Leeruitkomsten
124 belangrijke vragen over Leeruitkomsten
Vezels - wat, functie, soorten?
Functie vezels
Vezels zijn van invloed op de vorming van feces in de dikke darm en de snelheid waarmee het door het darmkanaal beweegt.
Soorten vezels
·In wateroplosbare (fermenteerbare)
·Niet in wateroplosbare (niet-fermenteerbare)
Fermenteerbare vezels - wat, komt voor in?
Komt voor in
·Peulvruchten
·Groenten
·Fruit
·Bepaalde granen
Niet-fermenteerbare vezels - wat, komt voor in?
Komt voor in
·Volkoren graanproducten
·Bonen
·Kool
·Wortelen
·Zemelen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Verzadigde vetzuren - onderscheid, komt voor in, chemische structuur?
·Korteketenvetzuren KKV (max. 4 koolstofatomen)
·Middenketenvetzuren MKV (max. 10 koolstofatomen)
·Langeketenvetzuren LKV (>12 koolstofatomen)
Komt voor in
·KKV is goed in wateroplosbaar (bijv. azijnzuur, boterzuur)
·MKV komen in normale gangbare voeding weinig voor (bijv. capronzuur, caprylzuur, caprinezuur)
·LKV worden in speciale dieetproducten vaak vervangen door MKV voor mensen met een verstoorde vetabsorptie (bijv. Laurinezuur, myristinezuur, palmitinezuur, stearinezuur, arachidinezuur, beheenzuur)
Chemische structuur
De algemene formule luidt: CNH2N+1COOH waar N een getal is tussen 3 en 25.
Onverzadigde vetzuren - wat, verdeling, chemische structuur?
Verdeling onverzadigde vetzuren
·Enkelvoudige onverzadigde vetzuren EOV, met één dubbele binding in de vetzuurketen
·Meervoudig onverzadigde vetzuren MOV, met twee of meer dubbele bindingen in de vetzuurketen
Chemische structuur
De algemene formule luidt: CNH2N-xCOOH, waarbij N het aantal C-atomen in de keten is en x het aantal dubbele bindingen weergeeft.
Essentiële vetzuren - wat, verdeling, chemische structuur?
Onmisbare essentiële vetzuren
·Linolzuur
·Linoleenzuur
·Alfa-linoleenzuur
·Arachidonzuur
·EPA
·DHA
Linolzuur kan het slechts gemist worden. Bij voldoende aanbod is het lichaam in staat om uit linolzuur, linoleenzuur en arachidonzuur te maken. Uit alfa-linoleenzuur kan het lichaam zelf in beperkte mate EPA en DHA aanmaken. Daarom worden zij ook wel semi-essentieel genoemd.
Chemische structuur eiwitten
De primaire structuur is de volgorde van aminozuren zoals dat vastgesteld is in het DNA.
De secundaire structuur (alfa-helix, bèta-sheet (vouwblad)) ontstaat door de vorming van verbindingen tussen de waterstof- en zuurstofatomen in de peptideketen.
Aminozuren - wat, soorten?
Soorten aminozuren
-Alanine
-Glycine
-Serine
-Valine
-Leucine
-Lysine
-Glycine
-Valine
Enzymen - wat, functie?
Functies van enzymen
·Maken reacties mogelijk bij lage temperatuur
·Enzym ‘raakt niet op’ tijdens reactie, het wordt steeds opnieuw hergebruikt
·Enzymen zijn zeer specifiek voor een bepaalde reactie en bepaald substraat
·Enzymen bestaan uit een eiwitdeel (aminozuren) en een co-factor (geen eiwit)
·Co-factoren worden vaak gemaakt uit vitaminen, zonder co-factoren werken enzymen niet
·Als de 3D structuur van het eiwit veranderd werkt het enzym niet (denaturatie)
Aanvaardbare bovengrens van inneming (AB)
Vitamine A (retinol) - functie
-Betrokken bij de weerstand
-Het speelt een rol bij de groei
-Gezichtsvermogen
-Aanmaak van nieuwe cellen in de luchtpijp, haar, tandvlees en longweefsel
Vitamine A (retinol) - tekort
Risicogroepen zijn vooral mensen die ondervoed zijn zoals ouderen, alcohol -of drugsverslaafden en mensen met een chronische ziekte.
