 19e eeuw?

1. Hoe kan het verleden gerepresenteerd worden?
2. hoe kunnen de stijlen herkenbaren waarden belichamen van een bepaalde gemeenschap in een lang proces van culturele waarden en aanpassingen?

Welke 6 benaderingen worden er in de tekst gehanteerd als het gaat om de organisatie van het verleden van architectuurgeschiedenis?

1. stijl en periode
2. biografie
3. geografie en cultuur,
4. type
5. techniek
6. thema en analogie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zeggen historici Jmes Ackerman en Heinrich Wolfflin over architectuur?

ackerman: Er moeten karakteristieken eigenschappen gevonden worden die stabiel zijn. Stijl is een stabiele karakteristieke eigenschap. Dit is echter wel toegeschreven door de historici.
Wolfflin: Kunstgeschiedenis zonder namen, Architectuur is begrijpbaar op basis van uiterlijk en visueel karakter en de veranderingen waaronder ze blootgesteld worden door de tijd heen.
Voor beide historici is het bewijs voor een stilistische historie het gebouw zelf.

Hoe liet Wolflin het verschil tussen verschillende stijlen zien?

Stromingen zoals barok noemde hij een stilistisch etiket, gekleurd door zijn erfenis. Hij gebruikte een comparatieve techniek, waarbij hij twee slider tegelijkertijd liet zijn door ze beide te beschrijven en de verschillen tussen het ene gebouw en het andere te zien, en het verschil tussen de ene stilistische categorie en de andere.

Wat was 'stijl' voor wolvin?

Stijl betreft zowel de diepe structuur als het uiterlijk. het is het middel waarbij we de ene architect van de andere kunnen onderscheiden, maar ook hele families en generaties van gebouwen. We kunnen zo het verschil tonen tussen producten van de 17e eeuw en tussen de 19e eeuw of tussen de 12e en de 15e eeuw.

Welke twee verschillende benaderingen zijn er dus voor de stijl tussen ackerman en wolfflin?

1. het idee dat de stijl een visuele onthulling is van de staat van het werk, dat het product is van tijd. De historicus kan een cultuur begrijpen door de kunst.
het woord stijl kan onderscheiden worden in het werk van de kunstenaar, de plek of de tijd. Het is inefficiënt om de unieke trekken van afzonderlijke kunstwerken te definiëren.
2. Er worden grondeigenschappen uitgezet waar individuele voorbeelden op getest kunnen worden, en waarbinnen ondergeschikte groeperingen kunnen en zullen ontstaan.

Hoe was de 19-eeuwse gedachtegang als het gaat om stijl?

Het herkennen van stijlen werd gezien als hetzelfde als het herkennen van karaktereigenschappen van individuen. Deze gedachtegang steunt op taxonomie.er werden stilistische labels gegeven.

Hoe wordt een label vandaag de dag gezien door historici?

Waar het eerst een visuele trieer was, is het nu een brok van scepticisme geworden. het wordt gezien als een softe regel, waar uitzonderingen worden herkend als een falende poging om aan het perfecte model te voldoen.

Welke maatstaf werd gehandhaafd door Arnold Hauser?

de maatstaaf werd gebaaseeft op een maatschappij en niet op stijl. De verschijning werd dan bepaald door externe factoren, en niet door de artistieke werken van architecten en tradities.

Welke twee historiografische waarden zijn er

1. architecturaal en artistiek
2. cultureel, sociaal en religieus.

Waarom is de verdeling van het verleden bij stijl en periode geen monolitische benadering?

omdat het benaderd kan worden via interne historiografische categorieën zoals het romeinse rijk, de middeleeuwen en de renaissance, maar ook via politieke-culturele perioden zoals de weimar republiek, fascistisch talie en soviet rustland.

Waar steunt een biografische organisatie van een achitect's verleden op?

op het concept van architectuur als een geautoriseerd werk en op de architect als artiest of als vakman, een actieveling in het werk.

Waarom gebruiken musea vaak het oeuvre complete ?

Het presenteert het gehele plaatje van de architect en verleent een framewerk voor de analyse. De feiten van iemands leven geeft handige delingen voor de interpretatie van het onderwerp van het werk. Dit kan levensgebeurtenissen, reizen en migratie zijn, die invloed hebben gehad op het betreffende onderwerp.

Welke conceptuele issues ontstaan er bij biografische geschiedenissen van architectuur?

Het levenswerk van een architect geeft aanleiding tot blijvende thema's omdat het vraagt om interpretatie of de ene architect laat aansluiten bij andere architecten die bepaalde zorgen deelt. Al deze factoren staan open voor kritiek.

Welke complicatie ontstaat er op gebied van geografie?

Moderne naties die grenzen delen en waar er verschillende gradaties zijn in doorlaatbaarheid en de introductie van immigratie en emigratie. Ook is er in de 20e eeuw sprake van kolonisatie. De kolonies kunnen een gedeelde architectuur hebben.

Wat wordt bedoeld met een 'native character'?

Architectuur die stijlen aanpassen en aannemen die van een andere plek afkomstig zijn dan het originele land worden uitgesloten, die behoren niet onder native character.

Waarom worden gebouwen ingedeeld op type?

Gebouwen hebben dan gedeelde referentiepunten, die verbonden zijn met het doel van het gebouw. Ze relateren aan hun gebruik.

Welke twee typologieën hanteert anthony vidler?

1. gebruik
2. verbondenheid aan de natuur

Wat is het voordeel van genres/types?

genre is een bruikbaar middel voor een onhandelbaar object. Het is een goede vorm van ordening.
Functionele verdelingen houdt in dat het ene gebouw type wordt onderscheiden van het andere. Het is een handige manier om de historische studie te limiteren.

Wat wordt bedoeld met techniek? Op welke manieren kan het opgevat worden?

we kunnen over architectuurgeschiedenis denken als een discours product. Techniek is de geschiedenis van de techniek binnen de architectuur, en de architectuur als techniek. Vaak wordt gebruik gemaakt van het plan, de plattegrond. Het is een historisch gevormde constructie. Het is een integraal, generaal middel voor architectuur.Het kan letterlijk en conceptueel opgevat worden: als tekeningen en diagrammen maar ook als het gebouw zelf. plannen vormt een techniek van architectuur.

Wat verkent een analoge architectuurgeschiedenis?

het verkent de conceptuele middelen die beschikbaar zijn voor architectuurhistorici die bij ogen dragen aan de nieuwe perspectieven bij issues die verder gaan dan architectuur

Wat wordt bedoeld met thematische en analoge geschiedenis? beschrijf deze conceptuele onderscheiding.

Thematische en analoge geschiedenissen demonstreren een interdisciplinaire bewustheid, waarbij de ene begrijpt dat architectuur in relatie staat tot andere verscheidenen fysieke en conceptuele settingen. En thematiek en analogie behoren tot de randen, tot de grenzen tussen architectuur en andere dingen, disciplines.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo