Samenvatting: Fysiologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Fysiologie

  • 1 Sport, algemene trainingsleer en de link met inspanningsfysiologie

  • Welke onderdelen onderscheiden we onder het plateau sport, algemene trainingsleer en de link met inspanningsfysiologie?

    • Sport en training
    • energiesystemen
    • basismotorische eigenschappen
    • plannen en periodisering
    • vanuit fysiologische parameters de trainingszone bepalen
    • energieverbruik berekenen
    • komen tot behandelplan
  • 1.1 Sport en training

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de 6 principes van training?

    1. Progressiviteit en overload
    2. Principe van verminderde meeropbrengst
    3. Principe van de supercompensatie
    4. Principe van correcte timing
    5. Principe van omkeerbaarheid
    6. Principe van specificiteit
  • Wat is principe van progressiviteit en overload en verminderde meeropbrengst?


    1. Belasting progressief opdrijven:
      1. Max. 10% per week
      2. Om de 3 weken 1 week relatieve rust
    2. Verminderde meeropbrengst


    De conditie stijgt niet lineair. Een beginner maakt op korte tijd veel progressie.
  • Wat is het principe van correcte timing?

    • Op het juiste moment een volgende training plannen 
      • = Progressie 
      • = Correcte keten van op elkaar volgende supercompensaties 

    • Trainingen te vroeg inlassen (voordat de supercompensatie optreedt)
      • =onvoldoende herstel
      • = opstapeling van spiervermoeidheid
      • =overbelasting / overtraining

    • Training te laat inlassen (wanneer het trainingseffect genormaliseerd is)
      • = geen progressie
  • Hoe kunnen we hersteltijd bepalen en waar moeten we rekening mee houden?

    Hersteltijd is zéér moeilijk te bepalen

    -> Ochtendpols als indicator
    -> Trail én error

    Ook rekening houden met:
    • Persoonlijke eigenschappen van de atleet
    • Getraindheid
    • Kwaliteit van slaap/rust/stress
    • Voeding (ifv. recuperatie)
    • Leeftijd
  • Wat zijn de 2 extra principes van training?

    1. Egalisatie
      • Een goede tri-of duatleetis goed in alle disciplines
      • Wegwerken zwakste schakel
      • Werk vooral aan belemmerende factoren
      • Zoek de easy-win schakel
    2. variatie
      • steeds dezelfde prikkel -> trainingseffect
      • Zorg dat je lichaam de prikkel niet “gewoon” wordt.
      • Zorg voor variatie in duur, intensiteit, parcours 
  • 1.2 Energiesystemen

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de kenmerken van een anaeroob alactisch systeem?


    • Fysiologische kenmerken:Intensiteit = zeer hoog
      • Duur = zeer beperkt 
      • Trainbaarheid = zeer beperkt

    • Sportspecifiekekenmerken:Explosieve start
      • Demarrage
      • Inzetten eindsprint
  • Wat is het Anaëroob LACTISCH systeem?

    • Anaërobeglycolyse: voor maximale inspanningen van 30-40 seconden tot ongeveer één minuut blijft de energielevering voornamelijk anaëroob(zonder zuurstof)
    • KH(spiersuiker) + ADP = ATP + melkzuur
    • vorming melkzuur -> verzuren spieren -> inspanning stoppen of je gaat braken om het zuur kwijt te raken (maagzuur)
    • deze energievorm wordt daarom
      • anaëroob(zonder O2)
      • lactisch(vorming MZ)

    • Sportspecifiekekenm:
      • Ontsnapping
      • Beklimming
      • Lange eindsprint

    • Redelijk trainbaar
  • Hoe gaan we kijken wat de glycogeenvoorraad is?

    Glycogeenvoorraad in lichaam ~ 500g
    • doseren
    • voeding bijgeven voor langere inspanningen


    1g glucose -> 4kcal 
    6,3 ATP/O2

    1g FFA -> 9kcal 
    5,6 ATP/O2

    => hoofdzakelijk suikers verbranden als je puur op prestatie gaat, want vetzuurverbranding is minder efficiënt 
  • Wat is het verschil tussen aeroob en anaeroob systeem?

    Aeroob = uithouding
    • suikers: O2 -> energie + CO2 + H2O
    • vetten: O2 -> energie + CO2 + H2O


    anaëroob = weerstand
    • suikers -> energie + MZ. (lactisch)
    • ATP en CP -> energie (alactisch)


    relatieve bijdrage van aerobe en anaerobe energielevering tijdens maximale inspanningen van verschillende duur 
    (dia 19/20) 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart