Startpagina / Samenvattingen / Voedingsleer LOI / vezels-tussenstof-elastisch

Anatomie en fysiologie van de spijsverteringsorganen - Weefsels en hun kenmerken

9 belangrijke vragen over Anatomie en fysiologie van de spijsverteringsorganen - Weefsels en hun kenmerken

Wat is de bouw van het epitheelweefsel?

Epitheelcellen liggen zeer dicht aaneengesloten zonder veel celtussenstof. Daardoor vormen ze een goede barrière tegen negatieve invloeden van buitenaf, zoals de huid en de darmwand.

Wat is de functie van het epitheelweefsel?

Bescherming van de onderliggende weefsels.
Bijvoorbeeld:
- de huid, die ons lichaam beschermt tegen vuil en bacteriën,
- slijmvliezen, bacteriën en andere ziekteverwekkers buitensluiten.
Uitwisseling van stoffen.
Bijvoorbeeld: bij de spijsvertering en uitscheiding van stoffen in de nieren.
Afscheiding van verschillende stoffen zoals zweet, slijm en spijsverteringssappen (speeksel).

Wat is steunweefsel en welke vallen daaronder?

Weefsel dat steun biedt. Zoals:
- bindweefsel
- vetweefsel
-kraakbeenweefsel
- bot

Wat is de functie en anatomie van bindweefsel?

Bindweefsel dient voor het geven van steun aan en voor de samenhang van de organen.
Tussen de bindweefselcellen ligt een eiwitachtige tussenstof. In deze tussenstof komen twee typen eiwitvezels voor, namelijk collageen, lijmgevende vezels en elastische vezels. De collagene vezels zorgen voor stevigheid.

Wat is elastisch bindweefsel?

Als de elastische vezels in het bindweefsel overheersen. Ze vervormen gemakkelijk om daarna weer terug te keren in de oorspronkelijke staat.

Bijvoorbeeld in de bloedvaatwanden.

Wat is de functie en anatomie van vetweefsel?

Dit is steunweefsel waarvan de cellen zijn gevuld met vet. Het fungeert als opslagplaats van reservevoedsel/vet, maar ook dient het als warmte-isolatie.
Vetweefsel verleent alleen maar steun als de cellen door een stevig collageenkapsel bij elkaar worden gehouden. Voorbeelden: zitvlak en voetzolen.

Wat is de functie en anatomie van kraakbeenweefsel?

Dit is steunweefsel waarbij collagene vezels of elastische vezels deel uitmaken van de tussenstof. Afhankelijk van de andere bestanddelen in de tussenstof is kraakbeen hard of zacht. Hard kraakbeenweefsel komt voor in alle gewrichten, zacht kraakbeenweefsel in bijvoorbeeld de oorschelpen.

Wat is de anatomie van bot?

Bot is een hard en stevig weefsel waarvan de tussenstof bestaat uit een lijmachtige stof waarin zich een grote hoeveelheid kalkzouten bevindt.

Welke kenmerken zijn er van hartspierweefsel?

Dit valt eigenlijk onder dwarsgestreept spierweefsel, maar komt alleen voor in de wand van het hart.
Dit weefsel werkt met snelle, ritmisch verlopende contractie (=samentrekking) en ontspanning en is vrijwel onvermoeibaar.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Voedingsleer LOI

Bekijk samenvatting