Anatomie, Voeding en Vertering (Homeotase)

109 belangrijke vragen over Anatomie, Voeding en Vertering (Homeotase)

40.4 Door welke factoren wordt de stofwisselingssnelheid beïnvloed?


Door:
  • grootte
  • activiteit
  • omgeving  

40.4 Door welke methode kan de stofwisselingssnelheid bij dieren in korte termijn opgemeten worden?

Kan op korte termijn worden gemeten worden door de zuurstofconsumptie of koolstofdioxide productie te meten.

40.4 Wanneer vind er Torpor plaats bij dieren?

Bij de winterslaap of winterrust is er sprake van een langdurende staat van torpor.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

42.1 Geef aan wanneer sprake is van ondervoeding: kwantitatief en kwalitatief?

Ondervoeding, kwantitatief ("undernutrition"): te kort aan chemische energie.Ondervoeding, kwalitatief ("malnitrution"): te kort aan één of meerdere essentiële voedingsstoffen.


42.3 In de mondholte vinden we speekselklieren welke amylase produceren, waarom wordt er amylase geproduceerd en wat produceren slijmklieren?

Amylase productie is voor de vertering van zetmeel
Slijmklieren produceren mucus (slijm)!.

42.3 Wat gebeurt er wanneer er voedsel wordt ingeslikt?

Dan sluit de epiglottis (strotklepje), die zich in de pharynx (keelholte) bevind, de glottis (stemspleet) af zodat het voedsel niet in de larynx (strottenhoofd) en trachea (luchtpijp) terecht kan komen.

Vervolgens passeert het voedsel de sfincter (sluitspier) om in de oesophagus (slokdarm) terecht te komen, alwaar het via peristaltische bewegingen richting de maag wordt getransporteerd.

42.3 In de maag zijn twee componenten verantwoordelijk voor de chemische vertering van het voedsel, welke 2?

zoutzuur (waterstofchloride, HCl)
Pepsine (een protease dat goed werkt in een zure omgeving en eiwitmoleculen splitst).

42.3 Wat produceren Pariëtale maagcellen?

Waterstof (H+) en Chloride (Cl-) Ionen welke HCl vormen.

42.3 Wat produceren maagsap klieren?

Pepsinogeen:

  • Een inactief enzym.
  • Onder invloed van HCl wordt pepsinogeen omgezet in pepsine.
  • Ook pepsine zelf versterkt de omzetting van pepsinogeen in pepsine (positieve terugkoppeling).

42.3 In de twaalfvingerige darm wordt de pH geneutraliseerd door?

Bicarbonaat (geproduceerd door de alvleesklier).

Verder produceert de alvleesklier:
  • Amylase (vertering zetmeel),
  • Lipase (vertering vet)
  • Trypsine (vertering eiwit)

Verder wordt in de twaalfvingerige darm gal toegevoegd, wat is geproduceerd door de lever en opgeslagen en ingedikt in de galblaas.

42.3 Een belangrijk deel van vertering en absorptie van voedingsstoffen vindt plaats in?

De nuchtere- en kronkel darm.
Oppervlakte vergroting voor de absorptie van voedingsstoffen wordt bereikt door drie aspecten:
  • Darmplooien
  • darmvlokken (villi)
  • Microvilli.    

42.3 Hoe heet het laatste deel van de darm?

  • Colon -> dikke darm
  • Cecum -> blinde darm
  • Appendix -> wormvormig aanhangsel
  • Rectum -> endeldarm

42.4 Zoogdieren hebben een gedifferentieerd gebit, bestaande uit?

  • Snijtanden (incisieven)
  • Hoektanden (cuspidaten, canines)
  • Valse kiezen" (premolaren) en
  • Kiezen (molaren).    

42.4 Wat is het verschillen tussen de gebitten van een herbivoor, omnivoor en carnivoor?

Carnivoren
Hebben ‘kniptanden’ om hun vlees goed te kunnen bijten en afscheuren, de hoektanden van een carnivoor zijn groot spits en scherp, de carnivoren gebruiken ze om de prooi dood te maken.

Herbivoren
Hebben ‘plooikiezen’ dat zijn kiezen met harde richels erin, het voedsel wordt door de richels fijngemalen, meestal hebben de planteneters geen hoektanden.

Omnivoren
Hebben ‘knobbelkiezen’ dat zijn kiezen met een hobbeling oppervlak zodat het voedsel kan worden fijngemalen, alleseters hebben wel hoektanden. Omnivoren hebben een gebit dat en het vlees in stukjes scheurt/bijt en alles fijnmaalt.

42.4 Aan kunnen geven welke evolutionaire aanpassingen het spijsverteringsstelsel van een herbivoor en carnivoor vertonen?

Het darmkanaal van herbivoren is langer dan dat van carnivoren, aangezien plantencellen, door het bezit van celwanden, lastiger zijn te verteren dan dierlijke cellen.

42.4 Er zijn herbivoren die een symbiotische (mutualisme) relatie hebben met microben. Leg uit waar de locatie van de microben zich bevinden?

Dat is afhankelijk van het type planteneter:
  • Hoatzin (krop)
  • Paarden (blindedarm)
  • Konijnen (darmen en blindedarm)
  • Runderen (maag met 4 kamers)

42.5 Noem de hormonale regeling van vertering in het gebied van maag en twaalfvingerige darm?

Voedsel zorgt voor het oprekken van de maagwand die ten gevolge daarvan het hormoon gastrine vrijlaat. Het gastrine circuleert via de bloedbaan terug naar de maag waar het zorgt voor de productie van maagsap.

42.5 De twaalfvingerige darm reageert op de zure inhoud van de maag door de hormonen welke?


Door cholecystokinine en secretine los te laten.
Cholecystokinine zorgt voor het vrijlaten van alvleessap en gal.
Secretine zorgt voor het vrijlaten van bicarbonaten door de alvleesklier.

42.5 Wat is chymus en waar bevind deze zich?

Chymus vind zich in de twaalfvingerige darm.
Wanneer de darm rijk aan vet is, zorgen de hoge concentraties van cholecystokinine en secretine ervoor dat de peristaltische bewegingen van de maag en productie van maagsap omlaag gaan, waardoor het verteringsproces wordt vertraagd.

42.5 Wat gebeurt er na dat de bloedsuikerspiegel na een maaltijd omhoog gaat?

  • Dan geeft de alvleesklier het hormoon insuline af.
  • Insuline zorgt ervoor dat glucose de cellen binnengaat en zet de lever- en spiercellen aan tot de vorming van glycogeen uit glucose. Door dit proces daalt de bloedsuikerspiegel.

42.5 Wat gebeurt er wanneer de bloedsuikerspiegel beneden de normwaarde komt?

  • Dan geeft de alvleesklier het hormoon glucagon af.
  • Glucagon zorgt ervoor dat de glycogeen in de lever wordt afgebroken tot glucose, welke wordt losgelaten in de bloedstroom.
  • Door dit proces stijgt de bloedsuikerspiegel.    

42.5 Wat doet het hormoon ghreline?

  • Is eetlust opwekkend.
  • Deze wordt afgescheiden door de maagwand voor etenstijd

42.5 Waar wordt het insuline geproduceerd?

  • Onderdrukt de eetlust
  • Insuline wordt geproduceerd door de alvleesklier

42.5 Waar wordt het hormoon PYY geproduceerd?

  • Door de dunne darm
  • Werkt als een eetlust onderdrukker doordat het ghreline tegenwerkt. 

42.5 Leg uit wat het problemen is rond vetopslag vanuit een evolutionair perspectief?

Het probleem dat mensen momenteel ondervinden met afvallen heeft te maken met ons evolutionaire verleden. Vetopslag was eenmanierommageretijdenteoverleven.

Wat is vitamine B en wat doet het in je lichaam?

B-vitamines zijn zogeheten essentiële vitamines
  • Vitamine B6 heeft zich gespecialiseerd in de spieren
  • B12 zit in je bloed, waar het een belangrijke rol speelt bij de vorming van rode bloedcellen. Rode bloedcellen zijn nodig om zuurstof in je bloed te vervoeren, waardoor jij je goed voelt.
  • B-vitamines is de accu van het lichaam!

Zit in:
Vlees, eieren, vis, graanproducten, aardappelen en peulvruchten. Groenten, melk en kaas

Een tekort

Een tekort aan vitamine B6, B12 of andere B-vitamines kan zich uiten in symptomen zoals:
  • Vermoeidheid
  • Gebrek aan eetlust
  • Hoofdpijn.

Wat is Flouride en wat doet het in je lichaam?

Fluoride is nodig voor de opbouw van tanden en botten. Het wordt opgenomen in het tandglazuur en 'ingebouwd' in het bot. Zo verstevigt fluoride de botstructuur en beschermt het tegen tandbederf.

Zit in:
Een hele kleine hoeveelheid fluoride zit in vrijwel alle voedingsmiddelen. Het komt vooral voor in thee en zeevis.

Tekort aan fluoride

Een tekort aan fluoride verhoogt de kans op tandbederf.

Wat is Ijzer en wat doet het in je lichaam?

IJzer is een belangrijk bestanddeel van hemoglobine, een onderdeel van de rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof van de longen naar de weefsels. Zuurstof is nodig voor de verbranding van voedingsstoffen in de weefsels. Hierbij komt energie vrij.

Zit in:
IJzer komt voor in vlees en vleesproducten, aardappelen, brood en groenten. De belangrijkste leveranciers voor ijzer in de Nederlandse voeding zijn brood en vlees(waren).

Tekort aan Ijzer
Bij een tekort aan ijzer kunnen klachten als duizeligheid en een verminderd concentratievermogen optreden. Een duidelijk tekort aan ijzer leidt tot bloedarmoede (anemie).


De kieuwklep of het operculum was een belangrijke aanpassing voor vissen omdat het helpt bij __________.
(Overweeg de locatie van het operculum).

A. het waarnemen van trillingen in het water
B. detectie van chemicaliën in water
C. het onderhouden van een toevoer van zuurstof
D. het aanpassen van het drijfvermogen
E. onderwaterreproductie

C. het onderhouden van een toevoer van zuurstof
Water wordt in de mond getrokken, door de keelholte en tussen de kieuwen door beweging van het operculum en samentrekking van de spieren rond de kieuwkamers.

Wat heeft vorm en functie met elkaar te maken?

  • De grootte en vorm bepalen op welke manier een organisme kan interacteren met zijn omgeving.
  • De vele “body plans” zijn geevolueerd en worden bepaald door het genoom.

Wat is Evolutionaire convergentie?

Evolutionaire convergentie laat de aanpassingen zien van verschillende soorten, aan dezelfde uitdagingen die de omgeving stelt (analoge structuren).

Waarom heeft de grootte en vorm van een dier direct effect op het transport van energie en materiaal met zijn omgeving?

Een eencellige die in het water leeft, heeft voldoende membraanoppervlak om het gehele cytoplasma te bedienen.

Holtedieren zijn maar twee cel lagen dik, daardoor is diffusie van materiaal voldoende, hoe lossen complexer opgebouwde organsimen dit op?

Meer complex opgebouwde organismen bezitten zeer frequent opgevouwen interne oppervlakten voor de uitwisseling van materiaal.

Welke vorm , lagen en functie heeft een kubisch epitheelweefsel en in welke organen kom je deze tegen?



kubisch epitheelKubisch epitheel is epitheelweefsel waarvan de cellen grofweg een kubische vorm hebben, dat wil zeggen dat ze ongeveer even hoog als breed zijn. Deze cellen kunnen, afhankelijk van hun functie, voorkomen in een enkele laag of in meerdere lagen.

Als eenlagige vorm komt het onder andere voor in de eierstokken en nierkanaaltjes en in de ogen;
Als meerlagige vorm komt het voor in de afvoerkanaaltjes van zweetklieren, melkklieren en speekselklieren.

Welke vorm, lagen en functie heeft de Cilinder epitheel en in welke organen kom je deze tegen?

Cilindrisch epitheel + trilharen
Deze cellen hebben langgerekte kernen.
Ze staan loodrecht op de basale membraan.
In sommige functies bevatten de cilindrische epitheelcellen ook trilharen, dit noemen we dan trilhaarepitheel.

In dit soort epitheel bevinden zich slijmbekercellen.
Deze cellen produceren slijm en brengen het naar buiten de cel.
De trilharen bevinden zich ook buiten op de wand van de cel.
De trilharen en het slijm zorgen er samen voor dat bacteriën en vuil buiten gehouden worden/ niet verder kunnen. Trilhaarepitheel bevindt zich onder andere in de neusholte, de luchtwegen, de eileiders en het middenoor.

Hoeveel type weefsels heeft het menselijk lichaam ?


Het menselijk lichaam heeft 4 types weefsels:
  • Epitheelweefsel
  • Zenuwweefsel
  • Spierweefsel
  • Steunweefsel

Noem de drie vormen van epitheelweefsel (cellen)?

De drie vormen van epitheelweefsel (cellen)
  • Plaveisel epitheelweefsel: Bestaat uit platte cellen
  • Kubisch epitheelweefsel: Bestaat uit vierkante cellen
  • Cilindrische epitheelweefsel: Bestaat uit hoge cellen


In welke 3 categorieën kan je de epitheelweefsel in delen?

  • Aantal lagen (eenlagig of meerlagig)
  • Vorm van de cellen (plaveisel, kubisch of cilindrisch)
  • Functie (bedekkend of afscheidend)

Waar vind je de Cilinderische epitheel?

Cilindrisch epitheel:
Vaak voorkomend, o.a. afvoergangen van klieren, in de basale laag van de opperhuid.

Wat voor soort cellen zijn dit?
A. Plaveisel
B. Kubisch
C. Cilindrisch?

A. Plaveisel. (wangslijvlies is heel dun/plat)

Wat is de functie van een endocriene klieren?

Deze zijn hormoonklieren.
Het zijn Klieren zonder afvoerbuis. Ze geven stoffen af binnen in het bloedbaan. Het blijft binnen het lichaam.

Wat is de functie van een endo-exocriene klieren:

Klieren die zowel HORMONEN afscheiden en een afvoerbuis hebben. Deze klieren geven aan de buitenkant en aan de binnenkant stoffen af aan lichaam.(Voorbeeld alvleesklier)

Wat is de functie van de zenuwweefsel?


Zenuwstelsel is opgebouwd uit zenuwweefsel.

De functie van zenuwweefsel:
  • regulatie van lichaamsfuncties
  • spierbewegingen
  • Elektrische impulsen doorgeven naar cellen in je lichaam

Wat is de functie van een spierweefsel?

Zorgt voor beweging- openen en sluiten van in- en uiteinden
- lichaamstemperatuur reguleren


Wat zijn de functies van de volgende onderdelen?
  • Pees
  • Spierbuik
  • Spierschede
  • Spierbundel
  • Spiervezel

Pees: verbinding met de beenweefsel (bot)
Spierbuik: De dikste gedeelte van een skeletspier
Spierschede: bindweefselvezel (houdt de bundels bij elkaar)
Spierbundel: Een groep spiervezels (cellen) bij elkaar.
Spiervezel: Dit is Een spiercel. Regelt het samentrekken/ontspannen

Welke weefsel wordt hier afgebeeld?

Een vergrote Spiervezel/Spiercel

Waar denk je aan bij steunweefsel?

Het woord "steun".
  • Steunweefsel geeft steun aan het lichaam
  • Beschermt en bepaalt de vorm van organen

Hoeveel soorten verzamelnamen zijn er voor steunweefsel?

Steunweefsel is een verzamelnaam voor 4 verschillende weefsels:
  • Bindweefsel
  • Kraakbeenweefsel
  • Beenweefsel
  • Bloed en Lymfe (vloeibaar weefsel)

Noem de drie soorten vezelige tussencelstof van bindweefsel?

De drie soorten bindweefselvezels:
  • Collagene Vezels (Stevige vezels)
  • Elastische Vezels (Elastisch en dun)
  • Reticuline vezels (Dunne eiwitvezels)

Hoeveel soorten bindweefsel heeft het menselijke lichaam?

De 3 soorten bindweefsel:

  • Vast bindweefsel: Bestaat uit veel Collagene vezels (pezen, banden)
  • Dicht bindweefsel: Elastische en Collagene vezels (netwerk vezels, lederhuid)
  • Losmazig bindweefsel: Elastische en Reticuline vezels (onderhuid)

Hoeveel soorten kraakbeenweefsel heeft het menselijke lichaam?









Er zijn drie verschillende soorten kraakbeenweefsel:
  • Elastische kraakbeen:

          elastische vezels
  • Glasachtigekraakbeen of hyalien kraakbeen:

          Dunne collagene vezels en elastische vezels
  • Vezelig kraakbeen:

          Veel collagene vezels

De kraakbeenweefsel
Kraakbeenweefsel is de 2e vorm van Steunweefsel.

Wat is een beenweefsel en waar vind je dit in het menselijke lichaam?

Beenweefsel
Beenweefsel is de 3e vorm van Steunweefsel.

  • Beenweefsel komt voor in je botten
  • Het is onderdeel van je beenderstelsel
  • Beenweefsel bestaat uit cellen met harde tussenstof en uit veel collagene vezels

Benoem en beschrijf kort welke 3 opeenvolgende fasen tijdens de hemostase worden onderscheiden?

Fase 1: Vasoconstrictie
Fase 2: Plaatjes plug
Fase 3: stolselvorming


Welk type weefsel zie je?
A. Plantaardig weefsel, namelijk dekweefsel
B. Dierlijk weefsel, namelijk steunweefsel
C. Dierlijk weefsel, namelijk spierweefsel
D. Plantaardig weefsel, namelijk steunweefsel

B. Dierlijk weefsel, namelijk steunweefsel

De stevigheid van dierlijke cellen ontstaat door stevig celwanden?
A. Waar?
B. Niet waar?

Niet waar?

Welk weefsel in het menselijk lichaam is het stevigst?
A.Bindweefsel
B.Beenweefsel
C.Kraakbeenweefsel
D.spierweefsel

B. Beenweefsel

Plantencellen verkrijgen hun stevigheid door?
A.Collageen
B.afdek cellen
C.water
D.celwand

D. Celwand

Noem een voorbeeld van een orgaan bij een plant?
A. Bloem
B. Wortelstelsel
C. Paardebloem
D. Fotosynthese

A. Bloem

Welke weefsel is hier afgebeeld?

Steunweefsel:
Been en kraakbeen zijn voorbeelden van steunweefsel. Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het lichaam. De tussencelstof van been en kraakbeen bevat lijmstoffen en kalkzouten. Beencellen liggen rondom een klein kanaaltje, kraakbeencellen liggen in groepjes bij elkaar.

Wat is bindweefsel en functie?

Is een vorm van weefsel dat onderdeel uitmaakt van alle organen van het lichaam van mens en dier. Bindweefsel heeft een steunende, dan wel verzorgende functie. Bindweefsel beschermt de organen en bepaalt hun vorm.


Plaats de klieren in de juiste categorie;
1. ENDOCRIENE KLIEREN & 2. EXOCRIENE KLIEREN
  • Melkklieren
  • Schildklier
  • Traanklieren
  • Hypofyse
  • Darmsapklieren    


ENDOCRIENE KLIER (inwendig);
  • Hypofyse
  • Schildklier 


EXOCRIENE KLIER (uit scheiding);
  • Melkklier
  • Traanklieren
  • Darmsapklieren    

Vink de eigenschappen van dekweefsel aan:
A. Heeft een hoge stofwisselingsactiviteit
B. Zit vast aan de basaalmembraan
C. Bevat geen bloedvaten
D. Grenst met een 'vrije' kant aan de buitenwereld of een holte

Antwoord:
B. Zit vast aan de basaalmembraan
C. Bevat geen bloedvaten
D. Grenst met een 'vrije' kant aan de buitenwereld of een holte

Welk type dekweefsel is zeer elastisch?
A.Cilindrisch epitheel
B.Niet-verhoornend plaveiselepitheel
C.Alle dekweefsels.
D.Overgangsepitheel

D.Overgangsepitheel

Welk weefsel is geen dekweefsel?
A.Klierweefsel
B.Bindweefsel
C.Trilhaarepitheel
D.Overgangsepitheel

B.Bindweefsel

Dekweefsel
Dekweefsel bestaat uit platen van dicht opeengeplakte cellen die zowel organen en lichaamsholten als uitwendige oppervlakten bekleden. Omdat ze zo dicht op elkaar zitten beschermt het tegen ziekten, verwondingen en vochtverlies. De cellen kunnen stoffen goed uitwisselen.

Welke kenmerken heeft verhoornend plaveiselepitheel?
A.Dieper gelegen cellen zijn permanent aan het delen
B.Het kan zich samentrekken
C.De bovenste laag is waterafstotend
D.De cellen bevatten hoornstof

A.Dieper gelegen cellen zijn permanent aan het delen

Wat is waar?
A. De sinusknoop ontvangt prikkels van de boezem-kamerknoop.
B. De sinusknoop wekt elektrische prikkels op.

B. De sinusknoop wekt elektrische prikkels op.

Waar in het lichaam treft je gladde spieren aan?


Gladde spieren komen voor in de wanden van;
  • bloedvaten
  • luchtwegen
  • spijsverteringskanaal



Gladde spieren kun je niet bewust aansturen, maar reageren op prikkels uit het zenuwstelsel of hebben eigen pacemakercellen. Gladde spieren zorgen voor een langzame golfachtige beweging die zorgt voor het transporteren van bloed, lucht en voedsel.

Glad spierweefsel ziet er heel anders uit dan dwarsgestreept spierweefsel. Het gladde spierweefsel bevat spoelvormige cellen met een grote centrale kern.

Wat is een hartspierweefsel en wat zijn functie?

Hartspier (myocard):Het hart heeft een eigen soort spierweefsel, het hartspierweefsel. Door het ritmisch aanspannen van de hartspier wordt je bloed door je lichaam gepompt.


Het hartspierweefsel kun je ook niet bewust aansturen, maar lijkt qua structuur meer op de dwarsgestreepte spier dan op de gladde spier. Het hartspierweefsel kun je herkennen doordat het ook een dwarsgestreepte structuur heeft, maar hartspiercellen hebben maar een of twee kernen die centraal liggen.

Als de lucht warmer is dan hun lichaam, gaan woestijnhazen die leven in warme droge landen…
A) bloedvaten in hun grote oren verwijdden.
B) bloedvaten in hun grote oren vernauwen.
C) meer bewegen om een zonnige plek te zoeken.
D) zonnebaden in een open plek.
E) ongecontroleerd rillen met hun skeletspieren.

B) bloedvaten in hun grote oren vernauwen.

Een gespecialiseerde functie die veel  cellen in de longen en darmen delen is…
A) minder zuurstofbehoefte door gebrek aan zuurstof in voedsel.
B) meer oppervlakte voor uitwisseling door hun membranen.
C) extra veel cel organellen in hun cytoplasme.
D) meer bescherming door grotere celmassa.
E) lagere basale metabolic rate door samenwerking tussen de cellen.

B) meer oppervlakte voor uitwisseling door hun membranen.

Het epitheel met de kortste diffussie afstand is
A) eenlagig plaveisel epitheel.
B) eenlagig kubisch epitheel.
C) eenlagig cilinder epitheel.
D) pseudostratified cilinder epitheel.
E) meerlagig plaveisel epitheel.

A) eenlagig plaveisel epitheel.

Een voorbeeld van een bindweefsel (connective tissues) is ..
A) huid
B) zenuwen.
C) bloed.
D) kubisch epitheel.
E) gladde spieren.

C) bloed.

Als je zacht je oorlel draait gaat hij daarna vanzelf terug naar zijn oorspronkelijke vorm door?
A) collageen vezels.
B) elastine vezels.
C) reticulaire vezels.
D) adipose weefsel.
E) los bindweefsel.

B) elastine vezels.

Alle soorten spieren hebben?
A) intercalated discs die ervoor zorgen dat spiercellen kunnen communiceren.
B) een streeppatroon dat gezien kan worden onder de microscoop
C) cellen die langer worden als ze daartoe gestimuleerd worden.
D) een respons die bewust kan worden gestuurd.
E) interacties tussen actine en myosine.

E) interacties tussen actine en myosine.

Een voorbeeld van een goed functionerend homeostase system is als
A) de core temperatuur van een hardloper langzaam stijgt van 37°C tot 45°C.
B) de nieren zout uitscheiden als er meer zout in het eten zit
C) een rode bloedcel krimpt als hij in zout water wordt gelegd
D) de bloeddruk stijgt als het volume bloed stijgt
E) de hoeveelheid glucose abnormaal hoog is of er nou gegeten is of niet.

B) de nieren zout uitscheiden als er meer zout in het eten zit

Om uit het spijsverteringskanaal te komen, moet een substantie een celmembraan oversteken.

In welke fase van voedsel verwerking vindt dit plaats?
A) opname
B) vertering
C) hydrolyse
D) absorptie
E) eliminatie

E) eliminatie

Intracellulaire vertering van peptide is meestal vooraf gegaan door een bepaald process, welk process is dat?
A) hydrolyse
B) endocytose
C) absorptie
D) eliminatie
E) secretie

B) endocytose

Endothermie is?
A) is een eigenschap van de meeste dieren
B) bestaat uit het produceren van warmte door metabolism.
C) is hetzelfde als koudbloedig
D) komt alleen voor bij zoogdieren.
E) komt alleen voor bij insekten.

B) bestaat uit het produceren van warmte door metabolism.

In zoogdieren kennen we dit als ‘koorts’, maar het wordt ook gebruikt door andere dieren (zoals hagedissen, vissen, kakkerlakken) die hun lichaamstemperatuur omhoog brengen bij een bacterie infectie. Welk fenomeen wordt hier bedoeld?
A) haargroei
B) lager metabolisme
C) zweten
D) een verandering in de thermotaat "set-point" van het lichaam
E) minder thermogenese

D) een verandering in de thermotaat "set-point" van het lichaam

Hijgen, zoals honden en vogels doen om af te koelen, zorgt door warmte verlies door…
A) het tegenstroom principe.
B) acclimatisatie.
C) vasoconstrictie.
D) overwintering.
E) verdamping.

E) verdamping.

Het beste moment om de basale metabolic rate van een dier te meten is als het dier…
A) aan het rusten is en nog niet gegeten heeft die dag
B) aan het rusten is en net de eerste maaltijd gegeten heeft van die dag
C) net een suikervrij maal heeft gegeten.
D) geen water heft gedronken de afgelopen 48 uur.
E) net 30 minuten flink bewogen heeft.

A) aan het rusten is en nog niet gegeten heeft die dag

Vul in: als je kijkt naar energiebudget van een mens, olifant, pinguïn, muis en slang, dan heeft de __________  het hoogste jaarlijkse energieverbruik. De __________  heeft het hoogste energiegebruik per kilogram.
A) olifant; muis
B) olifant; mens
C) mens; pinguïn
D) muis; slang
E) pinguïn; muis

A) olifant; muis

Voedsel dat gegeten wordt door dieren bestaat meestal veelal uit grote macromoleculen. Dit betekent dat dieren een methode moeten ontwikkelen voor…
A) eliminatie
B) dehydratie synthese
C) enzymatische hydrolyse
D) regurgitatie
E) demineralizatie

C) enzymatische hydrolyse

Zonder functionerende parietal cellen kan een mens?
A) geen eiwitvertering op gang brengen in de maag
B) geen mechanische vertering doen in de maag
C) alleen nog maar vet verteren in de maag
D) geen pepsinogen produceren
E) geen vertering op gang brengen in de 12 vingerige darm.

A) geen eiwitvertering op gang brengen in de maag

In welk bloedvat schommelen de concentratie suiker in het bloed het meest?
A) buikslagader
B) kransslagaders
C) aorta
D) poortader
E) leverader

D) poortader

Waar worden koolhydraten volledig verteerd?
A) 3
B) 4
C) 1 en 4
D) 3 en 4
E) 1, 3, en 4

B) 4

Waar worden vetten vooral verteerd?
A) 3
B) 4
C) 1 en 4
D) 3 en 4
E) 1, 3, en 4

B) 4

Als je galblaas is verwijderd (bijvoorbeeld na ontsteking) moet je oppassen met het eten van bepaalde voedingsstoffen, welke?
A) zetmeel.
B) eiwit
C) suiker.
D) vet.
E) water.

D) vet.

Volwassen lampreien (soort paling-achtige vissen) zuigen zich vast aan een grote vis en eten (drinken) constant van het bloed van deze vis. Vanwege deze non-stop toevoer van eten, hebben lampreien een orgaan wat wij wel hebben waarschijnlijk niet echt nodig; welk orgaan?
A) lever
B) alvleesklier
C) darm
D) maag
E) galblaas

D) maag

Mutaties bij muizen kunnen effect hebben op het hongergevoel en de eetpatronen van deze muizen. Het ob gen produceert leptine. Leptine wordt geproduceerd door vetcellen. Het db gen is nodig om cellen ook laten reageren op het geproduceerde leptine (werkt op de leptine receptoren)

Een obese muis heeft dus waarschijnlijk:
A) meer genexpressie van ob en minder genexpression van db
B) meer genexpressie van db en minder genexpression van ob
C) minder transcriptie van zowel ob als db
D) een mutatie van ob of db

D) een mutatie van ob of db

Insuline is een hormoon dat mensen met diabetis type 1 niet (genoeg) aanmaken. Zij moeten insuline inspuiten. Waarom kunnen ze niet gewoon insuline(pillen) slikken?

Insuline is een eiwit;
Eiwit wordt verteerd in de maag, en dus onwerkzaam gemaakt.

Maak een blokdiagram (zie afbeelding) van de gebeurtenissen nadat deels
verteerd voedsel uit de maag komt. Gebruik de volgende woorden:
waterstofcarbonaat afgifte, circulatie, pH gaat omhoog, secretine afgifte,
verlaging van de pH, signaal waarneming. Geef naast de blokken ook aan
waar in het lichaam deze processen plaatsvinden.
Woorden mogen 2x gebruikt worden.

Increase in acid = Duodenum
Signal detection = Duodenum
secretin secretion = Duodenum into blood vessel
Circulation = Blood vessels
Signal detection =  Pancreas, from blood vessels
Bicarbonate secretion = Pancreas, into duodenum
Decrease in acid = Duodenum
     

Verhoogd zuur in de twaalfvingerige darm
Signaal detectie in de twaalfvingerige darm
secretine secretie in de twaalfvingerige darm in het bloedvat
Circulatie in bloedvaten
Signaal detectie in alvleesklier vanuit bloedvaten
Bicarbonaat secretie is alvleesklier in de twaalfvingerige darm
Afname van zuur twaalfvingerige darm

Wat gebeurt er bij een ontstekingen van de alvleesklier?

Ontstekingen van de alvleesklier uiten zich vooral in de vorm van spijsverteringsproblemen (malabsorptie, diarree) en insulinetekort (diabetes mellitus). Pas als ongeveer 90% van het pancreas vernietigd is, doen zich belangrijke functiestoornissen voor.
Pancreatitis is een niet-bacteriële ontsteking door activering van vrijgekomen verteringsenzymen in de pancreas met zelfvertering tot gevolg.
  • cystadenocaricnoom
  • insulinoom
  • gastrinoom
  • glucagonoom



SuikerziekteIndien dit deel van de alvleesklier uitvalt, is de regeling van de uiterst belangrijke glucosestofwisseling niet goed meer mogelijk en zal suikerziekte (diabetes mellitus) ontstaan.

Welke spier is hier afgebeeld?

Gladspier weefsel
In het lichaam worden gladde spiercellen onder andere aangetroffen in de wand van het maag-darmkanaal, waar ze de darminhoud transporteren, in de wand van slagaders waar ze bij de bloeddrukregeling en de doorbloedingsregeling betrokken zijn, in de baarmoederen in de blaas, en in de bronchiën. Ook de pupil wordt door glad spierweefsel aangestuurd.

Wat is de mens, Endotherme of Ectotherme dieren?

Mensen zijn endotherme dieren
- Warmte vasthouden
- Warmte kwijtraken

Wat heeft absorptie met de positie van het dier te maken?

De positie van dierenkan de absorptie van warmteminimalizeren of maximaliseren.

Wanneer gaat het warmteproductie omhoog wanneer je kijkt naar de endo en ectotherme dieren?

Warmteproductiegaatomhoog door spieractiviteit (bewegen of rillen). Sommigeectothermenkunnend.m.v. rillenhunlichaamstemperatuuromhoogbrengen.

Wat zijn suspensie eters?

Een suspensie is een vloeistof waarin een fijnverdeelde niet-oplosbare vaste stof zweeft.

Wat is Negatief Feedback?

Negatieve feedback:
Is dat er wordt geregistreerd dat er iets afwijkt, dit geeft een prikkel af die een proces in gang zet. Op het moment dat het weer in evenwicht is, zullen er geen stimulatie/prikkel meer afgegeven worden en zal het proces ook stoppen.

Wat zijn Poikilothermen dieren?

Poikilothermen dieren:
Polikilothermen dieren zijn dieren die hun lichaamstemperatuur constant houden (niet per definitie endothermen).

Welke essentiele voedingsstof te kort zorgt voor een afwijkende ruggenmerg wanneer je hier te weinig van binnen krijgt tijdens je zwangerschap?

Afwijkingen van het ruggenmerg (open rug, spina bifida) kunnen veroorzaakt worden door een te kort aan foliumzuur.

Wie of wat zijn Filtervoeders?

Filtervoeder:
Een dier dat zich voedt met behulp van een filtratiemechanisme
waarbij kleine organismen (plankton) of voedseldeeltjes uit de omgeving worden gefilterd zoals walvissen.

Wie of wat zijn Bulk eters?

Bulk feeder:
Een dier dat relatief grote stukken voedsel eet.

Om ervoor te zorgen dat een dier niet zijn eigen cellen zal verteren, maar alleen de cellen die via de voeding zijn binnengekomen, hebben dieren intracellulaire en extracellulaire compartimenten.

Wie of wat zijn Vloeistof eters?

Vloeistofvoeder: een dier dat leeft door voedzame vloeistoffen uit andere levende organismen te zuigen.

Wat is een Intracellulaire vertering?

Voedseldeeltjes worden opgenomen door endocytose (fagocytose & pinocytose) en binnen vacuoles verteerd.


Intra = binnen


Intracellulaire vertering vindt plaats binnen de cel, hierbij worden binnen een vacuole grotere moleculen, onder invloed van H2O, verkleind tot kleinere moleculen (hydrolyse).

In welke compartimenten vind er vertering plaats?

Dieren verteren hun voedsel in speciale compartimenten, op deze manier reduceren ze het risico op schade aan eigen weefsels.

  • Mond
  • Slokdarm
  • Maag -> secreties (maagzuur) van de maagklieren (peristaltiek) breekt voedseldeeltjes af tot kleinere deeltjes.
  • Dunne darm -> Insuline (exocriene) van de alvleesklier en de lever

          Lipiden -> Lympestelsel -> Bloedstroom
  • Groot ingewanden darmstelsel -> geabsorbeerd voedsel opgenomen water (behalve lipiden) naar leverpoortader en aders.
  • Anus = afscheidingen

Wat is een gastrovasculaire holte?

Gastrolvasculaire holte:
De ruimte waarin de vertering van voedsel plaatsvindt, zorgt tevens voor de distributie van voedingsstoffen. Deze holte heeft één opening die dienst doet voor de inname en eliminatie van voedingsmiddelen. Bekende voorbeelden zijn holtedieren, bijvoorbeeld hydra's, kwallen en anemonen

Wat is een Pariental cell, en wat is hier de functie van?

Maagsapcel, Zorgt er voor dat er maagsappen vrij komen

Wat is een Pepsinogeen en de functie?

...
Pepsineactiveert
meerpepsinogeen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo