Samenvatting: Voeding Ii
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Voeding II
-
1 Spijsverteringstelsel
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 4 lagen van het spijsverteringskanaal?
Van binnen naar buiten de cel
1. Mucosa
2. Submucosa
3. Muscularis externa (2 spiergroepen voor het transport en het kneden)
4. Serosa of adventitia
-
Wat is de functie van de mond tijdens de spijsvertering?
- het kauwen van het voedsel
- het bewegen (door tong en wang) van het voedsel
- speeksel en enzymen toevoegen die de afbraak helpen
-
Waar is de dikste slijmlaag en waarom?
in de darm is de dikste en zuurste slijmlaag. Dit komt omdat hier dingen opgenomen moeten worden -
welke 2 soorten spierbewegingen heb je tijdens de spijsvertering?
- peristaltiek (het vooruit duwen van het voedsel)
- segmentatie (het uit elkaar laten vallen van het voedsel door contracite van de circulaire spieren. Hoe sneller de contractie gaat, hoe meer kracht er wordt uitgeoefend)
-
Wat zorgt ervoor dat een sluitspier gesloten is?
de slokdarm spieren trekt samen aan de binnenkant en de middenrif spieren trekken samen aan de buitenkant
-
De vertering van welke stoffen begint al in de mond?
- koolhydraten (door amylase in het speeksel, dit stopt weer in de maag)
- vetten (door de aanwezigheid van lingual lipase)
-
Welke 4 soorten cellen heb je in de maag en wat maken ze?
- G cellen -> gastrine
- parietal cells -> HCl
- peptic cells -> pepsinegonese
- mucus cells -> carbonaat + slijm
-
Welke 3 fases van secretie maagsappen heb je?
1. de hoofd fase (zien, ruiken,denken aan voedsel ->activiatie van de nervus vagus. dit wordt als acetlylcholine wordt toegevoegd omgezet in G-cellen en parietaal cellen)
2. maag fase (strekken van de mechanoreceptoren. dit wordt als gastrine aanwezig is omgezet in HCL + pepsinogeenproductie)
3. Darm fase (einde van de vetering in de maag: de pyloris reguleert de doorgifte van de maaginhoud naar de darm)
-
Hoe wordt de eiwitvertering in de maag gestart?
De eiwit wordt gedenatureerd door HCL. dit zorgt ervoor dat Pepsinogeen wordt omgezet in de actieve pepsine. Pepsine zorgt weer voor de hydrolyse van eiwitten in kleinere fragmenten -
wat scheidt het duodenum uit?
-cholecystokinine (zorgt voor de gal en de excretie van zymogenen)
- secretine (zorgt voor het water + bicarbonaat)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden