De spijsvertering en stofwisseling van voedingsstoffen - Vetten

4 belangrijke vragen over De spijsvertering en stofwisseling van voedingsstoffen - Vetten

Leg het onderscheid in ketenlengte van vetten uit en vermeld welke soorten vetten dit zijn.

Vetzuren hebben altijd een even aantal koolstofatomen:

  • met twaalf of meer koolstofatomen noemen we langeketenvetzuren (LKV). Deze komen het meest voor in voedingsmiddelen.
  • met zes, acht en tien koolstofatomen worden middelketenvetzuren genoemd (MKV). Deze komen weinig voor in voedingsmiddelen. In de natuur komen ze voor in kokosolie.
  • met vier of minder koolstofatomen worden korteketenvetzuren (KKV) genoemd. Ook deze komen weinig voor in voedingsmiddelen. Vetzuren met een koolstofketen van 4 C-atomen komen voor in melkvet.

Wat zijn de functies van cholesterol?

  • Cholesterol fungeert als bouwstof en isolatiemateriaal van zenuwweefsel en van organen zoals de bijnier en de hersenen.
  • Cholesterol is een bestanddeel van bepaalde vitamines en hormonen en vervult zo een rol in de stofwisseling van voedingsstoffen.
  • Cholesterol is een bestanddeel van galzure zouten en vervult zo een rol in de spijsvertering van vetten.

Wat zijn de functies van lecithine?

  • Lecithine fungeert als bouwstof van onder meer zenuwweefsel.
  • Lecithine is een emulgator: kan zowel oplossen in vet als in water. Hierdoor kan vet, dat normaal niet in water oplosbaar is, tot fijne deeltjes worden verdeeld in water. Bijvoorbeeld margarine dat bestaat uit 80 % vet en 20% water.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe verloopt de spijsvertering van vetten?

De vertering van vet begint pas in de dunne darm. Het dunnedarmsap bevat het enzym lipase, en ook het alvleessap dat wordt geloosd in de dunne darm bevat lipase. De lever maakt gal aan en stort deze hetzij rechtstreeks, hetzij via de galblaas in de dunne darm. Het lipase en gal zorgen ervoor dat de vetten worden afgebroken tot twee stoffen:
- vetzuren
- glycerol

Na de spijsvertering blijven in de dunne darm kleine vetbestanddeeltjes over. Deze klonteren samen met galzure zouten en nog enkele andere stoffen tot een klompje, een micel. Deze micellen worden door de darmwand opgenomen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo