Samenvatting: Vo Integratieve Eindtoets

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van VO Integratieve Eindtoets

• 1 Classificatie en type wondverzorging op de wondgenezing

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Kunnen er meerdere fasen van wondgenezing in een wond plaats vinden? En wanneer kan een wond pas dicht gaan?

  JA er kunnen meerdere fasen tegelijk plaats vinden in een wond.
  De wond kan pas dichtgaan als de laatste fase is doorlopen

• Wat is de naam van de internationale kleuren classificatiemodel en wat is hier het doel van? Is dit model op alle wonden toepasbaar, zo niet op welke?

  WCS (Wound Consultant Society) doel is de kleur van het wondbed vast te stellen, zodat te bepalen is in welke fase van wondgenezing de wond zich bevindt.
  Hiervan worden behandeldoelen geformuleerd en verbandmateriaal gekozen.
  Op oncologische ulcera en brandwonden niet toepasbaar.

• Wat moet men doen als  er in een wond meer dan 1 kleur voorkomt? En waar wordt in wondgenezing naar toe gewerkt?

  Dan dient de wond behandeld te worden volgens de ernstigste fase. Er dient gewerkt te worden naar een rode (granulerende) wond.

• 1.1 Type wonden

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt een zwarte wond in, is de wond ook altijd zwart en in welke fase van wondgenezing bevindt zich deze wond?

  Houdt in dat er necrotisch weefsel (debris, dood weefsel) in de wond zit. Nee de wond is niet altijd zwart, kan ook bruin-grijs-geel zijn. De zwarte wond vind plaats in de reactiefase - debris moet verwijderd worden

• Wat is een gele wond en in welke fase bevindt het zich?

  Een gele wond is bedekt met gelig beslag, een dikke, half vloeibare, soms taaie laag. Dit zijn celresten en eiwitten. De wond bevindt zich in de reactiefase - beslag moet verwijderd worden. Vaak produceren deze wonden veel exsudaat (wondvocht).

• Wat is een rode wond en in welke fase bevindt het zich?

  Het wondbed wordt bedekt met granulatieweefsel. Dit weefsel is korrelig, glanzend-vochtig en helderrood van kleur. Het is zaak het wondbed te beschermen en uitdroging moet voorkomen worden. Deze wond bevindt zich in de regeneratiefase.

• Omschrijf de Remodellerings-, maturatie- of rijpingsfase: 

  In deze laatste genezingsfase is er een 'rijping' van het granulatieweefsel tot een soepel, wit litteken.

• 1.1.1 Anamnese

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Er zijn verschillende observatiepunten om een wond en het genezingsproces van de wond te beoordelen. Waarvoor zijn deze nog meer nodig?

  Het juiste verbandmateriaal te kiezen

• Wat is belangrijk in de anamnese en waar moet vpk aandacht aan besteden?

  • Oorzaak van de wond, wanneer en hoe ontstaan;
  • Type wond en plaats van de wond;
  • Onderliggende pathologie/leefgewoonten/medicatie en eventuele (negatieve) invloed op wondgenezing (voorbeelden hiervan zijn vaatlijden, diabetes mellitus, roken en corticosteroïden);
  • Voedingsinname (zoals eiwitten, vitaminen en vocht);
  • Mobiliteit;
  • Wondverzorging tot dan toe, wie zijn erbij betrokken, hoe;
  • Kennis bij patiënt over wondgenezing en beïnvloedende factoren.

• De keuze van het verbandmateriaal wordt gemaakt op basis van welke observatiepunten?

  • Kleur (zie ‘classificatiemodel’);
  • Grootte, diepte en vorm; 
  • Houd rekening met ondermijningen onder de wondrand (houding kan van invloed zijn op bijvoorbeeld de diepte van een wond;
  • Meet altijd op dezelfde manier/in dezelfde houding, met behulp van wondfolie kan de omtrek/vorm vastgelegd worden);
  • Wondranden (verweking, irritatie);
  • Exsudaat (mate waarin vocht geproduceerd wordt door de wond);
  • Geur (een sterke of afwijkende geur is vaak een aanwijzing voor een wondinfectie);
  • Pijn (verergering kan duiden op een wondinfectie, maar ook op een verkeerde verzorgingsmethode of verkeerd verbandmateriaal);
  • Ontstekingsverschijnselen (roodheid, zwelling, warmte, pijn of gestoorde functie).