Vitamine A (retinol) - te veel
Een te veel aan vitamine A kan vergiftiging veroorzaken. Verschijnselen hiervan zijn hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, vermoeidheid, afwijkingen aan de ogen, huid en skelet.
Risicogroepen zijn mensen die vitamine A suppletie consumeren.
Acute verschijnselen van een intoxicatie zijn:
-Verminderde eetlust
-Misselijkheid/braken
-Buikpijn
-Hoofdpijn
-Verwardheid, prikkelbaarheid, slaperigheid
-Spierpijn/zwakte
Chronische verschijnselen van een intoxicatie zijn:
-Haaruitval
-Droge ogen, lippen en huid
-Afbrokkelende nagels
-Jeuk
-Hoofdpijn
-Ernstige vermoeidheid
-Bloedarmoede
-Slaapstoornis
-Diarree
-Gewrichtspijn
Vitamine A (retinol) - ADH
Voor vrouwen vanaf 18 jaar geldt 680mcg. Met uitzondering op zwangere, voor hen wordt 800mcg aanbevolen en tijdens de borstvoeding 1100mcg.
Vitamine A (retinol) - Stofwisseling
Vitamine D (calciferol) - Functie
·Bevordert de opname van calcium en fosfor uit de voeding en houdt de calciumconcentratie van het op bloed op het juiste niveau
·Belangrijk voor de groei en behoud van stevige botten/tanden
·Het speelt een rol bij een goede werking van de spieren en het immuunsysteem
·Het zorgt ervoor dat zo min mogelijk calcium, maar ook dat zo weinig mogelijk aminozuren via de urine het lichaam verlaten
Vitamine D (calciferol) - Tekort
Risicogroepen zijn mensen die te weinig voedsel met vitamine D consumeren, de darm neemt de stof niet goed op (malabsorptie) en/of nier -of leveraandoening. [1]
[1] https://encyclopedie.medicinfo.nl/vitamine-d-tekort
Vitamine D (calciferol) - ADH
Voor vrouwen tussen de 18 en 69 jaar geldt 10mcg/dag. Voor vrouwen vanaf 70 jaar geldt 20mcg/dag.
Voor jonge kinderen, ouderen, mensen met een getinte huidskleur (vanaf 70 jaar), mensen die weinig buiten komen (vanaf 70 jaar) en zwangere vrouwen geldt het advies om extra vitamine D te nemen (10mcg/dag).
Vitamine D (calciferol) - stofwisseling
Vitamine E (Alfatocoferol) - functie
·Antioxidantwerking
·Het speelt een belangrijke rol bij het afweersysteem
·Het bevordert de opname in de dunne darm van vitamine A, betacaroteen en onverzadigde vetzuren in ons lichaam
·Het zit ingebouwd in het vetgedeelte van de celwanden, het vormt samen met het meervoudig onverzadigde vetzuur arachidonzuur een complex dat stevigheid geeft aan de celwand
·Bloeddruk regulerend
Vitamine E (Alfatocoferol) - Te veel
Risicogroepen zijn mensen die een langere tijd hooggedosseerde supplementen gebruiken.
Vitamine E (alfatocoferol) - Adequeate inname
Voor vrouwen (die borstvoeding geven) vanaf 18 jaar geldt 11 mg/dag.
Voor zwangere vrouwen geldt 10mg/dag.
Vitamine E (alfatocoferol) - Aanvaardbare bovengrens
Vitamine E (alfatocoferol) - Stofwisseling
Vitamine K (fylochinon) - Functie
- Opbouw van gezonde botten en het voorkomen van osteoporose
Vitamine K (fylochinon) - Te veel
Risicogroepen zijn mensen die bloedverdunners of antistollingsmiddelen gebruiken.
Vitamine K (fylochinon) - ADH
Voor mensen die bloedverdunners of antistolling gebruiken moeten oppassen met vitamine K-pillen met meer dan 100UG vitamine K.
Pasgeboren kinderen hebben extra vitamine K nodig. Bij borstvoeding de 1e 12 weken 150UG.
Geen aanvaardbare bovengrens
Vitamine K (fylochinon) - Stofwisseling
Vitamine B1 (Thiamine) - Functie
·Onderdeel van een enzym dat essentieel is voor de energieproductie van de hersenen
·Vervult een rol bij de overdracht van zenuwprikkels in het perifere zenuwstelsel
·Betrokken bij de verbranding van alcohol in ons lichaam
Vitamine B1 (Thiamine) - Tekort
·Gevoelsloosheid in de benen
·Hartklachten
·Spierverlamming (beriberi)
·Korsakoff syndroom
Risicogroepen zijn alcoholisten en drugsverslaafden, ook mensen met ziektes aan het maagdarmkanaal.
Vitamine B1 (Thiamine) - ADH
Voor zwangere vrouwen geldt 1,4mg/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 1,7mg/dag.
Geen aanvaardbare bovengrens
Vitamine B1 (Thiamine) - Stofwisseling
Vitamine B2 (Riboflavine) - Stofwisseling
Vitamine B3 (Niacine) - Functie
Functies vitamine B3
·Nodig voor de energievoorziening van het lichaam
·Het speelt een rol bij de aanmaak van vetzuren
Vitamine B3 (Niacine) - Tekort
·Pellagra (à een ziekte waarbij je huidaandoeningen, diarree en dementie van kunt krijgen)
Risicogroepen zijn bepaalde delen in de wereld waar mais het hoofdvoedsel is. Het bevat een vorm vitamine B3 die het lichaam niet goed kan opnemen.
Vitamine B3 (Niacine) - Te veel
·Schade aan de lever/ogen
Risicogroepen zijn mensen die te veel hooggedosseerde supplementen consumeren.
Vitamine B3 (Niacine) - ADH
Voor zwangere geldt 17mg/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 20mg/dag.
Vitamine B3 (Niacine) - Aanvaardbare bovengrens
Vitamine B3 (Niacine) - Stofwisseling
Vitamine B5 (Pantotheenzuur) - Functie
·Betrokken bij de opbouw en afbraak van eiwitten en vetten
·Het is een bouwsteen van het co-enzym A (CoA, dit is een sleutelpositie bij de koolhydraat -en vetzuurstofwisseling)
Vitamine B5 (Pantotheenzuur) - Te veel
Risicogroepen zijn mensen die zeer hoge doseringen per dag consumeren.
Vitamine B5 (Pantotheenzuur) - Stofwisseling
Vitamine B6 (Pyridoxine) - Functie
·Belangrijk voor de groei van het ongeboren kind
·Het speelt een rol bij de aanmaak van rode bloedlichaampjes
·Betrokken bij de omzetting van het aminozuur tryptofaan in vitamine B3
·Vervult een rol in de koolhydraatstofwisseling in de ellen door glycogeen af te breken waarbij energie vrijkomt
·Belangrijk voor goed functioneren van het immuunsysteem
·Goede balans in de hormoonhuishouding
Vitamine B6 (Pyridoxine) - Te veel
Risicogroepen zijn mensen die langdurig dagelijks meer dan 21mg vitamine B6 supplementen consumeren.
Vitamine B6 (Pyridoxine) - Te kort
·Bloedarmoede
·Zenuwaandoeningen
·Verminderde weerstand
·Bij pasgeboren baby’s, stuiptrekkingen
Vitamine B6 (Pyridoxine) - Stofwisseling
Vitamine B8 (Biotine) - Functie
·Speelt een rol bij de vorming van vetzuren
·Draagt bij aan het behoud van een gezonde huid, haar en zenuwstelsel
Vitamine B8 (Biotine) - Tekort
·Huidafwijkingen
·Bloedarmoede
·Depressie
Risicogroepen zijn mensen die veel rauwe eieren eten.
Vitamine B8 (Biotine) - Te veel
Vitamine B6 (Biotine) - Adequate inname
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 45UG/dag.
Geen aanvaardbare bovengrens
Vitamine B6 (Biotine) - Stofwisseling
Vitamine B11 (Foliumzuur) - Tekort
·Darmstoornissen
·Vermoeidheid
·Bij het ongeboren kind kans op een open ruggetje, hazenlip en gespleten verhemelte
Vitamine B11 (Foliumzuur) - ADH
Voor zwangere vrouwen en die borstvoeding geven geldt 400mg/dag.
Vitamine B11 (Foliumzuur) - Stofwisseling
Vitamine B12 (Cyanocobalamine) - Te kort
·Bloedarmoede; vermoeidheid, duizeligheid, hartkloppingen, oorsuizen
·Neurologische gevolgen; tintelingen in de vingers, geheugenverlies, coördinatiestoornissen, spierzwakte in de benen
Risicogroepen zijn mensen die geen dierlijke producten eten of te weinig van het eiwit Intrinsic Factor hebben waardoor je lichaam de vitamine niet goed kan opnemen (veganisten). Mensen met maagdarminfecties en bij aandoeningen waarbij de productie van maagzuur verminderd is. Dit gebeurt vaker bij ouderen.
Vitamine B12 (Cyanocobalamine) - Te veel
Vitamine B12 (Cyanocobalamine) - ADH
Voor zwangere vrouwen geldt 3,2UG/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 3,8UG/dag.
Vitamine C (Ascorbinezuur) - Functie
·Werkt als katalysator bij oxidatieprocessen in de lichaamscel (celstofwisseling)
·Krachtige antioxidantenwerking en beschermt het lichaam tegen beschadiging en vrije radicalen
·Belangrijk voor het afweersysteem door de rol die het speelt bij de vorming van witte bloedlichaampjes
·Bevordert de opname van ijzer uit de voeding
·Het is nodig bij de productie van rode bloedcellen in het beenmerg
·Het speelt een rol bij de vorming van neurotransmitters en diverse hormonen
·Betrokken bij de omzetting van foliumzuur (vitamine B11) in zijn actieve vorm
Vitamine C (Ascorbinezuur) - Te veel
·Darmklachten
·Diarree
·Verhoogde uitscheiding van oxaalzuur in de urine
Vitamine C (Ascorbinezuur) - Stofwisseling
(MACRO)Calcium (CA2+) - Functie
·Nodig voor botopbouw
·Het kalk in je botten (calciumfosfaat) speelt een rol in de bloedstolling
·Transport van andere mineralen
(MACRO)Calcium (CA2+) - Te kort
·Botvervorming (rachitis bij kinderen)
·Spierkrampen
Risicogroepen zijn vrouwen >50 jaar en mannen >70 jaar en kinderen.
(MACRO)Calcium (CA2+) - ADH
(MACRO)Fosfor (Fosfaat) - Te kort
·Gebrek aan eetlust
·Ontstaan van nierstenen
Risicogroepen zijn mensen die overmatig geneesmiddelen gebruiken, waaronder maagzuurremmers.
(MACRO)Fosfor (Fosfaat) - Te veel
Risicogroepen zijn oudere waarbij de nieren minder goed gaan werken.
(MACRO)Fosfor (Fosfaat) - ADH
Voor zwangere vrouwen geldt 700UG/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 900UG/dag.
Geen aanvaardbare bovengrens
(MACRO)Fosfor (Fosfaat) - Stofwisseling
(MACRO)Kalium (K+) - Functie
·Samen met natrium betrokken bij de regeling van de vochtbalans en bloeddruk
(MACRO)Kalium (K+) - Te kort
·Verzwakte spieren
·Misselijkheid
·Lusteloosheid
·Hartritmestoornissen
Risicogroepen zijn mensen die hevig braken, ernstige diarree hebben of plaspillen gebruiken.
(MACRO)Kalium (K+) - Te veel
·Hartsstilstand
Risicogroepen zijn mensen met nierfalen, bepaalde medicijnen voor de bloeddruk en mensen die kaliumsupplementen consumeren of mensen met langdurige diarree en veelvuldig braken.
(MACRO)Kalium (K+) - Stofwisseling
(MACRO)Natrium (NA+) - Functie
·Handhaven en reguleren van het zuur-base-evenwicht (zuurtegraad) van het bloed en het weefselvocht
·Het doorgeven van zenuwprikkels, vooral naar de spieren, waardoor zij zich kunnen samentrekken
·Voornamelijk aanwezig in extracellulair vocht
(MACRO)Natrium (NA+) - Te kort
·Lusteloosheid
·Misselijkheid en braken
·Hoofdpijn
·Verwardheid
·Sufheid
·Epileptische aanvallen
Risicogroepen zijn mensen met langdurig diarree of veelvuldig braken of mensen die hevig transpireren.
(MACRO)Natrium (NA+) - ADH
(MACRO)Natrium (NA+) - Aanvaardbare bovengrens
(MACRO)Natrium (NA+) - Stofwisseling
(MACRO)Chloor (Cl-) - Functie
Functies van chloor
·Rol bij de vochtbalans in het lichaam
·Het reguleert het kalium-natrium evenwicht
·Vervult een functie bij de geleiding van zenuwprikkels
·Het vormt samen met waterstof zoutzuur (HC1) (zoutzuur is een zeer sterk zuur dat goed oplost in water en een belangrijk bestanddeel is van het maagsap)
(MACRO)Chloor (Cl-) - Te kort/ veel
-
Te veel aan chloor
·Hoge bloeddruk
Risicogroepen zijn mensen met een te hoge inname van zout.
(MACRO)Chloor (Cl-) - Adequate inname
Voor mannen en vrouwen ouder dan 70 jaar geldt 1,8g/dag.
(MACRO)Chloor (Cl-) - Aanvaardbare bovengrens
(MACRO)Chloor (Cl-) - Stofwisseling
(MACRO)Magnesium (MG 2+) - Functie
·Stimuleren van de enzymenactiviteit
·Het geeft stevigheid aan het skelet en vormt tevens een reserve
(MACRO)Magnesium (MG 2+) - Te kort
·Spierkrampen
·Hartritmestoornissen
Risicogroepen zijn mensen waarbij de nieren of darmen slecht functioneren
(MACRO)Magnesium (MG2+) - Te veel
Risicogroepen zijn mensen die supplementen consumeren waar magnesium in zit, met in totaal >250mg/dag naast je voeding.
(MACRO)Magnesium (MG2+) - ADH
Voor vrouwen geldt 300mg/dag.
Voor zwangere vrouwen en die borstvoeding geven geldt 280mg/dag.
(MACRO)Magnesium (MG2+) - Aanvaardbare bovengrens
(MACRO) Magnesium (MG2+) - Stofwisseling
(MICRO) Zwavel - Functie
·Zwavelbruggen in eiwitstructuur
·Bufferfunctie
(MICRO) IJzer (FE2+, FE3+) - Wat, functie?
Functies van ijzer
·Belangrijk voor de vorming van hemoglobine
·Onderdeel van rode bloedcellen (die vervoeren zuurstof door ons lichaam)
IJzer (FE2+,FE3+) - Te kort
·Bleke huid
·Rusteloze benen
·Snel buiten adem
Risicogroepen zijn vrouwen in vruchtbare leeftijd, zwangere en vrouwen die borstvoeding geven. Ook jonge kinderen en vegetariërs moeten goed opletten.
IJzer (FE2+, FE3+) - Te veel
·Bij consumptie van >45mg/dag; acute maag-darmproblemen, misselijkheid, overgeven en diarree
Risicogroepen zijn mensen met de erfelijke aandoening hemochromatose.
IJzer (FE2+,FE3+) - ADH
Voor vrouwen van 18-50 (voor de overgang) jaar geldt 16mg/dag.
Voor vrouwen na de overgang geldt 11mg/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 15mg/dag.
Geen aanvaardbare bovengrens
Zinkt (ZN2+) - Te kort
·Anders ruiken en proeven
·Achterblijvende groei en ontwikkeling van het geslacht
·Verminderde afweer tegen infecties
·Nachtblindheid
Zink (ZN2+) - ADH
Voor vrouwen vanaf 18 jaar geldt 7mg/dag.
Voor zwangere vrouwen geldt 9mg/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geld 11mg/dag.
Zinkt (ZN2+) - Stofwisseling
Koper (CU2+) - Functie
·De productie van hemoglobine
·Rol bij de vorming van het donkere pigment melanine van huid en haar (het maakt onderdeel uit van het enzym dat daar verantwoordelijk voor is)
·Rol bij ons immuunsysteem
·Onderdeel van allerlei enzymen in ons lichaam die nodig zijn bij de vorming van bot en bindweefsel, de bloedstolling en de zuurstofoverdracht naar de cel
Koper (CU2+) - Te kort
·Bloedarmoede
·Lichtere huid
·Botontkalking
Koper (CU2+) - ADH
Voor zwangere vrouwen geldt 1,0mg/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 1,3mg/dag.
Koper (CU2+) - Stofwisseling
Mangaan (MN2+) - Functie
·Enzymreacties, betrokken bij de opbouw van eiwitten uit aminozuren, met name bij de opbouw van herseneiwitten
·Enzymreacties, betrokken bij de opbouw van DNA en RNA
·Enzymreacties, betrokken bij de bloedsuikercontrole in het bloed, het bevordert de glucose intolerantie in het bloed
·Rol bij de vorming van mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen
·Speelt een rol bij de vorming van botweefsel
Mangaan (MN2+) - Adequate inname
Jodium (I-) - Functie
Jodium (I-) - Te kort
·Bij kinderen; groeiachterstand, verminderd leervermogen
Risicogroepen zijn mensen die weinig/geen brood eten of brood zonder gejodeerd zout.
Jodium (I-) - Adequate inname
Voor zwangere vrouwen geldt 175UG/dag.
Voor vrouwen die borstvoeding geven geldt 200UG/dag.
Jodium (I-) - Aanvaardbare boven grens
Fluor (F) - Functie
·Remmend effect op de afzetting van kalk op de wanden van de slagaderen
·Remmende werking op de vorming van zuur splitsende enzymen door de mondbacteriën
Fluor (F) - ADH
Fluor (F) - Stofwisseling
Chroom - Tekort/ Te veel/ Aanbeveling
Komt in Nederland niet voor.
Geen aanbevelingen
Inname specifieke groepen
- hogere innames van foliumzuur (voor vrouwen die zwanger willen worden),
- vitamine D (voor senioren),
- ijzer (voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd) en
- calcium (voor adolescenten)
Dit onderschrijft de adviezen van de Gezondheidsraad aan genoemde groepen om foliumzuur- en vitamine D-supplementen te slikken. Voor de lage inname van ijzer en calcium zijn de gezondheids- consequenties onduidelijk. Hiernaar is meer onderzoek nodig.
Kan uitleggen welke doelgroepen andere behoeftes hebben
-Leeftijd
-Geslacht
-Gezondheidstoestand/ziekte
-Hoeveelheid energie die de voeding levert
-Groei, zwangerschap, lactatie
-Klimaat
-Stress
-Activiteit
Specifieke doelgroepen zijn zieke mensen, kinderen, zwangere en ouderen.
Mondholte - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: Toegang tot het spijsverteringsstelsel, dient als doorgang voor het ademhalingssysteem, spraak
Pharynx (keelholte) - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: De spieren stuwen het voedsel de oesophagus in.
Oesophagus (slokdarm) - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: Vervoer van voedsel naar de maag
Galblaas - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: Opslag en concentreren van gal (dit breekt vetten af die via de voeding in het lichaam terechtkomen en helpt daardoor de spijsvertering).
Dunne darm - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: Vertering en opname van voedingsstoffen. Gestimuleerde enzymen secretine en CCK. Verteerde voedingstoffen worden via de darmwand in het bloed opgenomen en kunnen zo het lichaam voorzien van brandstof. De waterige resten gaan door naar de dikke darm.
Dikke darm - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: onttrekking van vocht, vitaminen en mineralen en indikken van onverteerbare materialen in voorbereiding op de verwijdering.
Rectum (endeldarm) - anatomie/ fysiologie
Fysiologie: Lozen spijsbrij
Stofwisseling - Koolhydraten/ schematisch
- opname koolhydraten
Spijsverteringskanaal:
- afbraak tot glucose, fructose en galactose
Darmvlokken:
- absorptie via de wand
- opname door het bloed van glucose, fructose en galactose
Lever:
- omzetting van fructose en galactose
- opbouw van glycogeen uit glucose
- stapeling van glycoheen
- omzetting van glycogeen in glucose
- omzetting van overtollige koolhydraten in vet
- opbouw van glucose uit aminozuren
Bloed:
- circulerend door het gehele lichaam
Spieren:
- opbouw van glucose tot glycogeen
- stapeling glycogeen
- afbraak glycogeen tot glucose
- verbranding tot koolzuurgas en water
- energie komt vrij
Uitscheidingsorgaan:
- uitscheiding van koolzuurgas en water
Stofwisseling - vetten - schematisch
- opname van vetten
Spijsverteringskanaal:
- vorming van emulsie
- splitsing van vetten, vetzuren en glycerol
Darmvlokken:
- absorptie van vetzuren en glycerol door darmwand, vorming van vet in de darmwand en opnamen van dit vet door lymfe
- absorptie van KKV en MKV en opname hiervan door het bloed
Lever:
- opslag van vetten
- verbranding van vetten tot kooldioxide en water
Bloed:
- circulerend door het gehele lichaam
Weefsels:
- verbranding tot kooldioxide en water
Uitscheidingsorganen:
- uitscheiding van kooldioxide en water
Stofwisseling - eiwitten - schematisch
- opname van eiwitten
Spijverteringskanaal:
- afbraak tot aminozuren
Darmvlokken:
- opname aminozuren door de darmwand
- opname door het bloed
Lever:
- Distributie aminozuren
- opbouw eiwitten uit aminozuren
- afbraak eiwitten tot aminozuren
- afbraak aminozuren tot ureum
- Opbouw van glucose
Bloed:
- stromend door het hele lichaam
Cellen:
- opbouw eiwitten uit aminozuren
- afbraak eiwitten tot aminozuren
Nieren:
- uitscheiden van ureum
Model van gepland gedrag, psychische determinanten;
-Ervaren norm/perceived norm (opvattingen van anderen) à Bestaat uit subjectieve norm (wat denken anderen dat ik zou moeten doen, wat hoor ik te doen) en de descriptieve norm (wat denk ik dat anderen doen).
-Waargenomen gedragscontrolen/perceived behavioral control (de inschatting van eigen mogelijkheden het gedrag uit te voeren).
Achtergrond variabelen zoals individuele factoren (persoonlijkheid, risico-inschatting en eerder gedrag), sociaal-demografische factoren (geslacht, leeftijd, opleiding) en informatiefactoren (kennis) worden verondersteld het gedrag vooral indirect te beïnvloed via de drie determinanten en de gedragsintentie (Johannes Brug, 2017).
ANGELO-model, sociale determinanten;
Het microniveau behelst de behavioral settings waarbinnen het gedrag wordt uitgevoerd. Hogere niveaus van omgevingsinvloeden zijn samengevoegd binnen het macroniveau (sectoren). (Johannes Brug, 2017)
Spijsvertering - Dikke darm
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden