Startpagina / Samenvattingen / Voeding voor doelgroepen / zuigeling-maand-zuigelingen

Voeding tijdens de groei - Antropometrische parameters voor een goede voedingstoestand bij het jonge kind - Bijzonderheden in het spijsverteringsstelsel

27 belangrijke vragen over Voeding tijdens de groei - Antropometrische parameters voor een goede voedingstoestand bij het jonge kind - Bijzonderheden in het spijsverteringsstelsel

Geef de algemene bijzonderheden bij de spijsvertering van zuigelingen (7)

Smaakvermogen - voorkeuren
Mondtechnische vaardigheden
Passage van het voedsel
Verteringsmogelijkheid
Resorptie (absorptie via de darm)
Excretie
Darmflora

Waarom is het opvolgen van de voedingstoestand belangrijk?

Om ondervoeding en overvoeding tijdig op te sporen.

Leg het smaakvermogen -voorkeuren van zuigelingen uit

Het smaakvermogen van zuigelingen is volledig functioneel vanaf de geboorte. Ze hebben een universele voorliefde voor zoete, romige smaken en een matige smaakintensiteit net zoals moedermelk.

Welke parameters onderscheiden we om de voedingstoestand te bepalen? (4)

Algemene beoordeling
Voedingsanamnese
Biomedische bepalingen
Antropometrische bepalingen

Hoe verklaar je de smaakvoorkeuren van een zuigeling en zijn positieve/ negatieve reacties?

Een zuigeling heeft vanaf de geboorte een universele voorkeur voor zachte, romige en zoete smaken met een matige smaakintensiteit, net zoals moedermelk. De reden dat hun voorkeur hiervoor uitgaat is omdat dit caloriedens voedsel hun genoeg energie bezorgt om in leven te blijven en omdat de maag nog niet grote hoeveelheden kan verdragen. De afkeer voor bittere en zure smaken is omdat zure smaken worden gekoppeld worden aan bedorven producten en bittere producten gekoppeld worden mogelijke plantaardige gifstoffen.

Waarom is smaakherkenning belangrijk bij een zuigeling?

Smaakherkenning is belangrijk omdat de baby dan weet dat het onschadelijk is.

Welke methode is objectiever t.o.v. Klinische blik en medische anamnese?

Biochemische bepalingen

Geef de mond technische kenmerken en vaardigheden op van zuigelingen in chronologische volgorde (0-14 maand) (8)

Aanvankelijk geen tanden
Zuigen
Reflexen (niet doelgericht en automatisch)

Rootingreflex
Zuig- en slikreflex
Kokhalsreflex
Hoestreflex

Bewust gemaakte mondbewegingen (tussen 3 en 5 maanden)
Zuigtechniek: van lik zuigen over in pomp zuigen (tussen 6 en 8 maanden)
Kauwen begint (7-8 maand)
Zelf voedsel naar de mond brengen (8-12 maand)
Leren drinken met rietje/ beker (vanaf 14 maand)

Wat zijn de voordelen van biochemische bepalingen?

Deze methode is objectiever en kan daardoor ook de soort ondervoeding beter nagaan.

Geef de mondtechnische reflexen van een zuigeling en leg deze uit (4)

Rootingreflex: waarbij de zuigeling actief opzoek gaat naar de tepel
Zuig- en slikreflex: vaste volgorde van zuigen, slikken en ademen
Kokhalsreflex: in het begin vooraan, later meer naar achteren
Hoestreflex: verhindert dat voedsel in de luchtwegen terechtkomen

Wat zijn de nadelen van biochemische bepalingen? (4)

Langere duur voor resultaten
Pijnlijk door prikje
Leeftijdsspecifiek
Beïnvloedbaar door ziekte

Benoem de belangrijke punten in de passage van voedsel bij zuigelingen. (3)

Ze regurgiteren gemakkelijker door een minder efficiënte sloksdarmsfincter
Voedsel passeert sneller doorheen het darmkanaal
De dunne darm is meer doorlaatbaar

Benoem de verteringsmogelijkheden in maag (6) en darm (6) van zuigelingen

Maag:

Maaginhoud evolueert van 60ml op 1 week, naar 100ml op 1maand, naar 180ml op 6 maand, naar 200ml op 1 jaar
Minder uitgesproken maagcontracties
Maaglediging is afhankelijk van soort voedsel
Lagere maagzuurproductie
Melkstremsel afhankelijk van verhouding caseïne/wei-witten
Lagere proteaseproductie

Darm:

Minder galzure zouten
Lagere vetafbraak
Belang van prepylorische lipase en moedermelklipase
Proteolytische enzymen en lactase vrij snel maximale capaciteit
Disacharidasen snel probleem bij darmbeschadiging
Amylase bij geboorte aanwezig maar neemt toe met leeftijd en zetmeelgebruik

Wat onderscheiden we bij antropometrische bepalingen? (6)

Lichaamslengte voor leeftijd;
Lichaamsgewicht voor leeftijd;
Hoofdomtrek tot 5 jaar;
Gewicht voor lengte < 2 jaar;
BMI voor leeftijd vanaf 2 jaar;
Jaarlijkse toename in gestalte

Welke zijn extra antropometrische bepalingen? (3)

Bovenarmomtrek;
Huidplooimeting;
Pubertaire ontwikkeling

Wat gebruikt men om de voedingstoestand van het kind op vlak gewicht voor de leeftijd te bepalen?

Groeicurven (Kind & gezin - VUB)

Hoe werken de Vlaamse groeicurven van VUB?

Ze werken met percentiellijnen. De percentielen geven aan onder welke waarde een bepaald percentage van de populatie kinderen valt. De waarde op de P50 komt overeen met de mediaan.

Wat kun je zeggen over een kind dat zich bevindt op percentiel 75 op de percentielkaart gewicht voor leeftijd?

Dat betekent dat op 100 kinderen van die leeftijd dat 75 kinderen minder wegen en 25 kinderen meer, wat wil zeggen dat het kind eerder zwaar is voor zijn leeftijd.

Met wat wordt er gewerkt naast groeicurven met percentielen?

Groeicurven met standiaarddeviatiescore.

Geef de afkorting van standaarddeviastiescore en tussen welke leeftijdscategorie?

Kind & gezin voor kinderen van 0-3 jaar.

Wat is de betekenis van antropometrie?

Het meten van mensen, het houdt zich bezig met het vaststellen van afmetingen en verhoudingen van het menselijk lichaam.

Wat heb je nodig voor Z-score= SD-score te kunnen bepalen?

De mediaan voor leeftijd
Standaarddeviatie

Op wat kan gewichtstoename wijzen?

Op zowel groei als op een toename van vetmassa.

Wanneer wordt obesitas gedefinieerd? (bij oudere kinderen)

Wanneer het de BMI waarde van 50 kruist.

Wat is adiposity rebound?

Dit is de tweede stijging in BMI tussen de leeftijd van 3 & 7 jaar

Met wat wordt een vroege adiposity rebound mee in verband gelegd?

Het wordt in verband gebracht met risico op overgewicht op latere leeftijd.

Wat zijn de opmerkingen (bemerkingen) bij percentiellijnen? (4)

Percentiellijnen mogen niet gezien worden als een modeltraject. Hierbij kan het zijn dat een kind in bepaalde fasen licht afwijkt van de percentiellijnen die hij voordien leek te volgen.
Gewicht voor geeft de voedingstoestand van een populatie weer. Het onderscheidt tussen een afwijkend gewicht door een afwijkende gestalte of een afwijking door onder- overvoeding wordt daar niet duidelijk mee.
Je brengt gewicht dus best in verband met de lengte.
Deze referenties kunnen niet voor iedereen gebruikt worden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Voeding voor doelgroepen

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Voeding tijdens de groei - Antropometrische parameters voor een goede voedingstoestand bij het jonge kind - Bijzonderheden in het spijsverteringsstelsel

Voeding van zuigelingen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding