Grondbeginselen van de natuurwetenschap

16 belangrijke vragen over Grondbeginselen van de natuurwetenschap

Wat is het onderzoeksterrein van de natuurkunde of de fysica?

Dit is de wetenschap die alle verschijnselen in de natuur onderzoekt, waarbij er geen scheikundige veranderingen optreden. Er wordt dode materie onderzocht zonder dat de moleculen ontrafeld worden.

Aggregatietoestanden kunnen tijdelijk van vorm veranderen. Geef vier natuurkundige verschijnselen die bijdragen aan deze verandering.

Smelten
Stollen
Verdampen
Condenseren (van gas in een vloeibare vorm)

Wanneer spreken we van een colloïdiale oplossing?

We spreken hiervan als het stoffen betreft waarvan de moleculen zo groot zijn dat ze niet door bepaalde membranen (wand tussen twee ruimten) kunnen dringen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een emulsie en welke twee emulsies onderscheiden we?

Een emulsie moeten we zien als een homogene, niet moleculaire, dooreenmeninging van twee of meer stoffen, die niet met elkaar in oplossing te brengen zijn, maar die zich wel op een bepaalde manier in fijn verdeelde toestand door elkaar laten mengen en in deze toestand blijven.  Je hebt o/w-emulsies (meer dan 50% vocht) en w/o-emulsies (meer dan 50% vet).

Leg uit wat de biologieleer omvat en welke drie grondslagen hiervoor zijn geformuleerd.

Biologie is de leer van de levende wezens, levensvormen en levensverschijnselen. De drie grondslagen van de biologieleer zijn: de celtheorie, de evolutietheorie en de materialistische verklaring van het leven.

Waarom is osmose een belangrijk proces in de biologie?

Omdat celmembranen van onze cellen semi permeabel zijn. Waardoor water vrijelijk een cel in en uit kan stromen, maar opgeloste zouten, proteïne en andere stoffen niet.

Hoe noemen we de onderlinge aantrekkingskracht van kleine atoomdeeltjes?

Cohesie. In vaste stoffen is de cohesie het grootst.

Wat betekent het woord adhesie?

Het woord adhesie betekent aanhechting en staat voor de aantrekkingskracht tussen twee ongelijke moleculen.

Diffusie vindt plaats in vloeistoffen en gassen. Leg uit wat diffusie is.

Bij diffusie verplaatsen deeltjes zich van de plaats waar de concentratie van die deeltjes het hoogst is, naar de plaatst waar de concentratie het laagst is. Dit gaat door tot overal een gelijke concentratie van deeltjes heerst.

Wat is osmose en waarom is dir proces voor ons van belang?

Osmose is een natuurkundig proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof waarin stoffen zijn opgelost, stroomt door een semipermeabel membraan (half doorlaatbaar) dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste stoffen.

Osmose is een belangrijk proces in de biologie, omdat celmembranen semipermeabel zijn. Water kan wel vrijelijk in en uit de cel vloeien, maar opgeloste zouten, proteïnen en andere stoffen kunnen dit niet.

Een voorbeeld van een eencellig organisme is?

a) amoebe
b) mineraal
c) vitamine
d) virus

a) amoebea

Welke stelling is juist?

1. Adhesie is de onderlinge aantrekkingskracht tussen twee ongelijke moleculen.
2. Cohesie is het grootste in vaste stoffen, met de geringste beweeglijkheid van de deeltjes.

Beide stellingen zijn juist.

Welke uitspraak is juist?

1. Bij osmose stroomt de vloeistof van de zijde waar de concentratie van opgeloste stoffen lager is naar de zijde waar deze hoger is.
2. Bij osmose stroomt de vloeistof van de zijde waar de concentratie van opgeloste stoffen hoger is naar de zijde waar deze lager is.

Uitspraak 1 is juist.

Waarom zijn Macro-organismen (mens, dier en plant) van hogere orde?

Zij kenmerken zich door een arbeidsverdeling onder de cellen. Groepen gelijksoortige cellen vervullen verschillende taken. Zij vormen weefsel, weefsel vormt organen. Hoger ontwikkelde organismen vormen orgaanstelsels (bijv. zenuwstelsel).

Waar staan anatomie en fysiologie voor?

  1. Anatomie; ontleedkunde, de bouw van levende organismen wordt ontrafeld (bouw van botten en spieren).
  2. Fysiologie; functies en de werking van de organen en orgaanstelsels van levende organismen bestudeerd en beschreven.

Waar staan de begrippen cohesie en adhesie voor?

  1. Cohesie; aantrekkingskracht van de deeltjes (tussen moleculen). Het grootst in vaste stoffen (ijzer vs water).
  2. Adhesie; betekent aanhechting, bijv. glazen staaf ondergedompeld in water.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo